Turkish Airlines

LogoTA

12-8-2016.

Lieve vader, lieve moeder,

Deze brief zullen jullie nooit lezen.
Misschien had ik ‘m al eerder moeten schrijven.
Al toen ik het benauwd begon te krijgen op ons kleine bovenwoninkje in de Zeeheldenbuurt waar we met zijn vijven opgepropt zaten.
Toch deed ik het niet.
Liever bleef ik op papier zwijgen om te praten met degene die me dit advies gaf.
Maar het bleef bij praten met haar.
De benauwdheid kwam terug wanneer ik probeerde te leren voor een tentamen.

Maar nu heeft het stilzwijgen me overtuigd.

Tijdens onze vakantie was het zwijgen van u vader, van u moeder, van de meeste bezochte familieleden, oorverdovender dan ooit.
Tot hier in het vliegtuig terug naar …, ja wat eigenlijk?
We zwijgen beschaamd over herinneringen die bovenkomen.
Beschaamd over botsende gedachten.
Bang elkaar te kwetsen.
Angst om gekwetst te worden door wie ons lief is.

Maar, met alle respect, ik kan niet langer zwijgen.

Na het weinige dat is gezegd, door grootvader, meer per ongeluk …
Door mijn Turkse neef die me apart nam …
Een kleine opmerking van mijn lieve kleine nichtje …
De dode blik in de ogen van het buurmeisje …
Alles schreeuwt om naar buiten gegooid te worden.
Midden in de schrijnende stilte na het geschreeuw op tv.
Na de luidsprekers op de demonstratieve steunbetuiging voor de man met het snorretje.
Na de leuzen vol haat geschreeuwd door sommigen.
Zonder overtuiging geroepen door anderen.

Het moet er uit.

Op het vliegveld voelden de opgekropte emoties van benauwdheid als de bomgordel van één van die verdwaasde criminele arme duivels, vol verlangen naar verlossing en een plek vlakbij de allerhoogste.
Bijna barstte ik op het vliegveld.
De ambtenaar wierp vanachter zijn balie zuchtend een blik op mijn paspoort – foute nationaliteit voor een jonge Turk.
Met onverschillige woede smeet hij het naar me terug.
Barsten mocht ik, zoals ik straks op Schiphol zal mogen wat betreft de ijzige Marechaussee.

Moeder, nu ben ik u dankbaar dat u het was die ervoor zorgde voor de EU mijn vervangend moederland werd.
En vader, u was het niet daarmee eens, maar ik ben u dankbaar voor het wegslikken van uw vaderlandse trots aan het loket van de burgerlijke stand.
Dankbaar dat ik met jullie kan terugreizen ondanks dat mijn studie me misschien in de ogen van de man met het snorretje tot een intellectueel maakt.

Opgelucht dat ik van mijn veronderstelde vaderland weg kan gaan.
Ondanks dat ik misschien op een of andere lijst sta omdat ik deelnam aan bijeenkomsten met moslims die openheid voor andersdenkenden preekten.
Maar die pijnlijk zwegen in antwoord op mijn vraag naar het Verwegistan van mijn moeder.

Moeder, u kon uw familie niet bezoeken.
Ze weigerden u te ontvangen.
Te veel wolven in de bergen.

Het spijt me voor u.
Voor mij spijt het me niet.
De eindeloze theevisites.
De kaarsjes voor de man met de grote snor die vanaf zijn portret waakt over de vrouwenrevolutie.
De haat van neven en nichten voor de Turken die hun dorpen en wijken bezetten.
Hun vragen die uiteindelijk gaan over wàt ik eigenlijk ben in plaats van wie.

Zorgen om tante in de grote stad die haar baan als lerares kwijt is, terwijl niemand haar kan uitleggen waarom.
“Geloof me, u kunt beter niet navragen.”

Ja, het is triest dat een hele familie omkwam toen een vliegtuig een bom op hun huis wierp.
Maar is het erger omdat het een Turkse bom was op een Turks huis?
Eigen volk eerst, of ‘friendly fire’?

Het spijt me vader, de teleurstelling in uw ogen te zien.
Omdat het niet waar blijkt te zijn dat we allen Turken zijn.
Turkije: een halve maan en een ster gekerfd in de buik van Opa’s buurmeisje.
De boodschap van AK aan een Azeri-meisje.

Verdriet om onze neef die de pech had om door de commandant van zijn tankbataljon de straat op gestuurd te worden.
Door hooligans uit het luik gesleurd en doodgeknuppeld.

Uw spijt ook, met terugwerkend zwijgen, vanwege uw grote woorden na de aanslagen in Istanboel.
Terwijl moeder geen woord meer kon zeggen, vol angst dat het een neef of nicht was die zich opblies voor de zaak van de grote snor.

De ingehouden woede wanneer we net als iedereen – “het is voor Opa” – naar het plein gaan om de overwinning van de democratie op het terrorisme te vieren.
En te bedanken voor de welvaart op afbetaling gekocht met van Wallstreet geleend geld dat onze neven tot bouwvakkers maakte.
Dankuwel, man met de kleine snor, voor de gevangenissen die u bouwde van tankwagens olie van IS.
Dank voor de oorlog die u nu voert voor Russisch gas.
Dankuwel alvast voor de miljarden Euro’s in ruil voor het veranderen van Syrische vluchtelingen in goedkopere arbeiders dan mijn neven.

Dank ook aan het land van mijn paspoort, dat u mijn vader geheel belangeloos veranderde van kleermaker in een arbeider die goedkoper pindakaas maakt dan Hollandse arbeiders.
Bedankt ook voor de vrijheid van meningsuiting van het valse blondje zonder snor zodat mijn vader voor zijn collega’s als moslim werd weggezet.
Vader, ik begrijp wel waarom u de moskee ging bezoeken en eiste dat mijn moeder een hoofddoek droeg, maar vraag niet dat ik u volg.

Bedankt Nederland, dat u gedoogde dat mijn moeder 10 uur per dag in een illegaal confectieatelier haar ogen en rug verpestte.
Bedankt Nederland, dat het atelier werd ontdekt, toen de eigenaren het naar India wilden verplaatsen.
Bedankt grote geld, dat mijn vader geen pindalucht meer naar huis hoefde te brengen, toen arbeiders in Polen goedkoper bleken.

Bedankt voor alle leraren die me uitlegden dat internationale arbeidsverdeling welvaart voor iedereen is.
Dat democratie en mensenrechten ultieme vrijheid garanderen.
En dat ik als kosmopolitische burger vooral moet blijven solliciteren.

Ik denk dat ik een ander land ga zoeken.
Nee geen vaderland of moederland.
Geen staat meer, geen land waar alles draait om geld, geen oorlog.
Een land waar de bewoners begrijpen dat ze hetzelfde lot dragen van onzekere baantjes en karige uitkeringen.
Een land met bewoners zoals de collega’s met wie mijn ouders goed konden omgaan, gewoon omdat ze net als hen arbeiders waren.
Zoals ik goed kan omgaan met sommige medestudenten, die niet vragen waar ik eigenlijk vandaan kom, maar met wie ik over onze onzekere toekomst kan praten.

Voortaan zal ik praatjes over god, vaderland of moederland beleefd aanhoren.
Om dan te vragen hoe deze helpen de huur of hypotheek te betalen.
Of het eigen risico.Hoe dat soort praatjes zorgt voor de oude dag van onze ouders of de toekomst van onze kinderen.

Een andere wereld door te wonen in dit land van nog werkende en al werkloze arbeiders, waar god een privé-zaak is en nationaliteit een achterhaald iets uit het verleden.

-.-

Disclaimer: elke overeenkomst met levende of overleden personen berust geheel op toeval.

Meer lezen: Klassenstrijd en natie.

Deze tekst mag in zijn geheel worden overgenomen met vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2016/08/12/turkish-airlines/

Of verspreid bijgaand pdf-bestanden

Turkish Airlines

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s