Zelfstandige arbeidersstrijd voor een menselijke wereld – zonder oorlog, zonder terreur, zonder kapitaal, zonder staat. De arbeiders hebben geen vaderland. Alle macht aan de arbeidersraden.
“We zien trotskistische steun voor de VS en hun bondgenoten. We zien ook trotskistische steun voor hun imperialistische rivalen Rusland en Iran. We zien trotskistische aanhangers van de Koerdische groepen. Er zijn natuurlijk ook trotskistische tegenstanders van de Koerden. Er zijn trotskisten die de regering en degenen die de oppositie steunen steunen; sommigen doen dit op kritische wijze en anderen zonder voorbehoud. Sommigen zijn van mening dat de Syrische oorlog een mislukte revolutie is en anderen dat de revolutie nog steeds aan de gang is of nieuw leven ingeblazen zou kunnen worden. Er zijn zelfs groepen die Islamitische Staat “kritisch” steunen, de bekende voorvechters van het proletariaat die volkerenmoord hebben gepleegd en de arbeidersklasse meedogenloos hebben uitgebuit, overal waar zij maar hebben kunnen overheersen. Het simpele feit dat je altijd wel een trotskistische groepering kunt vinden die al dan niet kritisch de ene of andere fractie steunen die strijd voeren in de Syrische oorlog, terwijl al deze groepen beweren de voorhoede van de arbeidersklasse te zijn, toont aan dat het trotskisme stevig in het burgerlijke kamp zit en de arbeidersklasse niets te bieden heeft.“
Een toevallige waarnemer zou kunnen denken dat het trotskisme in zijn opvattingen over de Syrische oorlog vrij consistent is geweest. Maar in feite zijn er bijna evenveel standpunten over de oorlog als er trotskistische groeperingen zijn. En dat is geen toeval. Voordat we kijken naar het standpunt dat verschillende trotskistische groeperingen hebben ingenomen ten aanzien van de Syrische oorlog is het nuttig een kort overzicht te geven van Trotsky en trotskisme. 1
In 1938 publiceerde Trotski het programma van zijn Vierde Internationale, algemeen bekend als het Overgangsprogramma.2 Ondanks zijn revolutionaire grootspraak bewees dit programma dat Trotski de marxistische methode had verlaten en geen lering had getrokken uit de nederlaag van de arbeidersklasse in de revolutionaire golf van 1917-1921. Trotski erkende niet dat de Eerste Wereldoorlog het definitieve bewijs had geleverd dat het kapitalisme zijn imperialistische tijdperk was ingegaan. Vooruitstrevende nationale bevrijdingsbewegingen waren onmogelijk omdat elke aspirant-natiestaat onderworpen zou zijn aan een internationale markt die gedomineerd zou worden door de grote imperialismen. Door de centralisatie en concentratie van het kapitaal in de negentiende eeuw had de concurrentie een wereldwijde omvang bereikt, en de enige manier waarop het kapitalisme nu zijn crisis van overaccumulatie zou kunnen oplossen, zou zijn een massale devaluatie en vernietiging van het kapitaal op mondiale basis door middel van een imperialistische wereldoorlog.
Trotski stelde in zijn overgangsprogramma een programma van eisen op met betrekking tot de “achtergebleven landen”. Hij voorzag een revolutie in de koloniale en semi-koloniale landen, die rechtstreeks van de democratische naar de socialistische revolutie zou gaan. Dit volgt uit Trotski’s theorie van permanente revolutie. Het overgangsprogramma beweert: “De eisen van de democratie, de overgangseisen en de taken van de socialistische revolutie zijn in strijd niet door historische tijdperken gescheiden … De centrale problemen van de koloniale en half-koloniale landen zijn: de agrarische revolutie, d.w.z. de liquidatie van de feodale erfenis, en de nationale onafhankelijkheid, d.w.z. het afschudden van het imperialistische juk.. … Het ordewoord van een nationale (of wetgevende) vergadering blijft (…) volledig van kracht. Dit ordewoord moet onophoudelijk met de taak van de nationale bevrijding en de agrarische hervorming verbonden worden. …”. (Trotski Overgangsprogramma, hfdst. 15. Onderontwikkelde landen en het overgangsprogramma)
Trotski dacht dat de Russische revoluties van 1905, februari 1917 en oktober 1917 bewezen dat dit van toepassing was op de koloniale en semi-koloniale landen. Alle verwarring van trotskisme over de nationale kwestie komt hieruit voort. Volgens het Overgangsprogramma moeten arbeiders de nationale bourgeoisie steunen in hun strijd voor nationale onafhankelijkheid; en als dit eenmaal is bereikt, moeten ze strijden om de nationale bourgeoisie omver te werpen die ze zojuist hadden gesteund om de socialistische revolutie te maken. Dit was de weg die leidde tot de vele rampen van het bloedbad van de proletarische krachten in China in 1927 tot en met de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika.3
Door het gebruik van deze idealistische methode werden Trotski’s volgelingen ertoe aangezet de imperialistische slachting van de Tweede Wereldoorlog te steunen. Maar, zoals altijd, bestond onder Trotski’s volgelingen geen overeenstemming over wie te steunen. Stalin stopte de politiek van het antifascisme die in 1935 was begonnen en sloot in augustus 1939 een bijna twee jaar durend pact met Hitler. In juni 1941 volgde een nazi-aanval op Rusland, die leidde tot verdeeldheid onder de Franse trotskisten over de verdediging van zowel het Duitse als het geallieerde imperialisme! Terwijl de Révolution Francaise van Mouvement Nationale Révolutionaire opriep tot “samenwerking zonder onderdrukking” met Hitler, riepen de “Comités van de 4de Internationale” in de Verité op tot “de verdediging van de rijkdom die generaties Franse arbeiders en boeren hebben opgebouwd”. Deze droevige episode was de eerste van vele principeloze splitsingen in een beweging die nooit duidelijke opvattingen had over het huidige tijdperk en zijn drijvende krachten.
Trotski werd in 1940 vermoord zonder ooit de nederlaag van het proletariaat in de jaren twintig te hebben begrepen. Zijn epigonen hebben echter hun contrarevolutionaire verwarring voortgezet tot op de dag van vandaag terwijl de “Vierde Internationale” ondertussen vele en verschillende splitsingen onderging en een groep zich zelfs tot de “Vijfde Internationale” heeft opgeworpen. Deze zogenaamde “Internationales” zijn natuurlijk niets van dien aard, aangezien ze op geen enkele manier internationalistisch zijn. Internationalisme is de gemeenschappelijke zaak van alle arbeiders over de hele wereld. Dit betekent de omverwerping in elk land van hun respectievelijke bourgeoisieën, die hen uitbuiten, en het vervangen van productie voor winst door productie voor menselijke behoeften, waardoor een menselijke wereldgemeenschap zonder grenzen wordt geschapen. Het trotskisme, met zijn verenigde fronten en oproepen tot steun van de bourgeoisie, staat hier diametraal tegenover.
Trotski en zijn volgelingen hebben het fundamentele karakter van het imperialistische tijdperk niet erkend en erkennen nog steeds niet dat nationale bourgeoisieën en wie dat willen zijn alleen kunnen overleven als onderdeel van en volledig afhankelijk van de wereldwijde imperialistische verhoudingen. Dit falen heeft ertoe geleid dat ze tot op heden optreden als cheerleaders voor fracties en boegbeelden van anti-proletarische nationale bevrijdingsbewegingen. Terwijl de Sovjet-Unie nog bestond, was het voor trotskisten eenvoudiger om burgerlijke fracties en bewegingen te steunen die door de Sovjet-Unie werden gesteund en die ze daarmee als “anti-imperialistisch” konden dopen. Met de ondergang van de Sovjet-Unie als gevolg van de verscherping van de kapitalistische crisis is het voor dergelijke bewegingen echter moeilijker geworden om zich als revolutionair op te werpen. Een eerste teken daarvan was de Irak-oorlog van 1990, toen trotskisten ernstig op het verkeerde been werden gezet. Ze moesten ophouden Saddam Hoessein te veroordelen als “de slager van de Koerden” (de vorming van een Koerdische staat is een favoriete linkse zaak) en hem gaan begroeten als tegenstander van het Amerikaanse imperialisme! Tegenwoordig heeft het kapitalisme meer dan 60 conflicten in de wereld veroorzaakt. De Syrische oorlog is misschien wel de meest complexe en het is moeilijk om over de hele wereld twee Trotskistische groepen te vinden die het met elkaar eens zijn over wie ze in dit bloedige conflict moeten steunen (of niet steunen).
Syrië: Een conflict dat is vergroot door imperialistische spanningen
Het imperialistische conflict in Syrië is een tragedie voor de arbeidersklasse, niet alleen in Syrië, maar ook voor die in de rest van de wereld. De enige toekomst voor de werkende klasse in de wereld ligt daarin dat ze zich begint te gedragen als een klasse van zichzelf en voor zichzelf. Dit betekent dat we erkennen dat zijn belangrijkste vijand zijn eigen bourgeoisie is. Het trotskisme heeft nooit het enige proletarische standpunt gesteund dat in een imperialistische oorlog mogelijk is, namelijk het revolutionaire defaitisme – “vorm de imperialistische oorlog om in een burgeroorlog”. Dit is het bolsjewistische standpunt dat leidde tot de Oktoberrevolutie. Ondanks de contrarevolutie in Rusland, is het nog steeds de enige keer in de geschiedenis dat het proletariaat de bourgeoisie zelfs maar voor korte tijd de staatsmacht heeft ontnomen.
De trotskistische caleidoscoop
De Syrische oorlog duurt nu al bijna 7 1/2 jaar. In deze tijd hebben de trotskisten, zoals te verwachten was, hun standpunten voortdurend gewijzigd. Vandaag de dag steunt een meerderheid van de trotskistische groeperingen de een of andere fractie van de oppositie in Syrië, al is het maar “kritische steun”. Sommige fracties nemen een neutrale houding aan. Dit betekent echter niet dat ze internationalistisch zijn, het betekent gewoon dat er nog geen fractie is ontstaan aan wie ze hun steun kunnen geven. Sommige van de groepen die de oppositie steunen, beweren dat ze dit doen omdat er in Syrië een “revolutie” heeft plaatsgevonden die moet worden verdedigd. Dat is het standpunt van de International Socialist Tendency [in Nederland Internationale Socialisten met als publicatie socialisme*nu; vertaler]4, die het volgende beweert:
“De Syrische revolutie bevindt zich in een tragische situatie. Ze wordt van alle kanten aangevallen – door de krachten van het Assad-regime en zijn regionale en internationale bondgenoten, door de open bondgenoten van het westerse imperialisme en door sektarische jihad-groepen. Ondanks hun tegenstellingen hebben deze verschillende krachten een gemeenschappelijk belang bij het vernietigen van de oorspronkelijke democratische revolutionaire beweging, die Syriërs van alle religieuze en etnische achtergronden verenigde in de strijd om het regime omver te werpen.”5
Maar de Syrische “revolutie” had geen proletarisch karakter. De Syrische oorlog kende een eerste golf van enthousiasme in de strijd tegen het regime. Er werden verschillende comités en raden opgericht, maar dit was geen arbeidersstrijd. Uiteindelijk, toen gewapende bendes de controle kregen over wat al snel een oorlog werd, stierven het enthousiasme en de betrokkenheid van de bevolking. Natuurlijk bleven er comités bestaan, maar het waren gewapende mannen die de bevelen gaven. De raden die verschenen waren misschien democratisch van vorm, maar geen arbeidersraden. Wat de arbeidersraden hun revolutionaire inhoud geeft, is niet hun democratische vorm, maar het feit dat ze representatief zijn voor strijdende arbeiders. Zoals internationalisten van meet af aan hadden verklaard, was er geen sprake van een progressieve kant in deze oorlog.
De Liga voor de Vijfde Internationale (L5I)6, die ook de oppositie steunt, schreef in 2015: “De keuze tussen een IS-kalifaat of een herstelde totalitaire Baath-dictatuur is zeker een keuze tussen de pest en cholera”. “Het feit dat Syrische revolutionairen, ondanks 4 1/2 jaar strijd, nog steeds vechten tegen Bashar al-Assad is evenzeer een bewijs van hun vastberadenheid, en van hun steun onder de bevolking, als van de totale afwezigheid van welke kracht dan ook die hen gedurende een groot deel van die tijd hielpen”.7 Degenen die Assad bestrijden kunnen worden omschreven als nationalistische en islamitische bendes, maar het zijn zeker geen “revolutionairen”. Welke “steun van de bevolking” zij ook mogen hebben, deze is niet proletarisch en het proletariaat heeft niets te winnen bij het geven van steun.
Andere groepen nemen echter een neutrale houding aan, zoals de in Groot-Brittannië gevestigde Alliance for Workers’ Liberty.8 Deze groep beweert geen enkele partij te steunen, hoewel zij oorspronkelijk de eerste protesten tegen de regering steunde. Ze bekritiseert de oppositie wegens haar sektarisme en het Koerdische PYD wegens opportunisme, autoritarisme en pro-imperialisme.
In een resolutie over Syrië die het Nationaal Comité van de AWL op 31 augustus 2013 heeft aangenomen, stelde de AWL: “Het belangrijkste probleem is het regime van Assad, maar wij verzetten ons tegen de geplande bombardementen van de VS op Syrië. Wij zullen niet rouwen over schade aan en vernieling van de militaire bases van Assad. Welingelichte militaire bronnen zijn echter van mening dat een eenmalige operatie, zoals gepland, het regime van Assad niet ernstig kan schaden. Hoe dan ook wensen we in geen geval een overwinning van de militaire oppositietroepen, die een reactionair en sektarisch karakter hebben.
Daarentegen streven we naar en werken we aan aan de totstandkoming van een derde kamp van democratische en arbeidersklasse krachten tussen Assad en de belangrijkste milities van de oppositie. Ondertussen zou zelfs een verrot vredesakkoord (dat de socialisten niet zouden kunnen steunen) beter zijn dan een regelrechte overwinning van een van beide kampen”.9
Helaas voor de AWL is er de daarop volgende vijf jaar geen ‘democratische’ kracht ontstaan. En als dat wel zo zou zijn, zou dat niet in het belang van de arbeidersklasse zijn. In dezelfde resolutie zeggen ze: “Het grootste probleem in Syrië is de politiek van Assad, niet de interventie van de VS. We eisen dat Iraanse en Hezbollah-troepen Syrië verlaten en veroordelen de Russische bewapening van het regime.”10
Denkt de AWL serieus dat de imperialistische machten, de VS en hun bondgenoten, Rusland en Iran, een onafhankelijke democratische Syrische regering aan de macht zouden laten komen? Is zij werkelijk van mening dat een democratische Syrische regering niet in een of ander imperialistisch kamp zou moeten vallen om te overleven? In het tijdperk van de imperialistische overheersing is geen enkele strijd van een natie alleen maar anti-imperialistisch, maar ze is het product van de steun van een rivaliserend imperialisme. In plaats van de Syrische oorlog te veroordelen als een imperialistische strijd en deze te bestrijden op basis van een klassestandpunt, betreurt de AWL de afwezigheid van een democratische nationalistische bende (een die ongetwijfeld bij voorkeur gesteund zou worden door de arbeidersklasse) die zij zou kunnen steunen, en die noodzakelijkerwijs afhankelijk van de overheersende imperialistische macht zou worden.
Rusland *in Syrië*
Het is niet verwonderlijk dat er trotskistische groeperingen zijn die Rusland voorstaan in zijn betrokkenheid in Syrië, maar er zijn natuurlijk ook groepen die tegen Russische betrokkenheid zijn. Om er maar twee te noemen:
Socialist Action11 steunde oorspronkelijk de opstand, maar steunt nu ‘kritisch’ de Russen. In 2012 zeiden ze dat “de economische uitbuiting van Syrische arbeiders en boeren door de heersende klasse, een klasse die ondergeschikt is aan het wereldkapitaal, en het afschuwelijke onderdrukkings- en moorddadige politiek van het Syrische regime om die uitbuiting af te dwingen, betekenen dat we achter de Syrische massa’s staan in hun opstand tegen het regime”. Maar dan zeggen ze dat de VS van de wreedheid van Assad gebruik hebben gemaakt om te proberen een nieuw regime op te zetten. “Bij gebrek aan iets dat op een revolutionair leiderschap leek, verdween de democratische en populaire stuwkracht van de anti-Assad-mobilisaties snel”. Zij beweren dat de VS en de Golfmonarchieën IS steunen. Hoewel het kritisch staat tegenover Assad, zegt Socialist Action: “De verwijdering van Assad’s onderdrukkende kapitalistische Syrische regime is uitsluitend de verantwoordelijkheid van het Syrische volk, niet van het Amerikaanse imperialisme en zijn reactionaire geallieerde krachten.”“Het zelfbeschikkingsrecht van Syrië omvat noodzakelijkerwijs het recht van de Syrische regering om steun te vragen en te aanvaarden van de militiestrijders die vandaag Syrië verdedigen tegen imperialistische interventie in verschillende vormen.”12 De Russische militaire steun wordt door Socialist Action dan ook gezien als een verzet tegen het Amerikaanse imperialisme en steun voor het zelfbeschikkingsrecht van Syrië. Rusland heeft echter geen belang bij een onafhankelijk Syrië. Rusland heeft in de regio zijn eigen imperialistische belangen te verdedigen. Een Syrië dat vrij is van Amerikaans imperialisme zou een Syrië zijn dat afhankelijk is van Rusland en Iran.
De International Socialist Organisation13 staat daarentegen zeer kritisch tegenover Rusland en Iran en was tegen de door de VS en Rusland gesteunde onderhandelingen in 2016. De ISO zegt: “Overweldigend genoeg zijn deze mensen (die in de oorlog zijn omgekomen) afgeslacht door de driedubbele alliantie Assad-Iran-Rusland.” “Saoedi-Arabië heeft weliswaar onder meer jihadisten gefinancierd, maar de Saoedi’s en de VS zijn slechts de nummer drie boosdoener bij het veroorzaken van de Syrische ramp. Assad is duidelijk nummer één, en zijn bondgenoten zijn nummer twee.”.14
Deze tegenstrijdige standpunten onderstrepen de absurditeit van het idee dat trotskisme een revolutionaire stroming is. In feite zijn de standpunten van beide groepen even reactionair. Revolutionairen kiezen geen partij in imperialistische oorlogen. Evenmin rangschikken ze imperialistische gangsters naar de mate van barbaarsheid en steunen ze deze ook niet dienovereenkomstig (al dan niet “kritisch”).
De Koerdische kwestie
Zoals je zou verwachten, biedt de Koerdische betrokkenheid bij de oorlog een verscheidenheid aan tegengestelde en tegenstrijdige standpunten. Veel trotskistische groeperingen zijn natuurlijk verdeeld over de vraag of ze de Koerden moeten veroordelen als een instrument van het Amerikaanse imperialisme of dat ze hen moeten steunen als een “progressieve” macht. En sommigen hebben Rojava zelfs geprezen als een socialistisch paradijs in de maak!
De International Communist League – Fourth International (ICL-FI)15 ziet de YPG als een Amerikaanse marionet. Zij zeggen: “De oprichting van het SDF (Syrische Democratische Strijdkrachten) werd voorbereid door middel van een jaar van gezamenlijke operaties waarbij de YPG als verlengstuk diende van het Amerikaanse leger. In die tijd, toen Koerdische troepen dorpen overspoelden die door ISIS werden gecontroleerd, hebben ze herhaaldelijk communalistische uitzettingen uitgevoerd, waardoor Arabieren en Turkmenen uit hun huizen werden verdreven.”16
The Revolutionary Communist International Tendency (RCIT)17 daarentegen gelooft dat “alle revolutionairen het recht van het Koerdische volk op zelfbeschikking moeten steunen. Wij verdedigen het Koerdische volk tegen de reactionaire aanvallen van het Turkse leger, Daesh/IS en Iran. Maar tegelijkertijd bekritiseren we het pro-imperialistische leiderschap van de PYD/YPG en de kleinburgerlijke ideologie van het apoïsme [de ideologie van Abdullah Öcalan; vertaler]. Wij zijn voor een verenigd, socialistisch Koerdistan van Rojava tot Orumiyeh en van Bakhtaran tot Qers.”18
Het United Secretariat of the Fourth International (USFI)19 [in België: Stroming voor een Antikapitalistisch Project, in Nederland: Socialistische Alternatieve Politiek; vertaler] verleent op zijn beurt kritische steun aan de YPG en Rojava. Het zegt: “Het overleven van Rojava tegen aanvallen van de islamitische staat is ongetwijfeld een overwinning voor links. De Koerdische beweging verdient concrete solidariteit in haar strijd voor zelfbeschikking, te meer daar men in Rojava probeert een progressief alternatief op te bouwen.”20
In feite is er geen “progressief alternatief” gebouwd in Rojava. Voor ons als communisten is een revolutie het werk van de arbeidersklasse die strijdt voor haar eigen belangen. In de loop van deze strijd transformeert de arbeidersklasse niet alleen de maatschappij, maar ook zichzelf. In Syrisch Koerdistan was er geen beweging van de arbeidersklasse. De controle over de steden in Syrisch Koerdistan werd overgenomen door een gewapende groep die het machtsvacuüm heeft opgevuld dat ontstond toen het Syrische Arabische leger zich terugtrok. Dat wil niet zeggen dat er geen steun was voor de PYD21, want in de Koerdische regio’s is vandaag de dag het nationalisme overal sterk aanwezig. Er werden lokale comités opgericht die de controle kregen over de noodzakelijke taken die gewoonlijk door het gemeentelijke niveau van de staat werden uitgevoerd. De gewapende mannen hebben de macht aan de top behouden. Oorspronkelijk was het hoogste bestuursorgaan in Rojava het Koerdische Hoogste Comité, een orgaan dat niet bestond uit afgevaardigden van comités op lager niveau, maar een alliantie tussen twee politieke groepen, de PYD, en de door Barzani gesteund KDP. De twee Koerdische nationalistische organisaties zijn in november 2013 echter afzonderlijke wegen ingeslagen. De PYD kondigde onder de paraplu van de Beweging voor een Democratische Samenleving (TEV-DEM in zijn Koerdische afkorting) eenzijdig de oprichting aan van een interim-bestuur voor de regio.22 Ondanks alle democratische pretenties wordt de uiteindelijke controle uitgeoefend door gewapende nationalistische bendes. En een nationalistische bende is wat de PKK is. De PKK heeft zich, ondanks een enigszins twijfelachtige geschiedenis ten aanzien van minderheidsgroepen in Turkije, nu opgeworpen als verdediger van de minderheden in Koerdistan. Dit is echter niet van toepassing op Arabieren. Salih Muslim, medeleider van de PYD, sprak meer dan eens over ‘verdrijving van de Arabieren’ en verklaarde: ‘Alle dorpen waar ze wonen behoren nu tot de Koerden’. Hij moest deze racistische retoriek afzwakken om internationale (met name Amerikaanse) militaire steun te winnen, maar het toont duidelijk aan dat een Koerdische staat de etnische zuivering van Arabieren uit het Koerdisch-socialistische paradijs zou hebben geïmpliceerd!
Steun aan de Syrische staat
Natuurlijk zou je verwachten dat er enkele aanhangers van de Syrische regering in de trotskistische caleidoscoop zouden zitten en je zou niet teleurgesteld uitkomen. Het International Committee for the Fourth International23 steunt kritisch de regering. Het karakteriseert de oorlog in Syrië als een “door de CIA gesteunde operatie voor regiemwisselingen” die gericht is op de politiek-economische doelstellingen van de VS. “Van meet af aan werd de Amerikaanse oorlog bij volmacht [zie Wiki; vertaler] voor een verandering van regiem gelanceerd met als doel Moskou en Teheran te beroven van hun belangrijkste bondgenoot in de Arabische wereld ter voorbereiding op een directe confrontatie met beide landen.”24
De Syrische regering is voor deze groep dan ook een klap tegen het Amerikaanse imperialisme. We kunnen natuurlijk geen begrip verwachten dat dit op zijn beurt het Russische en het Iraanse imperialisme ten goede komt. En hoe het de arbeidersklasse ten goede komt, blijft een raadsel. Hoewel de in de VS gevestigde trotskistische groepering “Revolutionary Regroupment”25 momenteel tegen de Syrische regering gekant is, hebben zij verklaard dat zij haar zou steunen als de VS en haar bondgenoten haar zouden binnenvallen! Dit is in overeenstemming met het klassieke linkse argument dat er één imperialistisch kamp is, namelijk de Verenigde Staten en hun bondgenoten en een ander anti-imperialistisch kamp – alle andere. De strijd die vandaag in Syrië wordt gevoerd, is een strijd voor imperialistische controle over het grondgebied. Vele van de linkskapitalistische groepen geven er de voorkeur aan om niet te erkennen dat Rusland en Iran hun eigen imperialistische ambities hebben in Syrië en elders. Sommigen definiëren China ook lachwekkend als een “gedegenereerde arbeidersstaat” en lijken niet in staat, of niet bereid, om te erkennen dat China een groeiende imperialistische rivaal is ten opzichte van de VS.
IS Goed / IS Slecht
Gezien het feit dat alle fracties die betrokken zijn bij de Syrische oorlog enige steun krijgen van de een of andere trotskistische groepering, is het niet verbazingwekkend dat zelfs Islamitische Staat zijn aanhangers heeft, zelfs al is die steun “kritisch”. De League for the 4th International (L4I)26 kan schaamteloos beweren dat “… elke klap tegen imperialistische interventie en overheersing, zelfs door ultrareactionaire krachten zoals de IS, in het belang zijn van de arbeidersklasse en onderdrukte volkeren van de wereld.”27
Ook de International Communist League – Fourth International (ICL-FI)28 denkt dat YPG een Amerikaanse marionet is, maar dat de islamitische Staat anti-imperialistisch is. “We kiezen geen kant in de ellendige Syrische burgeroorlog tussen de slager Assad en verschillende rebellengroepen die worden gedomineerd door verschillende soorten islamisten. Maar we kiezen wel de kant tegen de VS en andere imperialistische machten. Terwijl we onverbiddelijke tegenstanders zijn van alles waar de reactionaire halsafsnijders van ISIS voor staan, kiezen wij dus voor de militaire kant van ISIS wanneer het zijn vuur richt tegen de imperialistische strijdkrachten en hun verlengstukken in de regio, met inbegrip van de Koerdische nationalistische krachten in Irak en Syrië. Tegelijkertijd zijn wij, hoewel ons grootste verzet dat tegen de imperialisten is, zijn we ook tegen de andere kapitalistische mogendheden in Syrië, zoals Rusland en Turkije, en zijn wij er voor dat ze allemaal moeten vertrekken”.29
En de International Bolshevik Tendency (IBT)30 denkt “dat het noodzakelijk is dat revolutionairen zich militair scharen aan de zijde van binnenlandse krachten (inclusief islamisten) wanneer zij worden aangevallen door de VS en andere imperialisten”.31
Het cynisme hier is werkelijk verbazingwekkend. Islamitische Staat is een meedogenloos leger van gangsters die de arbeidersklasse en de boeren hebben vermoord, gemarteld, beroofd, verkracht en uitgebuit, en zich schuldig hebben gemaakt aan het op grote schaal vernietigen van het erfgoed van de mensheid. Hoe kan men IS toejuichen als zij haar volkerenmoord voortzet enkel en alleen omdat “zij haar vuur richt tegen de imperialistische strijdkrachten en hun verlengstukken in de regio”? Voor ons is dit onbegrijpelijk is; en bovendien hoe dit alles blijkbaar “in het belang van de arbeidersklasse en de onderdrukte volkeren van de wereld” is!
Conclusie
In een strijd zoals die in Syrië, waar arbeiders en boeren elkaar afslachten in naam van nationalisme en religie, kiezen communisten geen partij. Degenen die wel partij kiezen in deze oorlog zullen op de lange termijn niet bijdragen aan welke progressieve overwinning dan ook, maar alleen aan een verdere etnische verdeeldheid en een toenemende militarisering van de regio, wat in beide gevallen de arbeidersklasse niet ten goede zal komen. Toch lijken trotskisten elkaar te willen overtreffen door verschillende standpunten in te nemen ter ondersteuning van concurrerende fracties van de bourgeoisie in deze brandhaard. Maar dat is alleen te verwachten omdat het trotskisme altijd zo onveranderlijk is geweest als een kameleon, zo consistent als een caleidoscoop.
We zien trotskistische steun voor de VS en hun bondgenoten. We zien ook trotskistische steun voor hun imperialistische rivalen Rusland en Iran. We zien trotskistische aanhangers van de Koerdische groepen. Er zijn natuurlijk ook trotskistische tegenstanders van de Koerden. Er zijn trotskisten die de regering en degenen die de oppositie steunen steunen; sommigen doen dit op kritische wijze en anderen zonder voorbehoud. Sommigen zijn van mening dat de Syrische oorlog een mislukte revolutie is en anderen dat de revolutie nog steeds aan de gang is of nieuw leven ingeblazen zou kunnen worden. Er zijn zelfs groepen die Islamitische Staat “kritisch” steunen, de bekende voorvechters van het proletariaat die volkerenmoord hebben gepleegd en de arbeidersklasse meedogenloos hebben uitgebuit, overal waar zij maar hebben kunnen overheersen. Het simpele feit dat je altijd wel een trotskistische groepering kunt vinden die al dan niet kritisch de ene of andere fractie steunen die strijd voeren in de Syrische oorlog, terwijl al deze groepen beweren de voorhoede van de arbeidersklasse te zijn, toont aan dat het trotskisme stevig in het burgerlijke kamp zit en de arbeidersklasse niets te bieden heeft.
De Internationale Communistische Tendens, waar het CWO deel van uitmaakt, stelt dat elke nationalistische strijd slechts een verkapt imperialistische conflict is, en dat de oorlogen die ze uitlokken imperialistische oorlogen zijn. De enige reactie die de communisten op de imperialistische oorlogen kunnen geven, is het aannemen van de revolutionair-defaitistisch politiek. Dat wil zeggen:
Verzet tegen de oorlog op basis van klasse.
Geen steun aan een van beide kanten van de strijd.
Arbeiders zet de klassenstrijd tegen de eigen bourgeoisie voort.
Arbeiders solidair zijn met arbeiders van het tegenovergestelde kamp in hun strijd tegen hun eigen bourgeoisie.
Deze politiek is erop gericht de imperialistische oorlog om te vormen in een klassestrijd en de burgerlijke macht omver te werpen. Dat was de politiek van de bolsjewieken tijdens de Eerste Wereldoorlog, een politiek die een beslissende stap was in de richting van de Oktoberrevolutie. Vandaag de dag is het nog steeds het enige proletarische antwoord dat de weg kan vrijmaken voor een communistische wereld. Geen oorlog, maar klassestrijd.
2) De oorspronkelijke titel van het Overgangsprogramma is ‘De doodsstrijd van het kapitalisme en de taken van de Vierde Internationale’.
3) In Zuid-Afrika vochten arbeiders, met name mijnwerkers, tegen het apartheidsregime en lieten hun bloed vloeien als voetvolk van de Afrikaanse nationalistische bourgeoisie. Toen het ANC eenmaal de macht had, was het, zoals gebruikelijk, uitbuiting de arbeidersklasse. Toen mijnwerkers van de Marikana platinamijn in 2012 het waagden om te staken voor klasse-eisen, schoot het nieuwe regiem hen neer als dolle honden. De huidige president Ramaphosa was betrokken bij zowel het mobiliseren van mijnwerkers tegen het Apartheidsregiem in zijn rol als leider van de Nationale Unie van Mijnwerkers en later bij het afslachten van de Marikana-stakers in zijn rol als bestuurslid van de mijnbouwmaatschappij Lonmin. Vandaag de dag is de situatie van de arbeidersklasse erger dan ze was onder het Apartheidsregime! Voor meer hierover zie leftcom.org en vele andere artikelen op onze website.
4) De International Socialist Tendency is een derde kamp trotskistische internationale gevormd in een lange periode van tijd tussen de jaren 60 en 90. De Socialist Workers Party in het Verenigd Koninkrijk, waarvan Tony Cliff de belangrijkste goeroe was (niet te verwarren met de SWP in de VS), is de belangrijkste partij.
6) The League for the Fifth International (L5I), is een trotskistische internationale opgericht in 1984. De oorspronkelijke Vierde Internationale zou in 1951 hebben gebroken met het ware trotskisme, toen zij verklaarde dat de stalinistische partijen in Oost-Europa nog steeds in staat waren hervormingen door te voeren.
8) De AWL is een Derde Kamp trotskistische partij in het Verenigd Koninkrijk. Oorspronkelijk ontstond het in 1966 als een afsplitsing van de groep die later de Militant Tendency werd. Na een aantal fusies en afsplitsingen is ze in 1992 in haar huidige vorm ontstaan. De AWL stelt dat de USSR en haar satellietstaten “bureaucratische collectivisten” waren, dezelfde conclusie als de Amerikaan Max Shachtman, nadat hij zich in 1940 van de oorspronkelijke Vierde Internationale had afgesplitst en het Derde Kamp had gecreëerd.
11) Socialist Action splitste zich in 1983 af van de Socialist Workers Party omdat de SWP het trotskisme verliet. Het is een van de vijf grootste trotskistische partijen van de VS van dit moment. Half verbonden met de USFI, maar ze is het niet eens over Syrië met de meeste andere USFI-afdelingen.
13) De International Socialist Organisation werd opgericht in 1977. Een van de vijf grootste trotskistische partijen van de VS. Ze was tot 2001 het Amerikaanse deel van de International Socialist Tendency , toen ze werd uitgestoten vanwege onenigheid over hoe het einde van de Koude Oorlog moest worden gezien.
15) International Communist League – Fourth International is een afsplitsing van 1966 van het International Committee of the Fourth International. Voorheen bekend als International Spartacist Tendency. De belangrijkste partij is de Spartacist League in de VS, die in 1964 van de Socialist Workers Party was afgesplitst nadat de SWP was toegetreden tot de herenigde FI.
17) Revolutionary Communist International Tendency is in 2011 afgesplitst van de League for the Fifth International. De leidende afdeling bevindt zich in het Verenigd Koninkrijk (ze heten gewoon RCIT Groot-Brittannië). Er is geen sectie in de VS.
18) Punt 9 van de verklaring van de RCIT over Koerden op thecommunists.net (2016)
19) Het United Secretariat of the Fourth International is het resultaat van de hereniging van de oorspronkelijke Vierde Internationale in 1963. Noemt zichzelf gewoon de Vierde Internationale, maar wordt vaak het United Secretariat of the Fourth International genoemd (verwijzend naar de naam van de Leiderschapsraad uit 1963-2003) om deze te onderscheiden van anderen die de naam “Vierde Internationale” opeisen.
21) PYD staat voor Democratic Union Party, de Syrische franchise van de Turkse PKK (Koerdische Arbeiderspartij). De militaire vleugel is de YPG of de volksbeschermingseenheden. Zie voor meer informatie het bijgaande artikel op onze website Revolutionary Defeatism Today: The Bloodbath in Syria.
22) De KDP van Barzani veroordeelde de PYD voor het lastigvallen van haar militanten en het hen passeren bij belangrijke beslissingen. Zie en.wikipedia.org
23) Het International Committee for the Fourth International splitste zich in 1953 af van de oorspronkelijke Vierde Internationale (zie inleiding). Leidende partij is de Socialist Equality Party in de Verenigde Staten, een van de vijf grootste trotskistische partijen van het land, die is voortgekomen uit een opsplitsing in 1964 van de Socialist Workers Party na de toetreding van het SWP tot de herenigde FI.
25) Revolutionary Regroupment lijkt een in de VS gevestigde groep te zijn die ook publiceert in het Portugees, Frans en Spaans en in 2008 is afgesplitst van de International Bolshevik Tendency.
26) De League for the Fourth International is een kleinere trotskistische internationale, opgericht in 1998. De belangrijkste partij is de Internationalist Group in de VS, die in 1996 was afgesplitst van de Spartacist League. De L4I ziet de Spartacistische ICL-FI als onvoldoende toegewijd aan drie centrale principes: het behoud van een actieve en duidelijk trotskistische internationale, actief blijven in de arbeidersbeweging, en het verdedigen van de Sovjet-Unie en haar satellietstaten als het minste kwaad ten opzichte van het kapitalisme.
28) De International Communist League for the Fourth International is in 1966 afgesplitst van het International Committee of the Fourth International. Voorheen bekend als de International Spartacist Tendency. De belangrijkste partij is de Spartacist League in de VS, die in 1964 van de Socialist Workers Party was afgesplitst nadat de SWP was toegetreden tot de herenigde FI.
30) De International Bolshevik Tendency is een afsplitsing van 1982 van de International Communist League – Fourth International, waarbij de leider van de Spartacist League, James Robertson, ervan beschuldigd werd iedereen die een bedreiging vormde voor zijn leiderschap meedogenloos te hinderen. Toonaangevende partij is de Bolshevik Tendency in de VS.