Jordanië en Iran: arbeidersstrijd tegen de gevolgen van de oorlog

Eind mei dit jaar meldden de media een golf van stakingen en protesten van arbeiders en werklozen in Jordanië tegen belastingverhogingen, prijsstijgingen en staatscorruptie. In feite begon deze beweging van laagbetaalde arbeiders tegen de prijsstijgingen van gas en elektriciteit enkele maanden eerder op het platteland en groeide ze uit tot massale protesten in de hoofdstad Amman die meer dan een week duurden, en die de vakbonden met moeite konden beheersen en controleren. Het is opvallend dat deze beweging plaatsvond rond dezelfde tijd dat arbeiders in Iran protesteerden tegen min of meer dezelfde omstandigheden.

Dit toont aan dat zelfs in de imperialistische heksenketel van het Midden-Oosten, de werkende klasse in staat is belangrijke strijd op haar eigen klasseterrein aan te gaan die het hoofd biedt aan de aanvallen door de staat. Net als in Iran zijn sommige van de aanvallen teruggedrongen met het intrekken van prijsverhogingen en belastingverhogingen. Dit geeft echter slechts een lichte en tijdelijke verlichting totdat de aanvallen in andere vorm worden vernieuwd, of met meer kracht worden uitgevoerd, of een combinatie van beide.

Jordanië en het imperialisme in het Midden Oosten

De leider van Jordanië, koning Abdullah, heeft een deel van zijn regering ontslagen als reactie op de protesten. Media gelieerd aan de staat hebben het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de schuld hebben gegeven voor de aanvallen, net zoals de linkerzijde van het kapitaal altijd de “hebzuchtige bankiers” , “de EU”, “de Wereldbank”, enz. als boeman gebruikt om zijn eigen nationalistische en “anti-imperialistische” (dwz meestal anti-Amerikaanse) ideologie te promoten [1]. Maar de problemen van de Jordaanse economie gaan veel dieper dan het terugbetalen van IMF-leningen: de volgende grap gaat in Jordanië rond: “we hebben minder water dan olie en we hebben geen olie”. Voorafgaand aan de massale toestroom van vluchtelingen naar Jordanië (twee derde van de bevolking is Palestijns en er zijn ook islamitische en christelijke vluchtelingen uit de hele regio, vooral uit Syrië) en nog in de tijd vóór de terugtrekking van “hulp” van de grote Golfstaten, bestond reeds een ander probleem. Het koninkrijk was tot in de jaren 1950 een belangrijke militaire buitenpost voor het Britse imperialisme, toen de Amerikanen het overnamen en verder werkten met hun Britse ‘junior partners’. Jordanië heeft een geschoolde arbeidersklasse, maar de oorlogseconomie van het land is geïntegreerd in de imperialistische bemoeienis met het Midden-Oosten, eerst van Groot-Brittannië, daarna van Amerika en ook Frankrijk en Duitsland. En er zijn de specifieke imperialistische aspiraties van de Jordaanse staat zelf, ook al is deze ondergeschikt aan zijn meesters: deelnemen aan de geheime oorlog in Libië, troepen in Afghanistan en andere ‘vredes’-missies. De oorlogseconomie, het militaristische karakter van de Jordaanse staat brengt rechtstreeks nepotisme en vriendjespolitiek met zich mee (Wasta, in het Arabisch), iets dat het Britse en Amerikaanse imperialisme heeft gebruikt om het Hasjemitische koninkrijk te verdelen en te beheersen.

Op imperialistisch niveau wordt de toekomst van de Jordaanse staat onzekerder naarmate het team rond Trump zich oriënteert op een as van Saoedi-Arabië / Verenigde Arabische Emiraten / Israël. Deze ontwikkeling maakt het nog onwaarschijnlijker dat er van de kant van de rijkere, maar worstelende Golfstaten enige vorm van effectieve redding komt van de Jordaanse economie, die 15,8% van haar economie besteedt aan militaire uitgaven [2]. Dit opent een mogelijke wending van Jordanië richting Iran, wat tot meer instabiliteit in de regio zou leiden. Als dit op het moment speculatie is, dan is het wel zeker dat de positie van Jordanië gevaarlijker zal worden binnen de regionale imperialistische verhoudingen. Op economisch gebied is de geregistreerde werkloosheid van universitair afgestudeerden 24,1% en de werkloosheid in het algemeen rond de 18%, cijfers die in brede kring worden verworpen als substantiële onderschattingen.

IRAN

In feite zijn jeugdwerkloosheid en algemene werkloosheid over het hele Midden-Oosten een groot probleem voor alle staten. Zo begonnen de protesten ruim een ​​week geleden in Iran rond de kwestie van werkloosheid. Deze keer in Teheran in plaats van in de provinciesteden. Echter, zoals aangekondigd na de vorige strijd, werden ze meedogenloos onderdrukt door de Revolutionaire Garde, met behulp van de oproerpolitie, traangas en massale arrestaties van “oproerkraaiers”. Opnieuw werden leuzen aangeheven tegen de oorlogen in Iran en de oorlogseconomie. De betrokkenheid van de werkende arbeiders is in dit geval niet duidelijk, hoewel de Iraanse regering onmiddellijk een ontmoeting had met vakbondsbestuurders. [3]

Een ervaren proletariaat

Het proletariaat in Jordanië is geen onbekende in de klassenstrijd. Het is betrokken geweest bij de bewegingen in 1989, 1996 en met name van 2009 tot 2012. In 2011 nam bijna elke sector in de Jordaanse economie deel aan stakingen en protesten, met inbegrip van precaire expats. [4] Sommige nieuwe ‘onafhankelijke’ vakbonden kwamen hieruit naar voren, hoewel uit hun recente acties blijkt dat ze net zo gebonden zijn aan de Jordaanse staat als de oude vakbondsstructuren. Maar voor zowel kapitaal als arbeid in Jordanië, evenals elders, zijn de economische crisis en de daaruit voortvloeiende aanvallen verder uitgediept en voorspellen ze verdere aanvallen die niet slechts cyclisch van aard zijn, maar die ook steeds gevaarlijker worden.

Er zijn tekenen van het proletariaat in Jordanië (en gedeeltelijk ook dat in Iran) dat de strijd diepgaander is dan voorheen: er is bijna geen mobiliserende rol weggelegd voor de religieuze autoriteiten (de Moslimbroederschap in het geval van Jordanië), in tegenstelling tot gebeurtenissen rond de Arabische Lente ; weinig of geen vertoon van Jordaanse vlaggen of een soort van “gekleurde” vlaggen in de protesten die een nationalistische beweging aanduiden. Het aanzien, de rol, de aantallen, de diversiteit en de solidariteit van de arbeidersklasse zijn veel meer uitgesproken en de strijd is beter georganiseerd. De vakbonden, waarvan er nu 33 zijn, tegenover ongeveer 16 in 2011, zijn buitenspel gezet en uitgesproken bekritiseerd door de arbeiders en de beweging van jongeren (die meestal bestaat uit werklozen die de vakbonden probeerden van de werkende arbeiders te scheiden). De werkende en werkloze arbeiders weigerden om betrokken te raken bij nutteloze confrontaties met de door de Britten opgeleide [5] veiligheidstroepen, de Darak. De beweging toonde op die manier een zeker bewustzijn en volwassenheid.

Gezien hun perifere aard, hun numerieke zwakte en de zee van imperialistische gruweldaden die hen omringt, wijst de strijd in Jordanië verder op de centrale rol van de arbeidersklasse in het hart van het kapitaal om als eerste de aanvallen echt terug te slaan. Maar ondanks de evidente moeilijkheden waarmee het geconfronteerd wordt, was dit een duidelijke uiting van het proletariaat en zijn pogingen om zijn strijd te verenigen. En volledig in tegenspraak met de valse ‘revolutie’ volgens de linkse sprookjes over Rojava, Noord-Syrië, die het imperialisme versterken, is de klassestrijd in Jordanië een voorbeeld van het begin van een mogelijke klap tegen het imperialisme.

Baboon, 1.7.2018

Vertaling van Class struggle in Jordan’s war economy

[1] Dit is het soort ideologie die wordt gepropageerd door de Britse “Socialist Worker’s Party” en de linkervleugel van Corbyn’s “Labour Party”.

[2] Middle East Eye, 7.6.2018. Met 15,8% van de overheidsuitgaven en 4,8% van het BBP behoort Jordanië tot de landen met de hoogste militaire uitgaven in het Midden-Oosten en de wereld.

[3] De laatste protesten zijn niet alleen in Teheran, maar ook in de provincies met bijvoorbeeld protesten op 1 juli tegen watertekorten in Khorramshahr in de zuidwestelijke provincie Khuzestan, waar banken en openbare gebouwen werden aangevallen en waar de slogan “de vijand is hier” werd gemeld, wat werd beantwoord met schoten op de demonstranten: https://www.cnbc.com/2018/07/01/videos-show-gunfire-amid-iran-protests-over-water-scarcity.html.

Een belangrijk punt om hier te maken met betrekking tot Iran is dat zijn economische crisis sterk is verergerd door het VS-imperialisme en dat National Security Advisor John Bolton zojuist een ontmoeting heeft gehad met de ex-terroristische Iraanse groep MEK, hetgeen een sterk signaal geeft van [Trumps wens tot een] “regimewisseling” [uiteraard niet door een arbeidersopstand, maar door één van de imperialistische handlangers van de VS; noot van de vertaler].

[4] Middle East Research, Spring 2018.

[5] Groot-Brittannië heeft troepen gelegerd en biedt ‘trainingsprogramma’s’ aan in Jordanië. Het voert voortdurend grootschalige manoeuvres uit en Jordanië is een platform voor zijn betrokkenheid in Syrië en het Midden-Oosten in ruimere zin. Onlangs riep de Britse militaire pressiegroep, de United Kingdom Defence Association (UKNDA), Groot-Brittannië op om een ​​volledige gepantserde brigade, 5000 mannen en ondersteunend personeel, naar Jordanië te sturen.

Zie meer artikelen over imperialisme en arbeidersstrijd in het Midden Oosten

Jordanië en Iran: arbeidersstrijd tegen de gevolgen van de oorlog

Plaats een reactie