Gebrek aan inkomen onder jongeren

Jongeren in Nederland zijn in 2016 minder zelfstandig dan in het begin van de jaren 2000. Dat betekent afhankelijk zijn van tijdelijke en gedeeltelijke baantjes, uiteindelijk afhankelijk zijn van ouders, niet zelfstandig kunnen wonen en niet kunnen deelnemen aan een geaccepteerd sociaal leven.

Daarmee wordt een groot gedeelte van de 20-ers en zelfs 30-ers buiten de maatschappij gestoten. Deskundigen – zoals Salverda in Trouw van 9 september – spreken van ‘jeugdwerkloosheid’ en noemde deze ‘ernstig’, ‘een bedreiging voor de maatschappij’.

Na vluchtelingen en terroristen, is het nu de jeugd die voor ‘onveiligheid’ zorgt?

occupy-wall-street
Na ‘Occupy’ hetzelfde liedje….

Trouw heeft bij CBS cijfers opgevraagd over ‘economische zelfstandigheid’ van diverse leeftijdsgroepen, gedefinieerd als ‘voldoende eigen inkomen om van rond te komen.’ Hieruit kan de verrassende conclusie worden getrokken dat wie NIET ‘economisch zelfstandig’ is, objectief gezien een werkloze loonarbeider is zonder uitkering of een werkende loonarbeider met een loon onder het bestaansminimum. Op school leerde ik (lang geleden) dat volgens Marx ‘Verelendungstheorie’ een groot deel van de bevolking in deze situatie zou terecht komen en dat deze theorie duidelijk foutief was. Welnu, ‘QED’, wat te bewijzen was.

Eerst de cijfers:


zelf een huishouden kunnen draaien
                                                         2001      2014

25-30 jaar                                       75%       65%

30-40 jaar                                    ±75%       75%

40-50 jaar                                    ±75%       75%

50-55 jaar                                     ±75%      75%

55-60 jaar                                      60%      71%

M+V60+jaar                                  52%      64%

V 60+ jaar                                      23%      43%

NB het CBS telt mensen met een uitkering niet mee. Maar ieder die ooit een uitkering op het minimum heeft ‘genoten’ weet dat het vrijwel onmogelijk is om daarvan rond te komen.

Tijdens hun studie hebben veel jongeren onzekere bijbaantjes tegen jeugdminimumloon. Op het moment dat ze volwassenloon zouden kunnen verdienen (na de Tweede Wereldoorlog gesteld op de toe al volkomen onrealistische leeftijd van 23 jaar), verliezen ze hun baan. Rond het afstuderen is in steeds meer bedrijfstakken sprake van nauwelijks betaalde (‘vergoeding’) of zelfs onbetaalde ‘stages’, ’afstudeeropdrachten’ en ‘werkervaringsplekken’.

Is er dan hoop bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar? Trouw suggereert dat met verwijzing naar de cijfers hierboven. Die veronderstelling is slechts gebaseerd op de hoop dat de economie de komende jaren werkgelegenheid kan scheppen. Algemeen wordt aangenomen dat zelfs bij een uiterst onwaarschijnlijke economisch ‘groei’ de werkgelegenheid verder zal dalen.

Gaat het de ouderen dan beter dan de jongeren? Onderdaad zijn meer 55+ers op de werkvloer te vinden door het afschaffen van de VUT-regelingen en het verhogen van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 en straks zelfs 71 jaar. Voor menigeen betekent dat werken tot de dood, en voor de huidige jongeren levenslange baanonzekerheid. De ‘emancipatie’ speelt ook een rol, zo heeft Trouw uitgevogeld: het aantal vrouwen van 60+ met een baan steeg van 23% in 2001 naar 43% in 2014.

Cijfers van 2015 en begin 2016 zijn er nog niet maar volgens het CBS is het aantal voltijd werkende jongeren verder afgenomen.

Nederland beantwoordt met het dalende inkomen van jongeren aan een wereldwijde trend: 38% van de jongeren onder de 25 leeft onder de armoedegrens.

Hoog tijd dat jongeren in Nederland zich realiseren dat zij  – vol- of deeltijd werkend of werkloos – zich in de positie bevinden van loonarbeiders.

Van deze klasse zei Marx in zijn jonge jaren het volgende:

(1) In de ontwikkeling van de productiekrachten breekt een fase aan, waarin productiekrachten en verkeersmiddelen in het leven worden geroepen, die onder de bestaande verhoudingen slechts onheil stichten en geen productieve maar destructieve krachten zijn (machinerie en geld); en in samenhang daarmee ontstaat er een klasse die alle lasten van de maatschappij moet dragen zonder haar voordelen te genieten, die uit de maatschappij verdreven en in de scherpste tegenstelling tot alle overige klassen wordt gedrongen; een klasse die de meerderheid van alle leden van de maatschappij vormt en waaruit het bewustzijn ontstaat van de noodzaak van een fundamentele revolutie, het communistisch bewustzijn, dat zich natuurlijk ook onder de andere klassen kan ontwikkelen op grond van de aanschouwing van de positie van deze klasse.

(2) De voorwaarden waaronder bepaalde productiekrachten aangewend kunnen worden, zijn die van de heerschappij van een bepaalde maatschappelijke klasse wier sociale macht, die op haar eigendom berust, telkens zijn praktisch-idealistische uitdrukking in de staatsvorm vindt; en daarom is iedere revolutionaire strijd tegen een klasse gericht, die tot dan toe aan de macht was.

(3) In alle revoluties tot dusver bleef de aard van de werkzaamheid altijd onaangetast en ging het slechts om een andere verdeling van deze werkzaamheid, om een nieuwe verdeling van de arbeid aan andere personen, terwijl de communistische revolutie gericht is tegen de wijze waarop de werkzaamheid tot dusver plaatsvindt: zij schaft de arbeid af en heft de heerschappij van alle klassen met de klassen zelf op, omdat zij tot stand gebracht wordt door die klasse, die in de maatschappij niet meer tot de klassen wordt gerekend, niet als klasse erkend wordt en binnen de huidige maatschappij reeds de uitdrukking van de ontbinding van alle klassen, nationaliteiten enz. is; en

(4) Zowel voor het ontstaan van het communistisch bewustzijn op massale schaal, als voor het welslagen van de zaak zelf is een massale verandering van de mensen nodig, een verandering die alleen in een praktische beweging, in een revolutie plaats kan vinden; de revolutie is dus noodzakelijk, niet alleen omdat de heersende klasse op geen enkele andere manier omvergeworpen kan worden, maar ook omdat de klasse die haar omverwerpt er alleen in een revolutie in kan slagen zich van heel de oude troep te bevrijden en in staat kan zijn de maatschappij op een nieuwe grondslag te stellen.

Marx/Engels ‘De Duitse ideologie

Een andere wereld, met een toekomst voor jong en oud, komt niet vanzelf. Organisatie en bewustzijn kunnen alleen ontstaan door de koppen bij elkaar te steken en te komen tot begrip van de situatie als delen van de arbeidersklasse.

Overname van het gehele artikel is toegestaan bij vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2016/09/10/gebrek-aan-inkomen-onder-jongeren/

Gebrek aan inkomen onder jongeren

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s