Bangladesh: achter de cosmetische camouflage een nieuwe stakingsgolf in de kledingsector

Door Red Marriott

Vertaald van http://libcom.org/news/behind-camouflage-new-strike-wave-bangladeshi-garment-sector-31122016

1strikes-ashulia-dec2016_0

Na een periode van betrekkelijke rust na de fabrieksramp van 2013 waarbij het Rana Plaza-gebouw instortte, is nieuwe strijd ontstaan in de confectie-ateliers.

Sinds de ramp van Rana Plaza in 2013 – waarbij een gelijknamige slecht gebouwde confectiefabriek instortte en 1200 doden en 2700 gewonden vielen (zie eerdere artikelen)[1] – hebben er veranderingen plaatsgevonden in de Bengalese kledingindustrie. Te midden van de mengeling van geschoktheid, verontwaardiging en schaamte die wereldwijd ontstond door het bekend worden van moorddadige arbeidsomstandigheden, en onder druk van toonaangevende kledingmerken, westerse regeringen, vakbonden en ngo’s (niet-goevernementele organisaties) werden een aantal hervormingen geïntroduceerd.

Dit alles vond plaats in een ruimer klimaat van toenemende politieke repressie door de Bengalese regering tegen oppositiepartijen en islamitische militanten – waarbij deze oppositie wordt gebruikt als een handig voorwendsel voor een veralgemening van autoritaire maatregelen en van militarisering van de bredere maatschappij. [2] De hervormingen in de kledingindustrie [3] en het strengere politieoptreden dienden waarschijnlijk tegelijkertijd om de strijd in de kledingindustrie in de afgelopen jaren het zwijgen op te leggen. De hardere houding van de staat ten opzichte van de media die melding maken van arbeidsonrust lijkt ook van belang, zoals we later in dit artikel zullen zien.

Industriegebied van Ashulia, Dhaka – 12 december; honderden confectie-arbeiders van verschillende ateliers verlaten in staking de bedrijven. Ze eisen een onmiddellijke verhoging van het minimumloon van Taka 5.300 (€ 63) naar Taka 15.000 (€ 180), met de klacht dat de forse verhogingen van de voedselprijzen en van de huren het bijna onmogelijk maken om te leven van het huidige loon. Ze protesteren ook tegen gevaarlijke arbeidsomstandigheden en tegen problemen met het betaald krijgen van lonen. Terwijl arbeiders demonstreren, verspreidt de beweging zich door het industrieterrein vol confectieateliers. ——————-

Er zijn berichten dat de “Garment Sramik Front”-vakbond na een vergadering op 25 november pamfletten heeft verspreid met de eis van een verhoging van het minimumloon naar Tk 15.000 en dat deze eis vervolgens door de arbeiders werd overgenomen, wat ertoe leidde dat de arbeiders de bedrijven uit liepen. Dit is mogelijk, maar er zijn andere mogelijkheden:

1) Dat de vakbond invloedrijker wil lijken dan werkelijk het geval is. Het kan zijn dat het pamflet de vonk was die de opgekropte emoties tot uitbarsting bracht. Maar dat betekent nog niet dat de vakbond de gebeurtenissen in de hand had.

2) Dat de staat en de bazen willen voordoen dat de vakbond meer invloed heeft dan in werkelijkheid het geval is, en dat de onlusten te wijten zijn aan ‘agitatoren van buitenaf’ en aldus te beweren dat niet echt sprake was van klachten van arbeiders. Ondanks herhaalde jarenlange beweringen over agitatoren van buitenaf, is daarvoor nooit enig hard bewijs geleverd en evenmin zijn deze mysterieuze agenten ooit strafrechtelijk vervolgd.

3) Dat de eis tot een verhoging naar Tk 15.000 al werd besproken bij de arbeiders en dat de vakbonden deze opgepikt hebben en verwerkt in hun pamflet. Het pamflet werd verspreid, maar het duurde twee en een halve week voordat de staking uitbrak. De vakbonden hebben de eis van een loonsverhoging pas op 22 december aan de werkgeversfederatie BGMEA verstuurd, tien dagen nadat de staking begon. Als zij de initiatiefnemers waren, zou je verwachten dat de vakbond de looneis al eerder bij het management officieel neergelegd zou hebben.

Sommige arbeiders zeiden dat ze in eerste instantie niet op de hoogte waren van de stakingseisen, maar dat ze zich hoe dan ook graag bij de staking aansloten, of daartoe waren gedwongen door andere arbeiders.

21 December; werkgevers reageren binnen een paar dagen met het sluiten van het van de 85 kledingfabrieken in het industriegebied en het uitsluiten van 200.000 arbeiders. Alle arbeidersdemonstraties zijn verboden en een paramilitaire bezetting van het industriegebied begint: 1.000 man bedrijfspolitie, 900 man gewone politie en 15 pelotons van de paramilitaire Bangladesh Grenswacht en het Snelle Interventie Bataljon zijn ingezet om de onrust de kop in te drukken. Bazen en politie hebben 1.500 arbeiders in staat van beschuldiging gesteld en 1.500 zijn ontslagen. Vanwege invallen en arrestaties op vakbondskantoren en woningen van arbeiders, zijn velen van het werk gebleven en een aantal vakbondsactivisten en militante arbeiders zijn ondergedoken.

2ashulia-cops

27 December; de bazen heropenen de fabrieken en het werk wordt hervat. Zo’n 15.000 arbeiders zijn niet teruggekeerd naar het werk. Ze vrezen vergelding en mogelijke vervolging. Velen zijn teruggekeerd naar hun geboortedorpen. De meesten hiervan zullen alle loon dat ze nog tegoed hebben verliezen.

Hoe een minimumloon inkomen kan minimaliseren

Een deel van de arbeiders die dinsdag in Ashulia protesteerden, vertelde de Dhaka Tribune dat hun fabrieken hen al geruime tijd verschillende vergoedingen en voordelen hadden onthouden waarop ze recht hadden.

Sommigen maakten melding van martelingen door het management die arbeiders het leven had gekost. Anderen zeiden dat hun werkomgeving onveilig was en dat er geen schadeloosstellingen waren bij arbeidsongevallen. Sommige arbeiders zeiden dat ze salarisverhoging nodig hadden als aanpassing aan de stijgende marktprijzen en woninghuren. http://www.dhakatribune.com/bangladesh/2016/12/22/what-are-the- ashulia-protests-about/

Na de ramp met Rana Plaza steeg het minimumloon met 76% en werd een mechanisme voor een vijfjaarlijkse prijscompensatie ingevoerd. Sommige onwetende waarnemers waren wat te snel om dit te aan prijzen als een absolute grote overwinning zonder te kijken naar de fijne details van het juridisch raamwerk en de relatie met de stijgende kosten van levensonderhoud. Zoals we destijds hebben opgemerkt:

Als we de onderdelen van de loonstijging analyseren, dan zien we dat het cijfer van 76% niet helemaal is wat het lijkt. We zullen ook zien waarom vele duizenden arbeiders tijdens en na de onderhandelingen tegen de overeenkomst doorgingen met staken en gewelddadige acties. Voor hen is het niet de gewenste ‘overwinning’.

Ten eerste ligt de Taka 5.300 ($67) overeenkomst over het maandloon ver onder de Tk 8.114 ($103) die op grote schaal werd geëist door arbeiders, wat op zich al aan de lage kant lag van wat kan worden beschouwd als een minimumloon waarvan je kan rondkomen. Een deel van de arbeidsovereenkomst betreft een jaarlijkse verhoging met 5%, maar, zoals de onderstaande grafiek laat zien, is de inflatie in de afgelopen maanden tot 7 – 12% opgelopen.

De huidige overeenkomst zou dus kunnen worden gezien als een poging om arbeiders te verbinden aan een jaarlijkse loonstijging beneden de ontwikkeling van de inflatie – wat neerkomt op een langdurige achteruitgang van de reële inkomens.

Nog ernstiger is dat de Tk 5.300 in totaal bestaat uit verschillende onderdelen; voor beginnende arbeiders zou dit uiteenvallen in Tk 3.000 basisloon, Tk 1.280 woninghuur, Tk 320 medische toelage, Tk 200 vervoersvergoeding en Tk 500 voedselsubsidie. (De verhouding voor de hogere salarisklassen zijn vergelijkbaar.) Als enige wordt de Tk 3.000 beschouwd als feitelijk loon (in plaats van uitkering) en daarom zal dit bedrag de vergoedingen voor overwerk bepalen in plaats van het bedrag van TK 5.300. Dit is tijdens de onderhandelingen een bron van geschillen tussen werkgevers en de vakbonden geweest – en werd des te meer een geschilpunt toen de regering de salariscommissie doorkruiste en aan de bazen de concessie deed dat het basisloon Tk 3.000 was in plaats van de Tk 3.200 die al waren overeengekomen tijdens de onderhandelingen. Minister van Arbeid Rajiuddin Ahmed Raju heeft al laten weten dat “de salariscommissie voorzieningen heeft getroffen voor salarisstijgingen, te berekenen als 5 procent van het basisloon van Tk 3.000.” (The New Nation – 15 november 2013) (1)

Daarom kan het basisloon-deel van Tk 3.000 jaarlijks met 5% stijgen – maar het deel van Tk 2.300 aan vergoedingen in de totale Tk 5.300 aan loon blijft, zoals de bazen het wilden, bevroren op het huidige niveau, waardoor de waarde ervan al snel weggevreten wordt door de prijsstijgingen. We durven te voorspellen dat volgend jaar er wellicht een conflict zal zijn over de interpretatie van deze overeenkomst.

http://libcom.org/news/highs-lows-wage-rise-new-garment-minimum- wage-20112013

Het heeft in feite drie jaar geduurd voordat de beperkingen van deze overeenkomst tot het uitbarsten van een oproer leidde. De stijging van de voedselprijzen en de woonlasten vernietigen snel de eerdere vooruitgang en de loon-evaluatie met de federatie van confectiewerkgevers BGMEA is vastgesteld voor pas 2018, en de regering weigert eerdere wijzigingen. Ze hebben gesteld dat ze over zouden gaan tot het bevriezen van de lokale huurprijzen, maar ze hebben zich geen duidelijke wettelijke bevoegdheden gegeven om dit af te dwingen.

BGMEA-voorzitter Siddiqur … zei dat de woninghuur in de regio Ashulia – waar de meeste arbeiders wonen – in de komende drie jaar niet zal worden verhoogd en als ze wel wordt verhoogd, zal de BGMEA de zaak bekijken en de nodige stappen ondernemen. http://www.dhakatribune.com/business/2016/12/25/rmg-factory-owners- likely-reopen-monday/

De kledingindustrie is de grootste werkgever van het land en goed voor 80% van de export van in totaal $28 miljard en van enorme winsten. De export blijft groeien, dit jaar met 9%. De verklaring van de BGMEA over de huren geeft aan dat het binnen de macht van de confectiebazen als een fractie van de heersende klasse ligt om voor hun winsten druk uit te oefenen op de lokale verhuurders teneinde de kosten van levensonderhoud van het confectiearbeiders te subsidiëren. De huisjesmelkers moeten in hun winst snijden om die van confectiebazen te beschermen. Dit in aanvulling op de verschillende flinke subsidies en belastingvoordelen die de bedrijfstak door de jaren heen van de staat heeft ontvangen, en die alle hebben bijgedragen tot de enorme rijkdom en luxe levensstijl van de confectiebazen.

3rmg_factory

Maar het is waarschijnlijk dat de BGMEA de stop op de huren op een soortgelijke manier zal toepassen zoals zij en haar leden het minimumloon hebben ‘afgedwongen’.

Helaas moeten de eigenaren van de confectie-industrie van het land nog handelen in de geest van het minimumloon. Na de herziening van het minimumloon in 2013, verhoogden veel fabrieken de productiestreefcijfers per uur of per dag en sommigen dwongen overwerk af. Dergelijke maatregelen ter compensatie van de ‘extra loonbetalingen’ gaat ook in tegen de fundamentele rechten van de arbeiders. http://print.thefinancialexpress-bd.com/2016/12/29/160562
[4]

Inmiddels moeten de textielarbeiders verder de intensieve en wrede uitbuiting ondergaan die de rijkdom van de bazen heeft opgebouwd en onderhoudt. Door de Rana Plaza-ramp zijn er veel nieuwe regels en richtlijnen, voornamelijk geïnitieerd, uitgevoerd en begeleid door Westerse vakbonden en overheden, Ngo’s en de mondiale kledingmerken – die allen bezorgd zijn over de sociale stabiliteit en groei in het land [5] en voor reputatieschade aan toonaangevende modemerken. De meeste van de confectiefabrieken zijn onderzocht op structurele deugdelijkheid en brandveiligheid. Een paar grote ondernemingen zijn geprezen voor het ‘groener’ worden van fabrieken en implementeren van minder vervuilende productieprocessen. Al deze verbeteringen van de infrastructuur zijn ten gunste van de winstgevendheid van de bedrijfstak op lange termijn. Maar vanuit een menselijk oogpunt is veel ervan slechts van cosmetische aard. Een recent rapport beschrijft de toestand van de arbeiders als volgt:

Arbeiders in de confectie-industrie (RMG) van het land werken in een situatie van misbruik, die volgens een recent ngo-rapport in 2016 verder is verslechterd vergeleken met die van de drie jaar daarvoor.

Ongeveer 91 procent van de ondervraagde arbeiders, ongeacht hun geslacht, worden soms of vaak in de confectie-ateliers geconfronteerd met misbruik, in vergelijking met 61 procent in 2013 …

Van fabrieksmanagers en directe leidinggevenden wordt gemeld dat ze verbaal intimideren en arbeiders onder druk zetten om opdrachten te voltooien met behulp van grove taal en schelden, waaronder seksuele insinuaties, zo zegt het verslag.

Arbeiders klagen dat ze worden gedwongen om overuren te maken of wanneer ze onwel zijn, gewoon productiedoelen te halen. …

Volgens het rapport weigeren bedrijfsleidingen de arbeiders zwangerschaps- en ziekteverlof te geven, en betalen ze achterstallig loon te laat of helemaal niet uit.

Naast de ontbering op het werk kampen de arbeiders met slechte leefomstandigheden, en de hoge huren slokken een aanzienlijk bedrag van het maandelijkse loon van de arbeiders op, zo de toont de studie ook aan.

Dit betekent een enorme financiële last voor de arbeiders, aangezien elk van hen maandelijks meer dan Tk 2.500 voor hun onderkomen betaalt van een gemiddeld salaris (zonder overuren) van Tk 6183, een bedrag dat onder de nationale armoedegrens ligt.

Het rapport stelt dat de lage lonen van arbeiders de belangrijkste factor is van het concurrentievermogen van de confectiesector van het land sinds het aflopen van de het Multi Vezel Akkoord.

Bovendien wordt het minimumloon niet aan alle geïnterviewde arbeiders uitgekeerd. Een 7,6 procent van de arbeiders verdient minder dan het wettelijk vastgestelde minimumloon van Tk 5300, afgezien van overuren, zo toont het rapport aan. http://print.thefinancialexpress-bd.com/2016/12/16/159567

4ashulia-garmentes-unrest-pic-2-690x450

De belanghebbende westerse mogendheden die de mogelijkheid hebben tot pressie en beïnvloeding van de plaatselijke confectiebazen – regeringen, vakbonden, kopers, verkoopkanalen etc. – hebben zich geconcentreerd op infrastructurele verbeteringen aan gebouwen en apparatuur in de hoop om nog een gênante ramp te vermijden. Een nieuwe procedure voor het vaststellen van een minimumloon is vastgesteld, evenals een fabrieksinspectieprogramma. Maar dit is allemaal gericht op het uiterlijk, op wat bevorderlijk is voor het beste beeld voor hun wereldwijde consumentenmerken en het voorkomen van reputatieschade. Zonder adequate handhaving is dit allemaal van cosmetische aard om de werkelijkheid van uitbuiting te verbergen. De belangrijkste inkopers van deze merken zijn niet geïnteresseerd in het verminderen van hun winsten door aan te dringen op een realistisch minimumloon voor de arbeiders of het betalen van een beetje meer om het helpen mogelijk te maken. Evenmin hebben zij hard aangedrongen op de daadwerkelijke handhaving van de veiligheidswetten ter bescherming van de werknemer en zijn behandeling op de werkplek.

De nieuwe vakbonden

Een van de hervormingen na Rana was het recht van textielarbeiders op een vakbondsvertegenwoordiging op de werkplek. Er zijn verschillende beschuldigingen geweest van het opwerpen van obstakels bij het registreren van nieuwe vakbonden bij de staat, van ontslag en intimidatie van leden en activisten van de vakbond en poging tot monopolisering van organisatie door Amerikaanse ngo’s [6]. Hoewel er nu naar schatting 15-20 vakbonden actief zijn in de regio Ashulia, lijkt hun invloed beperkt. De recente stakingen waren de wilde stakingen en zowel werkgevers als vakbonden klaagden dat ze werden omzeild door de arbeiders door geen eisen te stellen bij het naar buiten lopen van de bedrijven, zoals de wet dat vereist. De textielarbeiders van Bangladesh hebben tientallen jaren ervaring met wilde stakingen en door de koppige terughoudendheid van de bazen om vakbonden te aanvaarden, wordt deze cultuur van wilde stakingen waarschijnlijk voortgezet. De reformistische en legalistische visie van de aspirant-vakbondsbureaucraten is hoe dan ook over het algemeen niet in overeenstemming met deze zelf-georganiseerde wilde stakingstradities, en hun pogingen om deze te institutionaliseren en te temmen, zijn tot nu toe niet erg succesvol geweest. Dit is niet in tegenspraak met de waarschijnlijkheid dat binnen de wilde stakingen er nu meer invloed is van de basis van vakbondsmilitanten, misschien enigszins vergelijkbaar met de ‘onofficiële’ rol die de Europese vakbondsbasis heeft gehad in wilde stakingen. Maar onder de omstandigheden van Bangladesh zijn alle stakingen tot nu toe wilde stakingen – er is geen vergelijkbare gevestigde vakbondsaanwezigheid op de werkvloer en de organisatie moet zowel meer spontaan als meer clandestien zijn.

5bgb-ashulia-dec2016

Zoals we al schreven in 2013:

Met de volledige rechten voor de vakbeweging die onlangs zijn toegekend in het kader van de hervormingen, hebben meer nu dan vijftig vakbonden zichzelf opgeworpen als zelfbenoemde vertegenwoordigers van de belangen van de textielarbeiders. Toch zijn de meeste van hen louter hulptroepen van de kleine linkse partijen met weinig leden en weinig of geen ervaring met het functioneren als onderhandelaars op de arbeidsplaats. De meeste vakbondsleiders zijn geen textielarbeiders en zijn dat zelf nooit geweest, maar het zijn kaderleden van een partij of ze zijn verbonden aan ngo’s als academicus, advocaat enz. Zij zien voor zichzelf een rol weggelegd als typische middenklasse professionals: bemiddelen in het belang van sociale vrede en bemiddeling tussen de eisen van de arbeiders, de kapitalisten en de staat. Ze delen met al deze klassen die boven de arbeiders staan het doel van economische ontwikkeling en productiviteit en willen de arbeidskracht van de werkers inzetten voor de nationale staat en de opbouw van de economie. Zij streven slechts naar het matigen van de onvermijdelijke klassenstrijd die het gevolg is van de uitbuiting van de arbeidersklasse. Ze willen, voor zover mogelijk, de vervreemde arbeid van de loonslaaf ‘humaniseren’. Zij streven naar het ontwikkelen van meer moderne en meer productieve vormen van vervreemding. De vestiging van de legitimiteit van hun eigen bemiddelings- en vertegenwoordigende functies maakt deel uit van deze modernisering.

… De vakbonden staan te popelen om de bazen, de staat, de ‘publieke opinie’ etc. er van te overtuigen het de moeite waard is om met hen te onderhandelen, en dat ze ‘organisaties met verantwoordelijkheidsbesef’ zijn die een ordelijk personeelsbestand kunnen leveren, zodat ze regelmatig kunnen aandringen op een ordelijke terugkeer naar het werk, om overeenkomsten te aanvaarden, etc. http://libcom.org/news/highs-lows-wage-rise-new- garment-minimum-loon-20112013

In dit vroege stadium van vakbondsorganisatie binnen de bedrijfstak blijven de diverse concurrerende vakbonden klein, waarbij de meeste verbonden zijn aan een aantal kleine linkse partijen. Hun verklaringen weerspiegelen vaak een zoektocht naar legitimiteit in de ogen van zowel arbeiders als werkgevers om als ‘verantwoordelijke’ organisaties in staat te zijn om een bemiddelende rol te spelen. Sommige vakbondsleiders roepen al snel op tot een werkhervatting en om het stellen van eisen en onderhandelingen over te laten aan hen.

“De fabriekssluitingen schaden zowel de arbeiders als de eigenaren, evenals de economie van het land. Dat is de reden waarom we de BGMEA hebben aangespoord om bijeen te komen om de impasse op te lossen”, zo vertelde secretaris-generaal [vakbondsleider] Arafat Jakaria SonJoy van de Sramik Karmachari Confectie Federation aan de Dhaka Tribune.

“Ik denk dat de georganiseerde vakbonden niet direct met de staking te maken hadden, en dat het geen juiste beslissing was om in staking te gaan zonder een lijst met eisen op te stellen” zei Arafat, eraan toevoegend dat de vakbonden die naar verluidt betrokken zijn bij de staking, niet staan geregistreerd.

http://www.dhakatribune.com/business/2016/12/25/bgmea-urged-hold- talks-workers-leaders-end-crisis/

Een dergelijke reformistische en legalistische aanpak maakt deel uit van de ideologie en de functie van de vakbonden als makelaar van de arbeidskracht voor de bazen, bemiddelaars in de klassenstrijd. (De matiging is waarschijnlijk ook bedoeld om aan te tonen dat deze vakbondsleiders niet voor arrestatie in aanmerking komen.) Er vindt misschien nu een verschuiving plaats bij sommige confectiebazen die beginnen het mogelijke nut van vakbonden in te zien als een instrument om meer controle te krijgen over arbeidsconflicten en onderhandelingen gemakkelijker te maken – maar tegelijkertijd lijken ze niet ervan overtuigd dat de vakbonden voldoende invloed onder de arbeiders hebben om deze dienst te leveren.

6rmg-workers-690x450

Mediacensuur

Op 23 december wordt Nazmul Huda, een televisie- en krantenjournalist gearresteerd die regelmatig verslag deed van de arbeidsonrust in Ashulia. De politie beschuldigt hem van het plaatsen van valse nieuwsberichten en het aanzetten van arbeiders tot het scheppen van anarchie.

“Hij is een beschuldigd van het aanzetten tot onrust onder de textielarbeiders, het houden van geheime vergaderingen met zeven vakbondsleiders die we hebben opgepakt, met het doel om de regering te destabiliseren”, aldus districtsleider van de politie van Dhaka, hoofdcommissaris SM Shafiur Rahman.

Hij zei dat bij het politiebureau van Ashulia een klacht is ingediend in het kader van de Bijzondere Volmachten-wet, waarin Huda wordt beschuldigd van het verspreiden van vals en provocerend nieuws via de televisie, de media en een aantal Facebook-accounts. http://www.observerbd.com/details.php?id=49969

Hij wordt aangeklaagd op grond van de Wet Bijzondere Volmachten – een algemene wetgeving voor de noodtoestand met brede repressieve bevoegdheden – en artikel 57 van de Wet Informatie en Communicatie Technologie, die lijkt op een wet op de cybercriminaliteit waar van alles onder valt en die van pas komt voor staatsonderdrukking van ongewenste standpunten.

De afgelopen twee jaar zien we een algemene onderdrukking door de overheid van alle uitingen van enig verzet of van berichtgeving door de oppositie. Kranten zijn gesloten en journalisten worden lastig gevallen, terwijl social media steeds strenger worden gecontroleerd door de staat met registraties en censuur. In deze slechts in woorden parlementaire democratie is wat normaal is in de burgerlijke democratie, een kwetsbaar “recht” – vaak ingetrokken, geschorst of zonder inhoud. Verschillende atheïstische en seculiere bloggers zijn daarnaast vermoord door islamitische militanten, net als tal van andere critici van fundamentalisme. Na toenemende kritiek zijn enkele arrestaties verricht van vermeende islamitische aanvallers, maar bloggers zijn ook vervolgd voor ‘het belasteren van religieuze groepen’ en websites werden gesloten. [7]

Niets is opgelost

De stakingen zijn beëindigd en de arbeiders en vakbondsmilitanten die niet in de gevangenis zitten, zich verbergen, op de vlucht zijn geslagen of ontslagen, zijn weer aan het werk. Maar de wrok blijft, net als de materiële omstandigheden die daartoe aanleiding geven. De huidige beweging toont de grenzen en de cosmetische aard van veel van de hervormingen sinds 2013. Zonder adequate handhaving blijven vele van de wettelijke “rechten” van de arbeiders dode letter. Ze worden gebruikt als camouflage door westerse kledingmerken om zich vrij te pleiten van schuld en om hun merkenimago uit de buurt te houden van ‘sweatshop uitbuiting’. Het is een teken van voortdurende collectieve kracht en vastberadenheid van de textielarbeiders dat ze, zelfs onder de huidige omstandigheden van onderdrukking, nog steeds op grote schaal hun eigen verzet kunnen organiseren.

Noten

[1] http://libcom.org/news/house-cards-savar-building-collapse-26042013 http://libcom.org/news/legacy-dead-savar-collapse-part-2-24052013

[2] Voor de meldingen van politiegeweld en de toenemende politieke repressie, zie: http://odhikar.org/annual-human-rights-report-2015-odhikar-report-on- bangladesh/

[3] Bijvoorbeeld een strengere aanpak voor het registreren van alle arbeiders op de werkplek, het gebruik van ID etc. – dit kan enige legale voordelen voor de arbeiders met zich meebrengen, maar waarschijnlijk maakt het werkgevers ook gemakkelijker om militante arbeiders op een zwarte lijst te plaatsen.

[4] Het artikel vervolgt: Een recent rapport (augustus 2016) van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft gezegd dat niet-naleving van het minimumloon in de kledingindustrie van Azië wijdverbreid is. De niet-naleving bedraagt 50,7 procent in India, 25,6 procent in Cambodja en 6,6 procent in Vietnam. Interessant is dat uit de studie bleek dat de steekproefomvang van het onderzoek in Bangladesh en Laos ‘onvoldoende is om statistisch betrouwbare schattingen van niet-naleving van de regels in de kledingindustrie van deze twee landen te genereren’. http://print.thefinancialexpress-bd.com/2016/12/29/160562

Dit geeft aan hoe zwak en / of halfslachtige de druk vaak is van westerse hervormers en verkoopketens als het gaat om de oosterse kledingindustrie.

[5] Als een parlementaire democratie (zelfs als deze zeer corrupt is en de democratie periodiek wordt geschorst) wordt de overwegend islamitische samenleving van Bangladesh door westerse mogendheden gezien als een positief rolmodel. Zijn strategisch belang als een buffer tegen het islamitisch fundamentalisme is ook een belangrijke reden voor het geven van steun.

[6] Zie ons eerdere artikel http://libcom.org/news/binds-tie-unions- ‘solidarity’-civil-society-foreign-policy-bangladesh- 02082014-0

[7] Voor aanvallen op secularisten en atheïsten, zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Attacks_by_Islamic_extremists_in_Bangladesh

Vertaald door F.K.

Het gehele artikel mag worden overgenomen met vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2017/01/07/bangladesh-achter-de-cosmetische-camouflage-een-nieuwe-stakingsgolf-in-de-kledingsector/

Bangladesh: achter de cosmetische camouflage een nieuwe stakingsgolf in de kledingsector

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s