Deel van een engelstalige discussie in vervolg op Het doel van deelname aan de klassestrijd.

Bedankt Mhou voor je opmerkingen [teveel om helemaal te vertalen; zie Red Marx Forum].
Ik denk dat de meeste kwesties duidelijker kunnen worden als we deze discussie concentreren op het probleem van klassebewustzijn en dat van de relatie tussen de communistische minderheden van de klasse en de klasse als geheel.
Een belangrijk onderdeel van je antwoord is te vinden in de vier citaten uit je reactie, waarop ik stuk voor stuk zal ingaan.
” ‘De emancipatie van de arbeidersklasse kan alleen het werk van de arbeiders zelf zijn’ is een zin die volgens mij aanleiding heeft gegeven tot uiterste verwarring. Hij werd door Marx in de Eerste Internationale naar voren gebracht om definitief de politieke onafhankelijkheid te verklaren van de arbeidersklasse van de andere klassen en lagen. De Internationale Arbeidersassociatie — zo los ze ook georganiseerd was – werd desalniettemin geleid door de Algemene Raad en was door partijdiscipline gebonden aan een maatregel. “
Laat me bevestigen wat deze beroemde zin ‘de emancipatie van de arbeidersklasse kan alleen het werk van de arbeiders zelf zijn’ in de huidige situatie benadrukt:
- de programmatische zelfstandigheid van het proletariaat ten opzichte van andere klassen en dus de noodzaak om zich te organiseren op een klassebasis;
- het massakarakter van de revolutionaire strijd van het proletariaat;
- de herkomst van klassebewustzijn in het massakarakter en de zelfstandigheid van de proletarische strijd.
Dit is niet in tegenspraak het gecentraliseerde karakter en discipline binnen de communistische minderheden van de klas of zelfs hun onmisbare functie in de klasse. In het volgende zal ik proberen aan te tonen dat de genoemde slogan als ‘onveranderlijk’ deel van het marxisme moet worden beschouwd, zoals het reeds in een centraal fragment van de Duitse Ideologie naar voren kwam.
Het kan nodig zijn om uit te leggen dat het standpunt van Kautsky, dat Lenin aanhaalde in ‘Wat te doen’, dat het socialisme afkomstig is van buiten het proletariaat, alleen kan worden opgevat als ‘socialisme’ in de zin van ‘historisch materialisme’ of ‘wetenschappelijke socialisme ‘, en dat deze theorie alleen kon worden uitgewerkt door Marx en Engels op basis van het massabewustzijn in de voorafgaande eerste zelfstandige strijd van de arbeidersklasse. Hetzelfde geldt voor de verdere ontwikkeling van de communistische theorie in het licht van de historische ontwikkeling van de klassenstrijd, een noodzaak die je misschien ontkent. Hoe dan ook, in het ‘onveranderlijke’ deel van de geschriften van Marx en Engels luidt de noodzaak en mogelijkheid van een massabewustzijn als volgt:
“Zowel voor het ontstaan van het communistisch bewustzijn op massale schaal, als voor het welslagen van de zaak zelf is een massale verandering van de mensen nodig, een verandering die alleen in een praktische beweging, in een revolutie plaats kan vinden; de revolutie is dus noodzakelijk, niet alleen omdat de heersende klasse op geen enkele andere manier omvergeworpen kan worden, maar ook omdat de klasse die haar omverwerpt er alleen in een revolutie in kan slagen zich van heel de oude troep te bevrijden en in staat kan zijn de maatschappij op een nieuwe grondslag te stellen.” Bron: punt (4) in de Duitse Ideologie.
“Het is mogelijk dat een strijd zijn beloop heeft met of zonder communistische deelname, maar alleen door communistische deelname is deze in staat om de mogelijkheid te verkrijgen om iets anders te worden.”
Verwijs je hier naar het standpunt dat wordt toegeschreven aan Lenin dat het proletariaat is alleen in staat is tot een ’vakbewegings’-strijd en -bewustzijn, bedoeld in de betekenis dat deze binnen het kader van het kapitalisme blijven? Het volgende citaat lijkt dit te suggereren:
“Als het gaat om de vakbonden, denk ik niet dat ze ‘tussen arbeid en kapitaal in gaan staan’ – ze waren en zijn organen geschapen en gereproduceerd door de arbeid in zijn strijd tegen het kapitaal.”
Waar je me hier citeert (‘tussen arbeid en kapitaal in gaan staan’) verwijs ik in feite naar de definitieve verandering in de functie van de vakbonden van arbeidersorganisaties tot organen van de staat die de Duitse en Nederlandse Communistische Linkerzijde heeft gezien in het tegen de arbeiders gerichte optreden van de vakbonden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze Communistische Linkerzijde plaatste deze en andere veranderingen in de tactische middelen van de strijd binnen het kader van de historische verandering in de ontwikkeling van het kapitalisme, die ook werd beschreven in de eerste teksten van de Communistische Internationale, en die Marx en Engels ‘invariant’ (invariant is een term van Bordiga en staat voor ’onveranderlijk’), hadden voorspeld in punt (1) van de hierboven geciteerde tekst:
“In de ontwikkeling van de productiekrachten breekt een fase aan, waarin productiekrachten en verkeersmiddelen in het leven worden geroepen, die onder de bestaande verhoudingen slechts onheil stichten en geen productieve maar destructieve krachten zijn (machinerie en geld); en in samenhang daarmee ontstaat er een klasse die alle lasten van de maatschappij moet dragen zonder haar voordelen te genieten, die uit de maatschappij verdreven en in de scherpste tegenstelling tot alle overige klassen wordt gedrongen; een klasse die de meerderheid van alle leden van de maatschappij vormt en waaruit het bewustzijn ontstaat van de noodzaak van een fundamentele revolutie, het communistisch bewustzijn, dat zich natuurlijk ook onder de andere klassen kan ontwikkelen op grond van de aanschouwing van de positie van deze klasse.” Bron: punt (1) van ‘Voorwaarden voor de revolutie’ in de Duitse Ideologie.
Helaas was het niet alleen Trotski, maar ook Lenin, die beiden – als de agenten van de buitenlands politiek van de Russische staat – de Communistische partijen in het Westen verplichtten te werken binnen de verrotte vakbonden.
“Wat niet gezegd wordt: ten eerste, of in je perspectief de verwachting bestaat dat een overgrote meerderheid van de arbeiders communisten moeten zijn voorafgaand aan een proletarische revolutie, en ten tweede of er sprake is van een wisselwerking tussen communisten en niet-communisten in het proces van de ontwikkeling van proletarisch klassebewustzijn, in het bijzonder een communistische organisatie (arbeiderspartij)?”
Laat ik duidelijk zijn: ik verwacht NIET dat een overgrote meerderheid van de arbeiders communisten moeten worden voorafgaand aan een proletarische revolutie. In overeenstemming met de Duitse Ideologie is mijn standpunt is “voor het ontstaan van het communistisch bewustzijn op massale schaal (…) is een massale verandering van de mensen nodig, een verandering die alleen (…) in een revolutie plaats kan vinden” (Idem Marx/Engels Stelling 4).
Of zoals in ‘10 stellingen over de komende revolutie’, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen revolutionair en communistische bewustzijn op massale schaal:
” 9. Het massale revolutionaire bewustzijn ontwikkelt zich in de revolutie zelf als noodzaak en mogelijkheid van de wereldwijde vereniging van de arbeidersraden en van het stukslaan van alle burgerlijke en imperialistische staten.
10. Het massale communistische bewustzijn ontwikkelt zich wanneer de arbeidersklasse als bedrijfsorganisatie (algemene vergaderingen, comités en raden) de associatie van vrije en gelijke producenten vormt en met het arbeidsuur als grondslag productie en distributie bepaalt.” Bron: website arbeiderssstemmen.
Met betrekking tot de wisselwerking tussen een communistische arbeiderspartij (die slechts een minderheid kan zijn) en de massa van de arbeiders:
“De meest bewuste individuen verenigen zich op basis van gedeelde standpunten in groepen die bijdragen tot het bewustzijnsproces in de gehele klasse.” (Uit stelling 8)
Slechts in een voor-revolutionaire situatie zullen deze groepen – door groei in aantallen en door een voorafgaand proces van theoretische verduidelijking en hergroepering – zo omvangrijk zijn geworden dat ze geen ‘groepen’ meer kunnen worden genoemd.
Vanwege het revolutionaire bewustzijn dat in de klasse is gegroeid, en hieruit volgend de meer directe impact die de minderheidsorganisaties op de strijd zullen hebben, zal de klassepartij opnieuw opduiken.
Weliswaar met andere functies dan voorheen aan haar zijn toegeschreven, vanwege het blijvende karakter van minderheid van de partij (de partij grijpt niet de macht).
Dit was in 1917 nog niet duidelijk aan Lenin, noch aan Rosa Luxemburg.
In die zin: zonder Partij, zal er geen geslaagde revolutie zijn.
Fredo Corvo, 13 maart 2017
Volledige overname is toegestaan bij vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2017/03/23/zonder-partij-geen-proletarische-revolutie/