Iran: de strijd tussen burgerlijke fracties is een gevaar voor de arbeidersklasse

English original Iran: the struggle between bourgeois cliques is a danger for the working class 17-1-2018

Qaseem Soleimani on Newsweek
Qaseem Soleimani, zijn affiche werd tijdens de demonstraties in Iran van de muur gescheurd in protest tegen Iran’s oorlogsdeelname

Zoals we in ons artikel ‘Demonstraties in Iran, sterke punten en grenzen van de beweging‘ laten zien, hoewel er veelbelovende tekenen zijn van veerkracht van de arbeidersklasse, is er sprake van een zeer reëel gevaar, niet alleen van bloedige repressie, maar ook van manipulatie van de volkswoede door de verschillende fracties van de heersende klasse. Het oude conflict tussen “hervormers” en “hardliners” binnen de “Islamitische Republiek” is een nieuwe fase ingegaan. De hervormers rond president Rouhani zijn ervan overtuigd dat een belangrijke beleidsverandering nodig is om de aanzienlijke winsten te consolideren die Iran de laatste tijd heeft bereikt. Deze vooruitgang heeft zich hoofdzakelijk op twee niveaus voorgedaan. Op het niveau van het buitenlands beleid hebben de Shia-milities en andere door Teheran gesteunde krachten belangrijke vorderingen gemaakt in Irak, Syrië en Libanon (de zogenaamde revolutionaire sikkel van Iran naar de Middellandse Zee) en in Jemen. Op diplomatiek niveau was het regime in staat om een ​​“nucleaire deal” te sluiten met de grootmachten, wat leidde tot het opheffen van bepaalde economische sancties (in ruil voor een formeel afzien van de ontwikkeling van een Iraanse atoombom). Tegenwoordig worden deze vorderingen van een aantal kanten bedreigd. Een van hen is de alliantie tegen Iran die de VS onder Trump probeert te bouwen rond Israël en Saoedi-Arabië. Een andere is de economische situatie. Anders dan op militair of diplomatiek niveau, heeft het Iraanse kapitalisme de afgelopen jaren geen economische vooruitgang geboekt. Het tegendeel is het geval. De economie zucht onder de kosten van de operaties van het Iraanse imperialisme in het buitenland en is verzwakt door de internationale sancties. De Verenigde Staten hebben nagelaten economische sancties tegen Iran op te heffen zoals ze hadden beloofd als onderdeel van de nucleaire overeenkomst. In plaats daarvan hebben de VS de activiteiten van Europese bedrijven in Iran belemmerd. Nu, onder Trump, zullen de Amerikaanse sancties zelfs worden versterkt. Een ander centraal probleem is dat het concurrentievermogen van het Iraanse nationale kapitaal wordt afgeknepen door de hoogst anachronistische theocratisch-klerikale bureaucratie, die geen idee heeft hoe een moderne kapitalistische economie moet worden bestuurd, en door het kleptomane systeem van de “Revolutionaire Garde”. Vanuit het oogpunt van president Rouhani zou het in het beste belang zijn van het Iraanse kapitalisme om de dominantie van deze structuren te doorbreken of op zijn minst te beteugelen. Het zou Iran ook een meer liberaal imago geven, beter geschikt om de sancties, de diplomatie en de retoriek van zijn vijanden in het buitenland tegen te gaan.

Maar vanwege de dominante positie van de hardliners binnen de strijdkrachten beschikken de hervormers over weinig wettelijke middelen om hun beleid door te zetten. Daarom deed president Rouhani een oproep aan de bevolking in het algemeen om haar eigen kritiek te formuleren op het huidige economische beleid en op de corruptie van de Gardisten en hun zakelijke belangen. De hervormers probeerden de ontevredenheid onder de bevolking te gebruiken als hefboom tegen de hardliners. Zo’n gevaarlijke politiek onthult de achterlijkheid en het gebrek aan soepelheid van de heersende klasse in Iran, die niet in staat is om de conflicten in zijn eigen gelederen intern te regelen. Het was des te riskanter als men bedenkt dat Rouhani perfect op de hoogte was van de populaire teleurstelling toen de beloofde economische bloei, die verondersteld werd het opheffen van sancties te volgen, niet uitkwam. Daarnaast was Rouhani blijkbaar niet de enige die gebruik maakte van de situatie. De president zelf heeft zijn hardline-tegenstanders ervan beschuldigd de eerste demonstratie in Mashhad te hebben georganiseerd, het bastion van Ibrahim Raisi, de kandidaat van de hardliners in de presidentsverkiezingen van afgelopen mei. De belangrijkste slogan van deze demonstratie zou volgens berichten inderdaad zijn geweest: “dood aan Rouhani”. Maar zodra de protesten waren uitgebreid, werden er andere slogans gehoord, zoals “dood aan Khamenei” (het religieuze hard-line staatshoofd), “weg met de dictatuur”, of “Wat is vrij in Iran? Diefstal en onrecht!” Het verschijnen van dergelijke leuzen gericht tegen het regime als geheel wijst erop dat geen van de twee belangrijkste burgerlijke fracties in staat is de populaire woede naar willekeur tegen de ander te manipuleren.

Dit vermindert echter op geen enkele manier het gevaar dat de werkende mensen worden gemanipuleerd door de heersende klasse. In dit verband is het belangrijk om te onthouden wat er in Egypte is gebeurd, waar populair protest (“Tahrirplein”) met massabijeenkomsten en demonstraties, maar ook arbeidersstakingen, het regime van Mubarak wegvaagden. Dit was aan het begin van de “Arabische Lente”. Maar dit was alleen mogelijk omdat het leger het liet gebeuren (president Mubarak wilde de invloed van de generaals op de politiek en vooral op het bedrijfsleven beperken). In Iran waren (zoals destijds in Egypte) ook buitenlandse mogendheden betrokken. De bewering van de kerkelijke leiders in Teheran vandaag dat de protesten in Iran op gang zijn gebracht door buitenlandse mogendheden (VS, Israël, Saoedi-Arabië) heeft grote delen van de bevolking tot woede gebracht, omdat deze beweringen op arrogante wijze zowel hun zeer reële lijden ontkennen. alsook hun vermogen om zelf het initiatief te nemen. Dit betekent echter niet dat deze en andere rivaliserende machten niet proberen het Iraanse regime te destabiliseren. In een interview in april van vorig jaar verklaarde de Saoedische kroonprins Bin Salman dat het conflict tussen zijn land en zijn Perzische buur zou worden uitgevochten “in Iran, niet in Saoedi-Arabië”. Een van zijn denktanks in Riyadh heeft hem geadviseerd om ontevredenheid op te wekken binnen de soennitische religieuze minderheid in Iran, evenals onder etnische minderheden (een derde van de bevolking van Iran is niet Perzisch). In Egypte werd na de val van Mubarak een burgeroorlog tussen de twee belangrijkste fracties van de bourgeoisie – de strijdkrachten en de Moslimbroederschap – alleen afgewend door de verwoede repressie van de laatste door de eerste. In Syrië veroorzaakten de sociale protesten een imperialistische oorlog die nog steeds woedt. Of het nu in Egypte, Syrië of Iran is, de werkende klasse is niet alleen relatief zwak, het is ook internationaal geïsoleerd vanwege de huidige terugloop van klassenstrijd, van het klassenbewustzijn en van identiteit als klasse op wereldschaal. Zonder de steun van het wereldproletariaat zijn de moeilijkheden en gevaren voor onze klassezusters en -broeders in Iran des te groter.

Steinklopfer. 2018/09/01.


English version of following critical afterword

Kritisch nawoord

De beweging in Iran vormt een praktische weerlegging van het Leninisme

De bewegingen van arbeiders in Iran lijken lange tijd voorbij te gaan aan groepen die zich beroepen op de internationalistische Communistische Linkerzijde.  De Spaanse groep Nuevo Corso die zich beroept op de Spaanse Linkerzijde van De Munis was er wel onmiddellijk bij met twee artikelen die hier in vertaling zijn aangeboden: De arbeidersklasse ontwaakt: mobilisaties in het Midden-Oosten en Waarom loopt de beweging in Iran af? Terwijl van diverse Bordigistische groepen nog geen analyse bekend is, hebben de ICT en de IKS inmiddels hun analyses gepresenteerd. De ICT besloot om een engelse vertaling van beide artikelen van Nuevo Curso uit te stellen naar haar nog te verschijnen gedrukte versie van Revolutionairy Perspectives. Op haar website plaatste ze een artikel Iranian Protests against Austerity met enkele opmerkelijke verschillen ten opzichte van de teksten van Nuevo Curso. Dezelfde verschillen komen ook naar voren in twee artikelen van de IKS over de bewegingen in Iran, waarvan we er een hierboven hebben vertaald. Een dergelijke broederlijke eensgezindheid van de ICT en de IKS is opmerkelijk gezien hun jarenlange openlijke onderlinge vijandschap.

Laat me voorop stellen dat de genoemde artikelen gedeeltelijk een belangrijk aanvulling geven op de bijdrages van Nuevo Corso omdat ze dieper ingaan op de spanningen tussen de hervormingsgezinden en de religieuze hardliners binnen Iran, plus op de positie van Iran binnen de interimperialistische spanningen in het Midden-Oosten. Dat is ook de reden waarom bovenstaand artikel van de IKS is geplaatst. In de Nederlandse media komen namelijk oproepen tot “solidariteit” van de zogenaamde Iraanse oppositie in ballingschap naar voren waarin wordt opgeroepen om de pogingen van Trump te steunen tot het verscherpen van sancties tegen Iran en/of om bij te dragen aan het versterken van de positie van de hervormingsgezinden in Iran. Laat ik ondubbelzinnig duidelijk zijn hierover: de arbeidersklasse in Iran, noch die in Nederland of waar dan ook ter wereld, heeft geen enkel belang in het steunen van welk van de imperialistische grote en kleine machten dan ook, die in het Midden-Oosten tegenover elkaar staan: de VS, Rusland, China, Israël, Saoudi-Arabië, Turkije. Evenmin is het in het belang van de Nederlandse arbeidersklasse om een keuze te maken tussen conflicterende kapitaalsbelangen in verband met export naar Iran of andere in het imperialistische oorlogen betrokken landen. De verschillende fracties van het Iraanse kapitaal zijn alle even reactionair ten opzichte van de arbeidersklasse en het proletariaat heeft niets te verwachten van westere ‘verworvenheden’ zoals ‘liberalisering’ en ‘democratisering’ waarvan het proletariaat in het westen dagelijks de wrange vruchten plukt.

Tot zover niks aan de hand. Wanneer het echter gaat om de analyse van de arbeidersstrijd in Iran, dan verschillen de artikelen die ICT en IKS hebben geplaatst, van die van Nuevo Corso.

“De klasse begint te ontwaken en toont haar tendens tot politiek onafhankelijk optreden, met het overschrijden van de nationale, taalkundige en etnische grenzen, op een plaats die in het centrum staat van de wereldwijde imperialistische conflicten.” Nuevo Corso De arbeidersklasse ontwaakt: mobilisaties in het Midden-Oosten. Vet door FC.

De door Nuevo Corso beschreven gebeurtenissen in Iran bevestigen het vermogen van de arbeidersklasse om zich in haar strijd los te maken uit de ideologische invloed van  alle burgerlijke stromingen en strijd te voeren voor haar eigen doeleinden. Deze ontwikkeling noemt men over het algemeen verzelfstandiging – opkomen voor eigen klassebelangen – of politisering – gericht tegen de staat en al zijn politieke fracties. Als zodanig was de beweging in Iran ook een klinkende weerlegging van allerlei leninistische ideeën die een strikte scheiding hanteren tussen ‘economische’ en ‘politieke strijd’. Dat geldt niet alleen voor de standpunten van de Communist Workers Organization en de Gruppe Internationale SozialistInnen (beide aangesloten bij de ICT) maar ook voor die van de IKS. Een door de ICT geplaatst artikel moest dus alle zeilen bijzetten om haar leninistische dichotomie overeind te houden ten aanzien van economische strijd en politieke strijd. Volgens deze leninistische opvatting komen arbeiders op zich niet verder dan economische strijd, terwijl voor politieke strijd de partij klassebewustzijn in de klasse moet dragen. De vorming van de partij en voorafgaand daaraan de activiteit van de organisatie van revolutionairen krijgt daarmee een voluntaristisch en idealistisch karakter. In het artikel van Saadati dat de CWO op 16-1-18 heeft geplaatst, lees ik de volgende opmerkelijk ‘analyse’:

De beweging heeft zich “(…) in minder dan een week, verspreid over meer dan 40 steden. Toen werden ze steeds meer protesten tegen het regime, zowel tegen conservatieven als tegen de reformisten. Het heeft zelfs de “Opperste Leider” niet gespaard en de roep van “Dood aan de Dictator”, “Dood aan Khamenei” werd luid en duidelijk gehoord in de meeste steden. Deze uitbraken zijn in wezen een product van economische onvrede Iranian Protests against Austerity Vet door FC.

Zo doe je dat dus, op een moment dat stakingen rond economische punten geheel spontaan leiden tot politieke demonstraties tegen de oorlog en het regime in zijn geheel, dan zeggen we gewoon heel ‘materialistisch’ dat dit ‘economische strijd’ is die zonder de Partij tot niets zal leiden. Het lijkt me echter dat voor de noodzaak van de partij wel wat betere argumenten bestaan. Het gehamer op de noodzaak van de partij, kan nauwelijks verhullen dat deze analyse van de arbeidersstrijd verder nauwelijks verschilt van die van Nuevo Corso. 

Tot zover de publicatie op de site van de ICT. De IKS maakt het nog bonter, een (hier niet vertaald) artikel van WH heeft zelfs moeite om het proletarisch karakter van de beweging in Iran te erkennen. Zie hoe de stakingen worden weggemoffeld:

“Al maandenlang worden er onvrede geuit door gepensioneerden, werklozen (28% van de jongeren is werkloos), leraren, werknemers van wie het loon niet wordt uitbetaald. Ten slotte is de 50% stijging van olie en basisvoedsel, zoals de verdubbeling van de prijs van eieren – er is sprake van een “revolutie van de eieren” – steekt de lont in het kruidvat.” ‘Demonstraties in Iran, sterke punten en grenzen van de beweging’. Vet door FC.

In het hierboven vertaalde artikel van Steinklopfer worden woorden als ‘proletariërs’, ‘arbeiders’ slechts twee keer genoemd, een in de titel en een met betrekking tot Arabische Lente in Egypte. Daarentegen wordt vier keer het begrip ‘volkswoede’ gebruikt.

Je zou mogen verwachten dat wanneer men het niet eens is met de analyse van NC van het belang van de stakingsbeweging die vooraf ging aan de demonstratiegolf, dat men op zijn minst daarbij vragen zouden stellen of zou proberen het feitelijke karakter daarvan te ontkennen, als b.v. “Saoudische propaganda”. Nee, men draait er gewoon omheen.

De ontwikkeling van de strijd tot een strijd tegen de oorlogsdeelname van Iran is de IKS al helemaal een gruwel:

“Bovendien wordt Iran omringd door landen in oorlog, waardoor het voor de arbeiders van Iran erg moeilijk wordt om de solidariteit van het proletariaat in deze landen te winnen en het nationalisme binnen hun eigen gelederen versterkt.” ‘Demonstraties in Iran, sterke punten en grenzen van de beweging

Het is altijd goed om te waarschuwen voor ‘gevaren’ van een herhaling van de Arabische Lente, maar in dit geval wordt door de IKS domweg ontkend dat de beweging zich steeds duidelijker keerde tegen de Iraanse oorlogsdeelname. Helaas voor de IKS is deze werkelijke ontwikkeling een praktische ontkenning van de stelling van de IKS uit de jaren 1970 dat een context van economische crisis gunstiger is voor de ontwikkeling van de arbeidersstrijd dan een context van oorlog, of een na-oorlogse situatie zoals 1918-1923. Ook hier verblindt het vasthouden aan oude dogma’s het zicht op de werkelijkheid.

De IKS heeft zich ook nooit echt los kunnen maken van het 19de eeuws idee van proletarische revoluties per land afzonderlijk, een idee dat door de Hollandse en Duitse Linkerzijde, en andere eerlijke communisten altijd is bestreden. Blijkend uit de ontwikkeling van Engymo tot een burgerlijke groep, zijn ook bij de ICT aangesloten groepen niet immuun voor dergelijke nationalistische reflexen (1). In de bijlage geef ik enkele citaten die het antinationale standpunt van de Linkerzijde illustreren.

Wanneer ICT of IKS zich al verwaardigen om op deze kritiek te antwoorden, dan is het zeer waarschijnlijk dat ze beschuldigingen zullen uiten van ‘economisme’, ’spontaneïsme’, ‘luxemburgisme’ en ‘radenisme’. Deze manier van ‘framing’ mag dan effectief zijn om hun eigen aanhangers af te houden van zelfstandig denken, het vormt geen antwoord op de reële ontwikkelingen die zich in Iran hebben voorgedaan. Het is ook volstrekt onvoldoende om deze ontwikkeling af te doen met ‘spontaniteit’ of ‘ondergrondse rijping van het bewustzijn’ (waarop de IKS zich altijd zo graag beroept om haar gelijk te halen bij gebrek aan feiten. Nu de ‘oude mol’ echter bovengronds is gekomen, omzeilt men liever de opgeworpen feiten.) Verborgen achter spontaniteit schuilt een jarenlang proces in de arbeidersklasse als geheel waarin arbeiders individueel en in voorzichtige onderlinge gesprekken nagedacht hebben over hun eigen belangen ten aanzien van de economische crisis, de oorlogsinspanningen en de propaganda van de hervormingsgezinde en de fundamentalistische fracties. Eenmaal in beweging heeft deze proletarische bewustzijnsontwikkeling enorme sprongen gemaakt. Het feit dat sommige leuzen onmiddellijk herkend waren als een betere verwoording van de belangen als klasse, is alleen te verklaren vanuit dit voorafgaande proces. Het is ook op deze wijze dat de klasse nu de standpunten van de kleine groepen voedt en waarop zij straks de partij zal voortbrengen.

F.C. 21-1-2018

(1) “Stelling 12. De proletarische revolutie is nationaal qua vorm en internationaal qua inhoud. Het veronderstelt een internationale strijd van de arbeidersklasse in elk land tegen zijn eigen bourgeoisklasse. Socialisme of communisme is niet gebouwd op een nationale maar alleen op een internationale schaal. (…)” Deze op het Communistisch Manifest voortbordurende gedachte van Engymo is te vinden in Some basic programmatic theses van 2012. (Vet door FC).

Bijlage

De proletarische klassenstrijd is internationaal

“Het woord van Marx, van Het Communistisch Manifest, dat de arbeiders van ieder land éérst moeten afrekenen met hun eigen bourgeoisie, is door het imperialisme te niet gedaan, onwaar geworden.” Herman Gorter, Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaaldemocratie, Hoofdstuk 3

“In de vroegere jaren: tegenover het naar vakken en naties verdeelde patronaat, de nationale vakvereniging.
In de vroegere fase tegenover de nationale ondernemersbonden, het nationale vakverbond.
In de vroegere fase tegenover de nationale regering, de nationale partij.
Nu, in deze fase, naast deze organisaties: Tegenover de internationale trust, het internationale bankkapitaal, het wereldvakverbond.
Tegenover het imperialisme, de politiek van alle staten, de nieuwe internationale partij.
Tegenover beide, nationaal en internationaal, de actie van de massa.
Dat is de fase waarin wij leven.
De weerspiegeling van deze gedachte, de omzetting in de materie hiervan, de daad hiervan, dat moet de nieuwe Internationale zijn. Die uit de oude, uit deze oorlog, moet geboren worden.” Herman Gorter, Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaaldemocratie, Hoofdstuk 10.

“De klassenstrijd is internationaal; de proletarische revolutie kan niet, als ze winnen wil, zichzelf binnen gesloten grenzen afspelen. Het is een wereldrevolutie. Al in de eerste veldslagen kwam het belang van de internationaliteit onder de aandacht van het proletariaat. Gedurende de hele arbeidersbeweging loopt als een rode draad de poging om een internationaal strijdfront te vestigen.” Programm der Kommunistischen Arbeiter-Partei Deutschlands Berlin, Januar 1924. Blz. 21.

“De territoriale grenzen waarin de proletarische dictatuur wordt uitgeoefend, kunnen slechts op een bepaald moment worden samengevoegd in het onvermijdelijke internationale karakter van de arbeidersrevolutie. Het kiezen van het juiste moment zal een van de moeilijkste politieke kwesties zijn voor de radenmacht. Het is zeer waarschijnlijk dat deze grenzen niet samenvallen met de huidige politieke of taalgrenzen. Integendeel, onder druk van economische en klassenrelaties zullen ze waarschijnlijk voor enige tijd gedeeltelijk smaller zijn, voor een deel breder. De proletarische revolutie zal onder de omstandigheden van haar internationale verloop tijdelijk geheel nieuwe gebieden creëren en ze voortdurend weer vernietigen totdat het grote doel is bereikt, en de grenzen van landen definitief zijn vernietigd.

In de ontwikkeling daarheen zal er met elke opkomende golf van revolutie een explosie zijn van oude territoriale en nationale grenzen. Aan de andere kant, wanneer we teruggaan, zal het noodzakelijk zijn om vaste gebiedsgrenzen voor een bepaalde tijdsperiode te erkennen en af ​​te dichten. Het volledig beheersen van dergelijke ooit noodzakelijke limieten, de vrije beschikking en volledige controle over welke personen en welke goederen in beide richtingen kunnen passeren, is politiek en economisch een levensvoorwaarde voor de dictatuur. Even belangrijk is het om de politieke en economische grenswachten van kapitalistisch-geregeerd gebieden  met alle middelen te ontregelen en te saboteren, om propaganda en organisatie uit de veroverde gebieden in de nog geknechte gebieden te brengen. Want de proletarische klassenstrijd is internationaal is en kan alleen in internationale vorm overwinnen”. Programm der Kommunistischen Arbeiter-Partei Deutschlands Berlin, Januar 1924. Blz. 30/31”.

Iran: de strijd tussen burgerlijke fracties is een gevaar voor de arbeidersklasse

Een gedachte over “Iran: de strijd tussen burgerlijke fracties is een gevaar voor de arbeidersklasse

Plaats een reactie