Waarom verhogen regeringen over de hele wereld het minimumloon?

illinoisdemoforminimumwage
Demonstratie in Illinois voor verhoging van het minimumloon

Bolsonaro in Brazilië en Tsipras in Griekenland, Ramaphosa in Zuid-Afrika en Macron in Frankrijk, Costa in Portugal en Sanchez in Spanje…. Laten we nader onderzoek doen naar verhogingen van het minimumloon, of naar situaties waarin voor het eerst een minimumloon is vastgesteld. Welke redenen waren daarvoor? Is het kapitalisme serieus van plan om de verarming van grote meerderheden van de bevolking tegen te gaan?

Crisis, ongelijkheid en verarming

graph01

De crisis van de laatste tien jaar, met inbegrip van de korte pauze die nu afloopt, heeft een oude valkuil verdiept die de strijd van de jaren ’70 en ’80 verlamde: “als het kapitaal geen winst maakt, kan je geen eisen stellen”. Zo luidde het beleid van “begrotingsdiscipline”, “soberheid”, “je kunt niet meer uitgeven dan je hebt”. Een golf van onzekerheid en verpaupering raakte een werkende klasse die, verward, versplinterd en angstig, ermee instemde om haar behoeften te matigen in overeenstemming met de grenzen van de accumulatie…. terwijl het juist de accumulatie was die ervoor zorgde dat er geen ruimte was. Wat er gebeurde was niet dat wij arbeiders consumeerden wat niet was geproduceerd – dat zou natuurlijk onmogelijk zijn – het was niet dat we “te veel hadden geconsumeerd”. Integendeel, het is het gebroken mechanisme van de kapitalistische economie dat de productiekrachten verspilt en vernietigt, in de eerste plaats de menselijke arbeid. Dat is wat de al tien jaar durende massawerkloosheid betekent.

Wat was de oplossing? De financiële crisis had de typische “uitweg” afgesloten: die van de verruiming van het krediet, met de bedoeling om de hete aardappel door te schuiven naar de toekomst, in de hoop op het vinden – goedschiks of kwaadschiks – van een nieuwe markt voor de afzet van de geproduceerde waren. De “Keynesiaanse” uitvlucht, om de geldpers te laten draaien en om de staat de overschotten te laten opkopen en tegelijkertijd door inflatie de lonen uit te hollen en tijd te winnen, werkte niet meer. Het systeem liep tegen zijn eigen grenzen aan in de zin dat de centrale banken zelf moesten opdraaien voor de kosten van hun langetermijninvesteringen. Al met al, gezien het gebrek aan verbondenheid binnen de arbeidersklasse, was het ook niet nodig. Lagere lonen en “verhogen van het concurrentievermogen” waren mogelijk zonder toevlucht te moeten nemen tot voorwendsels. Maar in werkelijkheid kon een verlaging van de lonen de accumulatie zelf alleen maar verslechteren. Hoe konden we kopen wat we zelf produceerden, terwijl we steeds minder geld hadden om het te betalen? Het resultaat was een nog grotere werkonzekerheid en, als gevolg daarvan, een massale verarming.

graph02
Ontwikkeling van de lonen in Spanje per deciel (presentatie in groepen van 10% van het totaal) tussen 2008 en 2014. De laagste decielen, degenen die het minst verdiend hebben, zijn degenen die het meest verloren hebben.

Maar de verpaupering was niet homogeen. Hoe  meer groepen arbeiders te lijden hadden onder precaire arbeidsvoorwaarden [flexcontracten, uitzendwerk, enz.], hoe meer ze versplinterd waren, des te meer verlaagde het kapitaal de waarde van hun arbeid. Degenen die het minst verdienden, verloren naar verhouding meer – tot 27% van hun loon – terwijl de kleine burgerij, diepgeworteld in de structuren van grote bedrijven, in de praktijk een symbolische daling van het inkomen onderging: gemiddeld 0,6%. Bovendien heeft het ontbreken van markten en productieve investeringen de grote aandelenbeurzen omgevormd tot fictief kapitaal, geld dat wordt gereproduceerd in “markten” die in werkelijkheid gokhuizen zijn. En nu de financiële markten zijn veranderd in bookmakers, is het verschil tussen een goede gokker en een gemiddelde gokker gigantisch. De “goede” speculanten, de “financiële tovenaars” die erin slagen om kapitaal te reproduceren temidden van de wijdverspreide waardeverminderingen, vermenigvuldigden hun aandeel in het totaal. Hoe groter de overaccumulatie, hoe groter de neiging van de kapitalen om zich te concentreren. De logica van de accumulatie is dat zelfs wanneer er geen verhoging van de reële productie is, het kapitaal wordt gereproduceerd, “het moet worden gereproduceerd”. Het maakt niet uit of dit ten koste gaat van de lonen. Het maakt niet uit of de winstgevendheid hoger is dan een negatief gegroeide productie. Deze nieuwe verdeling tussen kapitaal en arbeid ging schuil achter de constatering van een maandenlang oplopende ongelijkheid. Zo trok men allemaal een spijtig gezicht en stelde belastingmaatregelen voor “tegen ongelijkheid” die niet echt van invloed waren op het kapitaal, alleen op de middelhoge en hoge lonen, dat wil zeggen, de traditionele sectoren van de arbeidersklasse en de kleine burgerij binnen het bedrijf, de voormannen van het bedrijfsapparaat.

De klassenstrijd en de “uitweg uit de crisis”

Sinds het einde van de wederopbouw na de wereldoorlog heeft het kapitaal nog nooit zo’n diepgaand en duurzaam offensief gevoerd tegen zulke brede sectoren van de maatschappij, waaronder tegen de kleine bourgeoisie. Geen daarvan heeft zich snel kunnen herstellen. De scheuren in de maatschappij werden steeds dieper en dieper. De woede van een in het nauw gedreven kleinburgerij, werd aangegrepen als nieuwe kansen voor de burgerlijke sectoren van de grootste mogendheden die voorstelden om alle ter beschikking staande middelen te gebruiken, van de noodclausules van de vrijhandelsovereenkomsten tot openlijk militair machtsvertoon, met het doel om de productie te “repatriëren” door de consumptiebasis nieuw leven in te blazen en zuurstof te geven aan de kleinburgers en de industrieën die in het land bleven. Dat was de Brexit. Dat is Trump. Dat is Salvini. En dat is ook de programmatische basis geweest op plaatsen waar de kleine bourgeoisie geen bondgenoten heeft gevonden in centrale sectoren van de bourgeoisie, van Catalonië tot Duitsland. Dat is de aantrekkingskracht van het nieuwe “populisme” en van opkomende nationalismen: “Laten we het nationale kapitaal redden….. ten koste van anderen, ten gunste van de interne markt”. Dit is geen valide oplossing voor het kapitalisme als geheel en het kan uiteraard alleen maar leiden tot een toename van de wereldwijde oorlogsspanning. Maar binnen het kader van de aanvaarding dat “er geen alternatief is voor het kapitalisme” is dat “alles wat gedaan kan worden”….. terwijl men nog lichtvaardig dichter bij de afgrond komt. Zo ging dat waar het werd opgelegd – VS, Italië, Brazilië, Hongarije, Polen …. – en waar dat niet het geval was, zoals in Spanje, Frankrijk of Duitsland, zelfs Groot-Brittannië, was het alleen maar een stok in het wiel die het politieke apparaat van de bourgeoisie verlamde of nog steeds verlamt, zonder enige richting in te slaan.

Het is dit beeld van politieke verlamming, verergerd door de onmiddellijkheid van een nieuwe crisisgolf, dat binnen alle nationale bourgeoisieën een gevoel van urgentie heeft doen ontstaan. Sommigen moeten bewijzen dat de weg van handelsoorlog en militarisme “loont”. Vandaar Trump’s wanhoop wanneer de federale reserve zijn beleid ondermijnt door het verhogen van de rente. Anderen, zoals de Spanjaarden of de Fransen, moeten aantonen dat “het mogelijk is om tot een betere verdeling te komen”, uit angst dat, gezien het einde van de onlusten van de kleine bourgeoisie, het spookbeeld van de arbeidersklasse tot werkelijkheid zal worden. Dat is de reden waarom Macron heeft toegegeven aan de “gele hesjes” en dat is de reden waarom koning van Spanje op de nationale televisie van de politici een beleid voor jongeren eist.

“Tegen ongelijkheid” betekent niet tegen onze verarming

graph03
Aandeel van de lonen in de totale inkomens (inclusief winsten die [aan directies en topmanagers] als lonen worden uitbetaald). Het aandeel van de arbeid neemt alleen maar toe als het kapitaal een barst vertoont en nog geen tijd heeft gehad om de lonen nog meer aan te vallen.

De impasse van het mondiale kapitalisme wordt aangetoond door het feit dat het beleid “tegen ongelijkheid” gebaseerd is op een toenemende precarisatie [bestaansonzekerheid]. Van de Duitse “mini-jobs” tot het Italiaanse “burgerinkomen” houdt dit beleid de verpaupering helemaal niet tegen, maar normaliseert het de ellendige lonen en bevordert de versplintering van de arbeiders, wat de weg vrijmaakt voor nieuwe aanvallen. Van al deze beleidsmaatregelen is het verhogen van de minimumlonen de favoriet, waardoor de lonen dichter bij de armoedegrens komen te liggen. Niet alleen leidt de verhoging van het minimumloon nauwelijks tot het stijgen van de staatsschulden, zelfs binnen het kader van de Euro zijn ze onmiddellijk effectief tegen de “ongelijkheid” zonder dat de verdeling of de verhouding tussen kapitaal en arbeid in het gedrang komt. Door de strijd tegen de inflatie in Europa – en in de VS als de Fed de richtlijnen van Trump volgt – te “flexibiliseren”, zou het verhogen van het minimumloon het aantal werknemers met lagere lonen doen toenemen, waardoor de kleine bourgeoisie van het bedrijf iets meer zou krijgen en het kapitaal veel meer, wat precies het resultaat is van de economische groei van Trump in de VS.

Nuevo Curso, 3 januari 2019

Zie het Spaanstalig origineel voor meer hyperlinks naar geraadpleegde bronnen: ¿Por qué suben el salario mínimo los gobiernos de todo el mundo?

Hoe kan een verhoging van het minimumloon het aantal arbeiders met lagere lonen verhogen?

Hoe kan een verhoging van het minimumloon het inkomen uit arbeid verminderen? De sleutel is deze: veranderingen in de loonstructuur en in de soorten arbeidscontracten die in de eerste golf van de crisis zijn ontstaan.

De volgende alinea van ons artikel “Waarom verhogen regeringen over de hele wereld het minimumloon” heeft niet weinig vragen van onze lezers opgeworpen:

“Door de strijd tegen de inflatie in Europa – en in de VS als de Fed de richtlijnen van Trump volgt – te “flexibiliseren”, zou het verhogen van het minimumloon het aantal werknemers met lagere lonen doen toenemen, waardoor de kleine bourgeoisie van het bedrijf iets meer zou krijgen en het kapitaal veel meer, wat precies het resultaat is van de economische groei van Trump in de VS.”

graph02
Ontwikkeling van de lonen in Spanje per deciel (presentatie in groepen van 10% van het totaal) tussen 2008 en 2014. De laagste decielen, degenen die het minst verdiend hebben, zijn degenen die het meest verloren hebben.

Zoals in de grafiek zichtbaar is, is de loonontwikkeling tijdens de eerste golf van crisis (2008-2014) ten koste gegaan van degenen die het minste verdienden en die tot 27% van hun inkomen verloren, terwijl de salarissen van de kleinburgerij en de bourgeoisie in de onderneming vrijwel ongewijzigd bleven.

Dat is veranderd sinds 2016-17, zoals we zien in de volgende grafiek waarin de loonvariaties worden weergegeven door een blauw “U” -vorm.

graph04
Ontwikkeling van de salarissen in Spanje in 2018. Toename in de uitersten van de verdeling. [NB bovenschrift: 2017]

De bourgeoisie heeft terrein teruggewonnen en daarmee zijn de salarissen van directies en middenmanagers dramatisch gestegen; maar de lagere lonen zijn ook meer dan gemiddeld gestegen, terwijl de gemiddelde lonen zijn gedaald of nauwelijks zijn gebleven. Wat is er gebeurd? De nieuwe contracten die tijdens de crisis werden ondertekend, werden dat al onder schandalige, precaire omstandigheden. De vraag naar arbeid door bedrijven was geconcentreerd in de laagste betaalde categorieën. Naast het “herstel” dat nu schipbreuk leidt, komen diensten en bouw [weer] op gang – gestimuleerd door een gloednieuw model van vastgoedspeculatie – beide sectoren met bijzonder lage lonen.

graph5
Groei werkgelegenheid per sector in Spanje in 2018

Dat wil zeggen dat de stijgende vraag naar laaggeschoolde en de het slechtst betaalde werknemers, paradoxaal genoeg tendens met zich brengt om hun lonen te verhogen en de lonen te verlagen van degenen die eerder een beetje beter af waren dan degenen die [voorheen] gedwongen waren tot werkloosheid en ontscholing. Het resultaat was een aanzienlijke stijging van de laagste lonen – die zich in ellendige omstandigheden bevonden – en een verlaging van de gemiddelde lonen. De lonen neigden daarom geconcentreerd te zijn rond wat toen het nieuwe minimumloon was, tot het punt dat 47% van de werknemers in 2017 al lonen onder de 1.000 euro verdiende.

Nieuw minimumloon

graph03
Aandeel van de lonen in de totale inkomens (inclusief winsten die [aan directies en topmanagers] als lonen worden uitbetaald). Het aandeel van de arbeid neemt alleen maar toe als het kapitaal een barst vertoont en nog geen tijd heeft gehad om de lonen nog meer aan te vallen.

Dit proces, dat praktisch universeel is, wordt versneld door de nieuwe minimumlonen, die van Griekenland tot Brazilië, via Mexico en Spanje over de hele wereld worden goedgekeurd.

Maar dit is slechts een deel van het totaalplaatje: zoals aangegeven in de grafiek hierboven, is de verwachting voor 2018 dat, ondanks de stijging van het minimumloon, het aandeel van de lonen in de inkomens blijft dalen, dat wil zeggen dat, hoewel de laagste lonen omhoog gaan, net als die van de kaders van het bedrijf, de hele loonsom minder groeit dan het weinige dat de waarde van de productie groeit. Dat betekent dat de technocraten van het staatskapitalisme een nog grotere ineenstorting van de gemiddelde lonen als vanzelfsprekend beschouwen. Maar er is meer …  de inflatieverwachtingen beginnen naar boven bijgesteld te worden. Niet te vergeten dat in Duitsland en Frankrijk fiscale onbuigzaamheid plaatsmaakt voor “flexibiliteit”, dat wil zeggen, door concessies die zijn afgedwongen door de “gele jasjes”, is de centrale bourgeoisie van de EU bereid tot een ​​nieuw spel waarin een beetje meer inflatie hen in staat stelt tot schermen met concessies in een tijd dat de klassenstrijd afstompt, maar nog steeds leven vertoont.

Hoe zou dat de salarisstructuur beïnvloeden? Lonen rond het minimum zouden weer verliezen wat ze eerder hebben gewonnen, het kapitaal zou zijn aandeel in de inkomens verhogen, de salarissen van directies (de ondernemingsbourgeoisie) zouden niets voelen en de salarissen van de middenmanagers (kleine bourgeoisie binnen de onderneming) zouden hun aanwinst uitgehold zien, maar een deel daarvan behouden. Dat wil zeggen, een resultaat dat erg lijkt op dat van het beleid onder Trump in de VS.

Nuevo Curso, 7 januari 2019

Zie het Spaanstalig origineel voor meer hyperlinks naar geraadpleegde bronnen: ¿Cómo puede una subida del salario mínimo incrementar el número de trabajadores con salarios menores?

Toelichtingen en opmerkingen tussen vierkante haken door de vertaler.

Waarom verhogen regeringen over de hele wereld het minimumloon?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s