Op internet verschijnen meer actuele bijdragen tot de zelfstandige arbeidersstrijd dan we kunnen vertalen in het Nederlands.
In deze rubriek presenteren we de meest interessante van deze webteksten.
- Van stakingen in Frankrijk en Nuits Debout tot Brexit.
- Henri Simon over arbeidsmigratie als bedrijfstak
- Robin Goodfellow over de afzetting van president Dilma Rousseff van Brazilië
Dilma in problemen
-
1. Europa
van stakingen en Nuit Debout in Frankrijk tot Brexit
Door het plaatsen van meerdere vertalingen van artikelen en eigen artikelen hebben we aandacht besteed aan de situatie in Europa. Daarbij hebben we herhaaldelijk naar voren gebracht dat het kapitaal zijn aanvallen op de arbeidersklasse zorgvuldig van land tot land uitvoert om een internationale uitbreiding van de arbeidersstrijd voor te zijn. Binnen elk land maakt het kapitaal gebruik maakt van de verdelingen van de arbeidersklasse naar werkenden, werklozen en andere nog niet of niet meer werkenden, naar bedrijfstakken, beroepsgroepen, naar het soort arbeidscontract (of wat tegenwoordig daarvoor door moet gaan), naar herkomst (‘autochtone’ en migranten-arbeiders). Daarbij hebben we Frankrijk aangewezen als het land waar de internationale kapitalistenklasse in 1915/1916 haar aanvallen concentreert. Na het Brexit-referendum zo voorspelden we, zou Groot-Brittannië aan de beurt zijn. Wat schrijven andere internationalistische websites en blogs daarover?
Het meest expliciet is een pamflet van 27 juni van de kleine groep IGCL in Frankrijk, die zich “Revolutie of Oorlog” noemt: “Na de Brexit-overwinning Exploderen De kapitalistische Tegenstellingen op alle Vlak. Alleen de Internationale Proletarische Revolutie Kan er een Eind Aan Maken.” (Chocoladeletters van IGCL). Inderdaad, de Brexit en de repressie van de stakingen in Frankrijk (waar alle manifestaties ‘vanwege het EK Voetbal’ zijn verboden en de noodtoestand blijft gelden) verergeren de tegenstellingen van het kapitalisme. Zo noemt de ICGL de mogelijkheid van een beurskrach. Deze groep noemt echter de Brexit een uiting van de definitieve keuze van de Engelse bourgeoisie om de Amerikaanse kant te kiezen van de Verenigde Staten in de imperialistische tegenstellingen tegen het Europese vasteland met Duitsland in het middelpunt. Van deze keuze zegt de groep dat de tegenstellingen van het kapitalisme de Engelse bourgeoisie ertoe dwingen of zij nu wil of niet. Als enig argument haalt de IGCL een uitspraak van Churchill tegenover De Gaulle in 1944 aan. Dat lijkt ons een wat dun bewijs voor een oproep tot de Wereldrevolutie.
Wat betreft de situatie in Frankrijk denkt de IGCL dat dat de heersende klasse zo zwak was tegenover de gewelddadige botsingen met de oproerpolitie en de “blijvende mobilisatie in het land”, dat ze geen andere keuze had dan vanaf 23 juni alle demonstraties in Parijs te verbieden. Deze groep beschouwt al enige tijd de Nuit Debout-beweging als een pure manipulatie omdat deze is opgezet vanuit links en ultralinks (m.n. trotskisten en anarchisten) en niets anders dan een ideologie over de de ‘burger’ en de ‘republiek’ zou voortbrengen. Volgens ons sluit dit burgerlijke initiatief tot de beweging echter niet uit dat dergelijke massavergaderingen op straat in bepaalde omstandigheden wel perspectieven bieden voor de massale ontwikkeling van proletarisch bewustzijn onder die delen van de klasse die niet vanuit de bedrijven in beweging kunnen komen b.v. werklozen en studenten. We hebben er al snel op gewezen dat die omstandigheden in Frankrijk ontbraken, met name omdat de stakingen maanden lang binnen de inkadering van de vakbeweging bleven die elke zelfstandige ontwikkeling van strijd van werkende arbeiders heeft weten te voorkomen. De gewelddadige confrontaties waarover de IGCL zo enthousiast is, maken sinds jaar en dag deel uit van de tactiek van de CGT om geïsoleerd gebleven arbeidersstrijd bloot te stellen aan de repressie. Daarbij schuwt de CGT er niet voor om ‘relschoppers’ op te pakken en uit te leveren aan de politie.
Waar wij een zwakke arbeidersklasse zien, ziet de IGCL in een tussenkop met chocoladeletters “De Historische Zwakte van de Internationale Bourgeoisie”. Niets over de tactiek van verdeel-en-heers tussen arbeiders per land, b.v. Frankrijk en Groot-Brittannië waar het pamflet over gaat, laat staan over het succes van de kruideniers-nationalistische en zelfs racistische Brexit-campagne bij delen van de Britse arbeidersklasse. In plaats daarvan richt de IGCL zich met haar pamflet op de meest strijdbare en bewuste arbeiders om strijdcomités en uiteindelijk de Partij te vormen. Mooi, maar wat is dan de taak van de meest bewuste elementen? Volgens de ICGL komt het er nu op aan om leuzen over proletarische opstand, dictatuur van het proletariaat en arbeidersraden naar voren te brengen. We zien hierin niets anders dan het opwarmen van de neo-Blanquistische taktieken van de Communistische Internationale vanaf de jaren 1920. Met de Communistische Linkerzijde heeft dit niets te maken. Deze groep hanteert een uiterst mechanistische opvatting van het bewustzijn, zowel bij dat van de bourgeoisie als bij dat van de arbeidersklasse. Voordat zij zich verbeeldt de klasse te kunnen “leiden” kan deze groep beter zelf enig bewustzijn vertonen.
De International Communist Tendency laat zich op haar website The Internationalists voorzichtiger uit over de strijd in Frankrijk. Een officiële verklaring van 27 juni met als titel Frankrijk: een nieuwe aanval op de arbeidersklasse, ziet in straat- en pleinvergaderingen zoals Tahrir, Taksim, enz. een uiting van een diepere sociale malaise, als een ‘instinctieve verwerping van de manier waarop de huidige maatschappij werkt’ en als resultaat van de herstructurering van de arbeidersklasse gekenmerkt door tijdelijke contracten, groter belang van de dienstensector, meer ZZP-ers, meer kleine bedrijven. De maatregelen waartegen de arbeidersstrijd in Frankrijk zich richt wordt gezien als niet erg verschillend van die in andere landen. Vervolgens gaat het artikel dieper in op specifieke omstandigheden in Frankrijk om zich te concentreren op twee in verschillende richtingen werkende factoren op de CGT: 1) dreigend verlies van invloed als CAO’s minder belangrijk worden en 2) de taak om brede sectoren van de arbeidersklasse in toom te houden. Dit samen met wat de ICT ziet als hoofdkenmerk van de vakbeweging – een organisatie te zijn die onderhandelt over de prijs van de arbeidskracht en die dus afhankelijk is van het kapitalisme – zou een tendens met zich mee brengen tot strijd voor hervormingen die niet passen in het huidige kapitalisme. Er lijkt weinig veranderd te zijn sinds 1914! Herhaaldelijk spreekt de ICT over ‘reformisme’ en een arbeidersklasse die de Partij nodig heeft om tot bewustzijn te komen. Door de opstelling van de CGT zouden de burgerlijk aanvallen na de stakingen van 1995 en 2006 zijn afgezwakt. Daarmee blijft de vakbeweging voor de ICT het kristallisatiepunt voor georganiseerde sociale woedeuitbarstingen. Aan klassebewustzijn heeft het volgens de ICT zeer weinig opgebracht. Over de manipulaties door de CGT en die in De Nuit Debout-beweging aansluitend daarop vindt de lezer weinig of niets in dit artikel. Volgt een oproep tot hergroepering met een internationalistische perspectief die uiteindelijk moet leiden tot de lang gemiste revolutionaire Partij. Prachtig! Maar wat is het ‘internationalistisch perspectief’ gezien de verdeling van de arbeidersstrijd in Frankrijk en tussen Frankrijk en Groot-Brittannië?
Over de uitslag van het Brexit-referendum plaatste de Communist Workers Organisation (die fungeert als een soort afdeling van de ICT) op 26 juni een eerste artikel: Brexit Vote – Another Sign of Global Capitalism’s Deepening Crisis. Voor de CWO is een Brexit in strijd met de lange termijn belangen van de Britse bourgeoisie op allerlei vlak. De fractie Cameron heeft zich laten leiden door korte termijn politiek, arrogantie en incompetentie. Het artikel wijst er ook op de campagne voor Brexit een enorme stimulans heeft gekregen sinds zij de EU en de arbeidsmigratie verantwoordelijk stelde voor de economische problemen. Terecht wijst de CWO op de plaatselijke imperialistische conflicten die de vluchtelingenstroom op gang brengt: “De racisten en nationalisten in de rijke landen spelen daar op in voor hun eigen korte termijn doeleinden. Dit is een vicieuze cirkel die de dreiging van opkomend nationalisme tot een onmiddellijk gevaar voor de toekomst van de mensheid maakt. Alleen een internationale en internationalistische arbeidersklasse die haar arbeidersstem en haar vermogen om het kapitalisme te bestrijden terugvindt, kan zich daartegen verzetten”.
Op de website van het libertair communistische Libcom is een uitgebreide analyse te vinden van welke delen van de bevolking voor en tegen stemden: in het Brexit-referendum. Hoewel voorzichtigheid is geboden, ook voor wie anti-parlementair is, – verkiezingsuitslagen geven al lang niet meer de ontwikkeling van proletarisch bewustzijn aan – komen in dit artikel vele belangrijke zaken naar voren.
Om terug te komen op de Nuit Debout en soortgelijke beweging, onder de titel From 15M to Podemos schetst een bijdrage van Spaanse anarchisten op Subversion Press de burgerlijke manipulaties met behulp van ’directe democratie’ die plaats kunnen vinden in dergelijke op het oog door de massa’s beheerste bewegingen. In het geval van Spanje profiteerde Podemos om dezelfde rol als Syriza in Griekenland te spelen.
2. “De bedrijfstak van de migrant –
veranderingen en migraties, een lange geschiedenis op Aarde” door Henri Simon
Henri Simon – in Nederland bekend als oude strijdmakker van Cajo Brendel – heeft op Echanges et mouvement een lange tekst geplaatst over de arbeidsmigratie. De opzet is historisch en internationaal en bedoeld als begin van een discussie. Simon bekijkt arbeidsmigratie als een bedrijfstak. De tekst is grotendeels opgezet naar stadia van het migratieproces. De lezer treft op die manier fragmenten aan over het “reisbureau”, de “kampen, reservoirs van arbeidskracht”, “migratie als vorm van socialisatie”, “de ‘integratie’ van de migrant in het ‘gastland’ “, “economische gevolgen van migratie” en tot slot hoe voor het kapitalisme ongewenste gevolgen … verder worden benut. Uit de conclusie hebben we het volgende vertaald:
“Zoals op vele andere terreinen, veroorzaakt het kapitalisme alleen al door zijn activiteit en noodzakelijke groei hinderlijke problemen die het onmogelijk kan stoppen en oplossen. Het proces dat we zojuist hebben beschreven is – mede – het resultaat van de werking van het systeem dat op zijn beurt tracht dit in te zetten voor zijn eigen functioneren, weliswaar met steeds meer problemen ondanks de huidige fase van zijn wereldwijde expansie.
Achter deze incidenten in de loop van de kapitalistische overheersing en uitbuiting van de arbeid, zo kan men zich afvragen, gaat het hier om een migratiestroom zoals in vroeger tijden, die nu gewoon de door het kapitaal vereiste vormen aanneemt? Bijvoorbeeld, zelfs voordat er sprake was van kapitalisme vond klimaatverandering plaats (…) en die veroorzaakt bevolkingsbewegingen.
Het lijkt erop dat het kapitaal geen invloed heeft op deze stromen die invloed hebben op de algemene ontwikkeling van de bevolking en de economieën van de wereld. Wie kan uitleggen, zonder te speculeren – waarom, met uitzondering van Frankrijk en Ierland, Europa ontvolkt?.
In vergelijking met Afrika en geheel Zuidoost en Oost-Azië, die een jongere en armere bevolking laten zien, stagneert de bevolking van Europa rond de 500 miljoen inwoners. In 1900 was Europa goed voor 25% van de wereldbevolking, tegen slechts 7% nu. In 2010 telt Afrika 2,5 miljard mensen, met echte grootmachten zoals Nigeria en Egypte. Deze ontwikkeling komt voort uit het stijgen van het geboortecijfer en de uitbreiding van de hygiëne en zorg, en interne migratie en migratie tussen staten in Afrika. Zal er, net als in China of India, een overeenkomstige economische opleving zijn?
Op de lange termijn is er een ander aspect van migratie, dat nauwelijks aandacht krijgt: de transformatie van de mensen en de samenlevingen waarin deze miljoenen migranten zich vestigen.
De Verenigde Staten en in mindere mate Argentinië kunnen een antwoord geven op deze belangrijke vraag. Na meer dan een eeuw van instroom van migranten van allerlei herkomst, voornamelijk afkomstig uit Europa, kunnen we nu zien dat een typische Amerikaan een taal spreekt die is afgeleid van het Engels, maar die is gedifferentieerd en zelfs een specifieke manier van de praten kent, met een karakteristiek voedingspatroon, met een cultuur, met inbegrip van muziek en film, maar ook een eigen identiteit. Dit is het resultaat van de smeltkroes die nog steeds actief is in een nieuwe variant met de opkomst van “Latinos” die binnenkort meer dan de helft van de bevolking vormen; met andere woorden, migraties veroorzaken mutaties in menselijke soort.
Wat betekent het als in Europa al een halve eeuw een dergelijk proces gaande is? Een zeer gedeeltelijk antwoord kan worden gegeven door Frankrijk met de immigratie van het Europese interbellum tot het punt dat we tegenwoordig slechts een onderscheid naar herkomst kunnen maken op basis van de achternaam bij personen bij wie misschien nieuwe eigenschappen zouden kunnen identificeren als resultaten van een verandering. Het feit dat de politieke leiders als Nicolas Sarkozy, Manuel Valls en Anne Hidalgo, allen afkomstig uit allochtone gezinnen, toegang hadden tot de hoogste ambten van staat, is een kleine illustratie van deze verandering. Zal deze smeltkroes die het kader van de nationale grenzen te boven gaat, een Europese mens creëren? Hoe gemakkelijk het was om een dergelijke ontwikkeling te zien bij blanke migranten uit de buurlanden, met dezelfde christelijke religieuze traditie en het een gemeenschappelijk cultureel erfgoed, des te moeilijker is voor te stellen wat een smeltkroes betekent waarbij Arabieren, zwarten, elk niet alleen zijn kleur, religie en levensgewoonten, verschillende culturele wortels met zich meebrengt. Op sommige gebieden – zoals in de muziek – gebeurt deze fusie al. Aan de ene kant kan het betreurenswaardig lijken dat de globalisering van het kapitalisme alles standaardiseert, waardoor de rijkdom aan nationale, etnische, culturele of religieuze bijzonderheden verdwijnt. Maar aan de andere kant kunnen we ook zien dat deze homogeniteit andere bijzonderheden voortbrengt. Wat wel zeker is – en vaak moeilijk op te sporen tijdens het ontstaansproces – is dat alle elementen die deel uitmaken van het leven en het voortbestaan van de menselijke soort constant in beweging zijn en dat migratie daarvan slechts een klein deel uitmaakt – een druppel in deze oceaan van ontwikkelingen. Een commentator zei: wat ons interesseert is niet de 3% van het mondiale migranten, maar 97% van de ‘autochtone’ ingezetenen en te zien hoe zij zich ontwikkelen.
De meeste migraties van het verleden brachten hun ideologieën en culturen met zich mee die naar voren komen in diverse overtuigingen en religies. Vandaag de dag kan men de vraag stellen van de religieuze invloed die verschillende krachten ontlenen aan geschillen en conflicten binnen het kapitalisme, aan open of andere oorlogen. Ook hier kan de ene werkelijkheid de andere verbergen: terwijl deze conflicten zich afspelen tussen mensen die van Joden tot Moslims allemaal dezelfde God aanbidden, en de Bijbel lezen, stellen andere reëele maar door de media weinig bekend gemaakte conflicten mensen in Azië tegenover elkaar die aanhangers van de Bijbel en zijn oorlogsgod zijn tegen alle varianten van de Boeddha – levengenieter en vreedzaam (meer dan de helft van de mensheid vandaag).”
3. “Afzetting van Dilma Rousseff
– De politieke situatie in Brazilië” door Robin Goodfellow
Brazilië – als BRIC-land voorheen één van de motoren van de wereldeconomie – bevindt zich in ernstige economische, sociale en politieke problemen. Hieronder volgen enkele fragmenten van een uitvoerige analyse van de economische en politieke situatie uit een Bordigistische invalshoek.
“De politieke gebeurtenissen in Brazilië spelen zich af zich in een versneld tempo, in een context van spanning door de polarisatie tussen degenen die voor de afzetting van Dilma Rousseff waren en degenen die de PT-regering ondersteunden. (PT= Arbeiderspartij). De gebeurtenissen zijn ook duidelijk uitingen van de economische crisis die het land al enige tijd teistert. De verschillende fracties van de bourgeoisie zijn op zoek naar een beter bij de huidige situatie passende politiek om hun belangen in de staat te vertegenwoordigen.
Deze verandering in de houding van de meerderheid van de fracties van de bourgeoisie ten opzichte van de huidige regering laat duidelijk zien dat voor haar de regering van Dilma niet langer meer een “goede” regering is. Maar wat zou vanuit het standpunt van de bourgeoisie, een “goede” regering zijn in een ideale situatie? Het antwoord ligt voor de hand: ze zou een instrument zijn waardoor de hele burgerij kan regeren, om in het binnenland de rust van het bedrijfsleven en de sociale orde te garanderen, met inbegrip van de steun van het proletariaat, een sterke en zelfverzekerd gezicht naar de buitenwereld, het waarborgen van veilige grenzen (kortom het verdediging van de imperialistische belangen van Brazilië) en de productie van de maximale meerwaarde te bevorderen, onder meer door de klassenstrijd te maken tot een factor voor de rationalisatie en de ontwikkeling van de kapitalistische productie. Deze ideale situatie gaat ervan uit dat dit alles gebeurt in een expansiefase van de accumulatie waarin de sociale relaties meer “kneedbaar” en flexibel zijn en waarin de uitbarsting van grote conflicten wordt voorkomen. Echter, de beste burgerlijke regering – ‘beste’ vanzelfsprekend vanuit burgerlijke oogpunt – kan niet de klassenstrijd noch de tegenstellingen en machtsstrijd verbergen die zich voordoen in de maatschappij.
De verschillende burgerlijke fracties bestrijden elkaar de productie en herverdeling van de geproduceerde meerwaarde, die uiteenvalt in winst, rente, huur en belastingen. Binnen deze competitie, kunnen industriële kapitalisten komen te staan tegenover grootgrondbezitters, industriekapitaal tegenover handelskapitaal, de bourgeoisie tegenover de staat; de doelstellingen van de industriële ontwikkeling kunnen met verschillende bedrijfstakken in conflict komen, zoals de lobby’s van het wegvervoer met die van het spoor en de binnenvaart. De opening en de uitbreiding van de markten, de middelen om gemakkelijk bedrijven op te richten, het gebruik van selectief krediet om bepaalde economische sectoren met een sterke lobby bij de regering te bevorderen, enz. zijn alle politieke middelen die de machtsverhoudingen tussen de burgerlijke facties aangeven, en die tot uiting komen in politieke vertegenwoordigingen (partijen) binnen de staat. De krachtige tegenstelling tussen bourgeoisie en proletariaat is vanzelfsprekend nog steeds aanwezig en komt afhankelijk van de omstandigheden min of meer acuut naar voren. Voor fracties van de bourgeoisie is het probleem dat van de maximale productie van de meerwaarde en de herverdeling daarvan. Voor het proletariaat is het belangrijk om op het onmiddellijke vlak zich te verzetten tegen de steeds sterkere uitbuiting.
Daarom is voor de bourgeoisie een “goede” regering, de regering die erin slaagt om binnen dit alles evenwicht en sociale vrede te handhaven. Daarom zijn de belangen van het revolutionaire proletariaat het omgekeerde hiervan. Het heeft er alle belang bij dat de burgerlijke staat verzwakt wordt, dat de partijen die de verschillende burgerlijke fracties tegenover elkaar stellen, zich bij het afhandelen van openbare aangelegenheden door de “goede” regering in een situatie bevinden van grote zwakte. Het proletariaat, kan daarom niet onverschillig staan tegenover de ontwikkelingen in de politieke vertegenwoordiging van het burgerlijke kamp en de problemen daarbinnen, omdat deze voor het proletariaat gunstig zijn. Om deze reden verdienen de gebeurtenissen die Brazilië nu bijna twee jaar door elkaar schudden, een gedetailleerde analyse vanuit het oogpunt van de belangen van het proletariaat. Dat betekent echter niet dat dit laatste – in dit specifieke geval – steun zou moeten geven aan het ene of het andere kamp.
Zoals we al 15 jaar geleden hebben gezegd in onze tekstanalyse van “De 18de Brumaire”, als de klassenstrijd bepalend is voor de ontwikkeling van de partijen, dan is de studie van deze ontwikkeling een indicator, ook al is het maar in grote lijnen, voor trends in de klassenstrijd, of in ieder geval voor de klassenverhoudingen. Als de sociale klassen (uiteraard met inbegrip van het proletariaat) moet worden vertegenwoordigd in de maatschappij, dan kunnen onder de directe oppervlakte van de verschijnselen trends worden waargenomen van de meest diepgaande veranderingen tussen de verschillende delen van de samenleving, zij het in het burgerlijke kamp of in het proletarische kamp. Wat betreft het proletariaat, zelfs als dit niet beschikt over de politieke uitdrukking van haar zelfstandige klassepartij en die in tegenstelling staat tot alle andere partijen van de maatschappij, dan blijft het desondanks bestaan en uit het zich politiek, zelfs in een tegenstrijdige en niet revolutionaire vorm.
In Brazilië streven in het bijzonder in de afgelopen jaren diverse fracties van de bourgeoisie – daartoe aangezet door de moeilijkheden die voortvloeien uit de wereldwijde crisis van 2008-2009 – naar een algemeen akkoord om de PT uit de regeringsmacht te verwijderen. De laatste tijd is in Brazilië de crisis weer tevoorschijn gekomen die de PT een paar jaar getracht heeft te beteugelen en inderdaad kon uitstellen. De geschillen komen in nog hevigere strijd tussen burgerlijke fracties naar voren als gevolg de sterke daling van de winstvoet. Deze ontwikkeling uitte zich medio 2012 in wrijvingen binnen het Nationaal Congres (Kamer van Afgevaardigden en de federale Senaat).
We zullen hier niet proberen in detail de evolutie van deze politieke uitingen te analyseren, zowel die van het burgerlijke kamp als die van het proletarische kamp, die uiteindelijk leidden tot de huidige gebeurtenissen in Brazilië. Evenmin zullen we hier op een journalistieke wijze ingaan op de laatste gebeurtenissen die het land deden beven en die elkaar snel opvolgden in het lange proces van afzetting en de politieke gevolgen daarvan. Wat ons interesseert is om commentaar te leveren op twee zaken in verband met deze verschijnselen:
• De huidige economische crisis.
• De mogelijkheid dat de fracties van de bourgeoisie een regering vormen die in staat is om voor enige tijd de “politieke en sociale vrede” voor de vrije uitbuiting van de proletarische klasse te verzekeren, die in staat om voor een tijdje de economische en sociale eisen van het proletariaat te onderdrukken, dat hard geraakt wordt door de economische crisis.
De belangrijkste uitdaging voor zo’n regering is om de steun van een groot deel van het proletariaat te krijgen, omdat, zoals Engels zei, “de bourgeoisie geleerd heeft dat ze nooit in staat zal zijn om de natie politiek en sociaal te overheersen, zonder de hulp van de arbeidersklasse.” (Voorwoord van de heruitgave van 1892 van ”De toestand van de arbeidersklasse in Engeland “).”
Bron: https://defensedumarxisme.wordpress.com/?blogsub=confirmed#blog_subscription-2 (bevat ook de hier weggelaten voetnoten)
Tot zover de inleiding. Na een gedetailleerde analyse, waarvan Goodfellow de methode hierboven heeft uitgelegd, komt hij tot de volgende conclusie:
“Een zeer kleine minderheid van de organisaties, zoals Intersindical, zijn een middel voor de strijd en de organisatie van de arbeidersklasse, gebleven, en heeft al lang stelling ingenomen tegen de PT, CUT en tegen zijn bondgenoten, tegen de MST, TLB en anderen – door ze allemaal aan de kaak stellen als dienaren van de belangen van de bourgeoisie – en tegen opportunistische allianties in het kamp van links, met de nadruk actie op de werkplek, woonsituatie en op school . Meer recent hebben zij zich geplaatst tegenover de verdedigers van de theorie van een plaatsvindende “staatsgreep tegen de democratie” en tegen organisaties die de reeds vermelde fronten vormen, met inbegrip van degenen die enerzijds verbaal een schijnbaar meer radicale ontwikkeling lijken in te slaan, maar die aan de andere kant bereid zijn tot samenwerken met organisaties zich richten op acties van de basis samen met arbeiders. In hun zoektocht naar een coherent en verdiepte kritiek op het programma van de PT, die door hen wordt beschouwd als de partij die de “arbeidersklasse” van Brazilië zou hebben vertegenwoordigd totdat ze regeringspartij werd, zouden deze organisaties als uitgangspunt van deze kritiek op het programma van 1987 (PDP). Dit programma, zo hebben we gezien, vertegenwoordigde echter de officiële uitdrukking van de uiterst linkerzijde van de partij en vormde de basis voor de presidentiële campagne van Lula in 1989. in dit programma kunnen we duidelijk zien de beperkingen zien van een burgerlijke arbeiderspartij die drager is van een kleinburgerlijk of burgerlijk socialisme (in werkelijkheid de linkervleugel van de democratie), en zijn opvatting van democratie staat verre van de proletarische politiek over dit onderwerp. Bovendien is dit programma gebaseerd op een strikt nationalistische visie van de partij. Maar de strijd van het proletariaat is internationaal. Internationalisme is een onderscheidend kenmerk dat een ware politieke uitdrukking van het proletariaat onderscheidt van alle burgerlijke partijen en de burgerlijke arbeiders, evenals van alle chauvinisme dat de proletarische strijd zou kunnen beïnvloeden, en waarbij het uitgangspunt is het terrein van het nationale is. Wanneer ze zou worden geleid door de authentieke marxistische theorie, dan zou dit kritieke pad deze organisaties ertoe brengen om een cruciale rol te spelen in de politieke ontwikkeling van het proletariaat door drastisch in te grijpen op het strijd terrein van de andere linkse groepen en van aanhangers van verschillende ‘fronten’, en hun valstrikken aan de kaak te stellen de vallen te stellen en in haar eigen acties de politiek van het proletariaat tegenover de democratie naar voren te brengen.
Kortom, gegeven de afwezigheid van zijn klassepartij, en daarom in het ontbreken van een echte revolutionaire actie, kan en moet het proletariaat de meest consequente democratische eisen van een kleinburgerlijke partij of burgerlijke arbeiderspartij steunen, radicaliseren en hen dwingen om de weg in te slaan van een uitbreiding van de democratie en van de politieke en sociale dynamiek die het terrein voor een revolutie zal voorbereiden die zal, als de tijd komt, tegen de democratie. De sleutel is dat het proletariaat geduldig en consequent voorbereidt op het vormen van een echte arbeiderspartij door middel van de concrete strijd.”
Zie voor de volledige en uitgebreide analyse van de situatie in Brazilië:
▪ http://www.robingoodfellow.info/pagesfr/rubriques/Situation_politique_Bresil.htm (Frans)
▪ http://www.robingoodfellow.info/pagespt/dernierstexts/bresil2016pt.pdf (Portugees)
De regelmatige lezers van arbeidersstemmen zal duidelijk zijn dat ik het totaal oneens ben met de bordigistische ‘taktiek’ die Goodfellow in zijn conclusie voorstelt, namelijk deelname aan de activiteiten meest linkse fracties die de arbeiders in Brazilië de ’democratie’ als worst voorhouden. In plaats daarvan is in Brazilië – net als waar ook ter wereld – behoefte aan revolutionaire groepen die de burgerlijke democratie, haar partijen en vakbonden ontmaskeren en de zelfstandige arbeidersstrijd bevorderen. Dit maakt echter Goodfellows uitgebreide analyse van de situatie in Brazilië voor een kritische lezer niet minder interessant.
-.-
Overname van de gehele tekst van is toegestaan met vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2016/07/04/over-het-scherm-rolden-juli-2016/