Op internet verschijnen meer actuele bijdragen tot de zelfstandige arbeidersstrijd dan we kunnen vertalen in het Nederlands. In deze rubriek presenteren we met enige regelmaat de meest interessante van deze webteksten:
- Twee artikelen over vluchtelingen uit The Brooklyn Rail.
- Over Nuits Debout: van Charles Reeve tot IKS.
Nick Vos ‘Brief uit Nederland’ over vluchtelingen
In het altijd interessante Field Notes in The Brooklyn Rail July-August geeft Nick Vos een handig overzicht van de feitelijke ontwikkelingen in Europa en Nederland: het ontstaan van de verschillende vluchtelingenroutes, de reacties daarop van de EU-landen, de deal van de EU met Erdogan, samenstellingen van de vluchtelingenstroom, reacties van de bevolking, met name in Nederland. Het zou goed zijn dit artikel ook in het Nederlandse te publiceren. In combinatie met het artikel van Baum in hetzelfde juli-augustus nummer van de Rail, levert Nick Vos een goed uitgangspunt voor een nadere analyse en stellingname.
Felix Baum ‘Van Willkommen tot Adieu – Duitsland, de vluchtelingencrisis en het wereldwijde bevolkingsoverschot’
Baum ontrafelt allereerst het psychologiserende beeld van Merkel in de zomer als redder van de vluchtelingen, dat zij zelf tegenover haar beeld als de nieuwe Hitler vanwege haar harde aanpak van het Griekse schuldenprobleem zou willen stellen. Uitgaande van de economische werkelijkheden in Europa en het Midden-Oosten, onderzoekt Baum in From Welcome to Farewell twee verschillende theorieën ter verklaring van de vluchtelingencrisis en de aanpak daarvan in met name Duitsland:
- de theorie van Gegenstandpunkt die vooral Duitse imperialistische overwegingen ziet ten aanzien van de oorlog in Syrië;
- de theorie van ex-Stalinistische Sahra Wagenknecht van Die Linke die pogingen ziet om de vluchtelingen in te zetten als industrieel reserveleger, en daaruit de conclusie trekt … dat de Duitse arbeiders beschermd moeten worden tegen deze ‘oneerlijke concurrentie’ door buitenlandse arbeiders.
Baums conclusie:
“Terwijl degenen die hetzelfde naar voren brengen als de bovengenoemde Sahra Wagenknecht van harte de nationalistische uitsluiting bevestigen die de instinctieve reactie van vele arbeiders vormt, vallen anderen die meer neigen tot humanisme terug op de agenda van het linkse Keynesianisme: economische stimuleringsprogramma’s, het scheppen van banen in de publieke sector, en kortere werktijd om meer mensen te integreren. Daarmee veronderstelt men de spanningen tussen lokale en nieuwe migrantenarbeiders te verlagen. Hoewel de Duitse staat op dit moment nog steeds beschikt over de fiscale ruimte voor een dergelijk plan, zouden de voorgestelde maatregelen direct of indirect de winstgevendheid van het kapitaal drukken en dus, op de lange termijn, op objectieve grenzen stuiten. In plaats van het reproduceren van de 20ste eeuwse illusies van de linkerzijde ten aanzien van de staat, vraagt een passende reactie op de huidige situatie om een nuchtere beoordeling van de grenzen van de heersende productiewijze, grenzen die door de vluchtelingencrisis zelf in een scherp daglicht wordt geplaatst. In dit perspectief wijst deze crisis eens te meer op de achterhaaldheid van het systeem van loonarbeid.”
Nuits Debout
Eveneens in The Brooklyn Rail een interessant artikel van Charles Reeve “After Being Up All Night, We Wake up with a Political Strike”. Het artikel is vaak opvallend dubbelzinnig in zijn formuleringen, alsof de auteur heen en weer geslingerd wordt tussen enthousiasme over ‘radikale’ en ‘nieuwe’ vormen van actie, over een groeiend ‘publiek bewustzijn’ en anderzijds het inzicht dat de Nuits Debouts en allerlei actievormen in de marge van de vakbondacties hebben gediend om de beweging uit te putten. Teleurstellend: van Reeve niets over het ontbreken van eenheid tussen werkende en reeds werkloze arbeiders of studerende toekomstige werklozen, laat staan over de aanvallen van het kapitaal die gepland van land voor land gebeuren. Als illustratie volgt hier de vertaling van een deel van de conclusie:
“Sinds de vakbonden hun diverse en veelzijdige beweging tegen de Arbeidswet zijn begonnen, zijn ze geleidelijk opgesloten in twee soorten logica: één die onvermijdelijk leidt tot onderhandelingen en een andere van straatprotesten met een meer politiek karakter. Tegelijkertijd werd de bezetting van de pleinen minder belangrijk, zelfs als de pleinen blijven dienen als plaatsen voor vergaderingen en gesprekken na de demonstraties. De toppen van de vakbondsbureaucratieën weten dat ze rekening moeten houden met de radicalisering van hun achterban; ze beseffen dat hun basis meer rebelse en minder beheersbaar is dan voorheen. Het bewijs hiervan vormen de acties rond de distributie van elektriciteit tegen gereduceerde prijzen voor miljoenen mensen in de regio Parijs, het saboteren van transportroutes ter ondersteuning van stakingen, het ondersteunen van directe acties tegen goed geselecteerde vijandelijke doelen zoals het vernielen van de kantoren van de Socialistische Partij, het bezetten van de kantoren van werkgevers en van vakbondscollaborateurs, van fabrieken, en zelfs van de particuliere woningen van in de media gevierde kapitalisten. Het vakbondsapparaat weet dat het tijd zal vragen voordat het oproer zichzelf heeft uitgeput, en dat het deze tijd moet gebruiken om achter de schermen te onderhandelen om weer op krachten te komen. Dit gaat over het overleven van de vakbonden en van de heersende klasse. Ondanks haar beperkte intelligentie laat de regering nu in haar verdediging van het algemeen belang zien dat ze weet dat deze vakbondsapparaten onmisbaar blijven voor het reguleren van de sociale vrede.
Tegelijkertijd versterkt de staat de repressie op straat om de meerderheid van de vakbondsleden te isoleren van strijdbare en opstandige activisten. Het is belangrijk om te onderstrepen dat in de loop van deze beweging, de middelen voor politieonderdrukking op straat aanzienlijk zijn toegenomen, in de bezettingen en zelfs voordat de demonstraties begonnen. Van hun kant hebben de Franse vakbonden een lange ervaring met herhaalde massale demonstraties, die ze altijd gebruiken als een tactiek om bewegingen en het enthousiasme van haar militanten uit te putten, en hen naar een omgeving te verplaatsen, waar ze gemakkelijker ingekaderd kunnen worden. Deze keer lijkt de tactiek echter meer moeite te hebben om deze resultaten te bereiken, wat een verder bewijs is van een nieuwe strijdbaarheid. Echter, een oude regel lijkt te worden bevestigd: hoe meer de vakbonden zich concentreren op demonstraties, hoe meer de stakingen hun kracht verliezen. De staatsmacht vergist zich niet wanneer ze zegt, ‘Uiteindelijk was er geen effect op het sociale leven.’
Toch zullen er gevolgen zijn, in het bijzonder van politieke aard, als de maatschappelijke onvrede achter deze lange rebellie wordt genegeerd. Zoals een graffiti het zegt: ‘Links is dood, wij niet!’ Eén van de steeds belangrijker wordende protesten die te voorschijn zijn gekomen, gaan verder dan de normale manier van protesteren, die op onverwachte manieren buiten de platgetreden paden treden van afspraken vooraf tussen de politie en de vakbonden, en die proberen om winkelgebieden in de stad te verstoren. Dit zijn de demonstraties in de marge van het ‘officiële protest’, die de politie onderdrukt met provocaties met als doel op degenen die er aan deelnemen tot criminaliserende acties aan te zetten.”
Daarentegen maakt de IKS in “Union ‘radicalism’ helps impose attacks” een meer realistische analyse van de taakverdeling tussen de verschillende delen van de staat (dus inclusief vakbonden) in het manipuleren, verdelen en demoraliseren van een uiterst zwakke arbeidersklasse in Frankrijk.
-.-
Overname is toegestaan bij vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2016/08/08/over-het-scherm-rolden-augustus-2016/