De ellende van het reëel-bestaande socialisme

Lueer_fundamentalDe volgende tekst is afkomstig uit een hoofdstuk van het boek van Hermann Lueer, Fundamental principles of communist production and distribution. De paginanummers tussen haakjes verwijzen naar de vrije weergave van het gelijknamige boek door de Gruppe Internationaler Kommunisten (Holland), Rüdiger Blankertz Verlag 1970. (1)

Met een diepgaand begrip van het werk van de GIK beantwoordt de tekst de traditionele en nieuwere verheerlijkingen van het kapitalisme: de zegeningen van de markt en de verworvenheden van de kapitalistische ontwikkeling van de technologie, waarvoor blijkbaar geen alternatief mogelijk is. In de argumentatie laat het boek zien hoe de opvattingen van de GIK overeenkomen met die van Marx en Engels en hoe recente ontwikkelingen van het geglobaliseerde kapitalisme begrepen en overwonnen kunnen worden. Sommige kritieken op de uitspraken van de GIK, die ze zelf onderlegd lieten, worden beantwoord met de duidelijke omschrijving van de “sociale revolutie” in de zin van de GIK. Door de contextuele samenhang aan te tonen tussen Lenins opvattingen over communisme en Gorbatsjovs inzet voor de markteconomie, maakt Lueer de actualiteit van de kritiek op de verschillende standpunten binnen de Communistische Partij van Rusland in het debat over de N.E.P. in de jaren twintig duidelijk.


De ellende van het reëel-bestaande socialisme

“Dit jaar hebben we duidelijk laten zien dat we niet weten op welke manier we de economie moeten aanpakken. Dat is de fundamentele les. Of we zullen volgend jaar het tegendeel bewijzen, of de Sovjetmacht kan niet langer bestaan.” W. I. Lenin, maart 1922. (2)

Voor de communistische bolsjewieken en hun opvolgers, maar ook voor de marktsocialisten van allerlei aard, was en is de invoering van de individuele arbeidstijd als maatstaf voor het aandeel in het product van de maatschappelijk arbeid geen punt van aandacht. De marktsocialisten willen het kapitalisme niet afschaffen, maar reguleren volgens socialistische criteria. Ze willen de burgerlijke en kapitalistische staat veroveren door middel van algemeen kiesrecht, en door gebruik te maken van de burgerlijke democratie en met staatsregulering de door de kapitalisten geleide economie veranderen in een socialistische markteconomie onder leiding van de democratische staat. Realisme was en is in veel gevallen een vast onderdeel van deze inspanningen. Altijd wordt opnieuw duidelijk dat in tegenstelling tot dit ideaal de staat met een marktsocialistische meerderheid eveneens op de eerste plaats onderhevig is aan de noodzaak van kapitalistische concurrentie (trefwoord: concurrentiekracht), wat de haalbaarheid van socialistische programma’s relativeert. De bolsjewieken en hun opvolgers hebben dit idealisme van de marktsocialistische politiek vastberaden bestreden. Zij propageerden de vernietiging van de burgerlijke staat in de revolutie, de vorming van een nieuwe politieke macht door de politieke organisatie (partij) van de arbeidersklasse en, met de afschaffing van de anarchie van de markten, de geplande organisatie van de economie volgens socialistische principes.

De Russische Revolutie verliep aanvankelijk grotendeels volgens deze opvatting. In 1917 begonnen de producenten in Rusland, onder leiding van de bolsjewistische organisatie, de eigenaren te onteigenen met de bedoeling om de productie en distributie volgens communistische grondbeginselen te organiseren. Het proces van onteigening begon van onderaf, tot grote ontzetting van de bolsjewieken, die de economie van bovenaf wilden leiden en besturen. (16) De bolsjewieken pleitten er niet voor dat de arbeiders de fabrieken zouden bezetten om ze onder hun leiding voort te zetten als een “vereniging van vrije mensen”. De arbeiders zouden alleen het staatsapparaat van de bourgeoisie moeten vernietigen en de bolsjewieken in de leiding van de nieuwe staat moeten brengen. De geleidelijke invoering van een planmatige organisatie van de economie volgens socialistische principes zou vervolgens de taak van de nieuwe leiding zijn. (161) De Communistische Partij heeft dan ook geen richtlijnen aangereikt waarmee de arbeiders zelf de bedrijven in het communistische bedrijfsleven hadden kunnen inpassen, noch heeft zij richtsnoeren gegeven voor de daadwerkelijke overdracht van bestuur en administratie aan de maatschappij. Voor hen was de bevrijding van de arbeiders niet het werk van de arbeiders zelf, voor hen was de invoering van het communisme een functie van de “mannen van de wetenschap”, de “intellectuelen”, de “statistici”, enz. (163) De arbeidersklasse was net goed genoeg om de oude heersers over de arbeid weg te jagen – en door nieuwe te vervangen. De taak van de arbeiders ging niet verder en kon ook niet verder gaan, omdat de basis voor zelforganisatie niet werd gelegd door algemeen geldende regels voor de productie. Omdat het socialistische bedrijfsleven niet moest worden georganiseerd in de betekenis van een “vereniging van vrije mensen” door de directe verhouding van de producenten tot het maatschappelijke product. (163 e.v.)

Terwijl in het begin nog directeuren, gemeenteraden, enz. verantwoording verschuldigd waren aan de arbeiders, werden zij geleidelijk aan ondergeschikt gemaakt aan de centrale leiding die het geheel dirigeerde. In het begin was het verantwoordelijkheid naar beneden, nu naar boven (12). “De revolutie heeft zojuist de oudste, sterkste en zwaarste ketenen, waarin de massa’s zich onder dwang hadden geschikt, stuk geslagen. Dat was gisteren. Maar vandaag de dag eist dezelfde revolutie, precies in het belang van haar ontwikkeling en consolidatie, precies in het belang van het socialisme, de onvoorwaardelijke onderschikking van de massa’s aan de eensluidende wil van de leiders van het arbeidsproces.” (3).

De Communistische Partij geloofde aanvankelijk dat het alleen maar nodig was om de oude industriële leiders te verjagen en de bevelsmacht over de arbeid zelf in handen te nemen om alles volgens socialistische principes te laten verlopen. Lenin verwoordde dit idee als volgt: “Zonder de grote banken zou het socialisme niet te verwezenlijken zijn. De grote banken zijn dat “staatsapparaat”, dat wij voor de verwezenlijking van het socialisme nodig hebben en dat wij kant en klaar van het het kapitalisme overnemen, waarbij onze taak hier slechts bestaat in het afsnijden van datgene, dat dit uitstekende apparaat kapitalistisch misvormt, om het nog groter, nog democratischer, nog alomvattender maken van dit apparaat. De kwantiteit slaat om in kwaliteit. Eén enkele ontzaglijk grote staatsbank met filialen in elk kanton, bij elke fabriek – dat is al negen tiende van het socialistische apparaat. Dat is een algemene staatsboekhouding, een algemene staatsrekenschap van de productie en de verdeling van de producten; dat is om zo te zeggen zoiets als het skelet van de socialistische maatschappij” (4).

Nadat het jaar 1919 voor de Sovjetregering was geëindigd met doorslaggevende militaire overwinningen in de burgeroorlog, werden de inspanningen geïntensiveerd – gezien de chaotische ontwikkeling van de door de staat gecontroleerde gemengde economie – om een marktloze economie op basis van een plan, een centraal geleide economie, op te bouwen (5). Daarbij streefden de Bolsjewieken bewust naar de afschaffing van het geld, wat zou moeten gebeuren door een massale inflatie van het ruilmiddel. “Als de waarde van het geld bij ons in Rusland daalt, dan is dat zeker zeer moeilijk voor ons vol te houden …. Maar we hebben een uitweg, een hoop. We naderen de volledige afschaffing van het geld. We naturaliseren het loon, we introduceren het gratis gebruik van trams, we hebben gratis schoollessen, gratis lunch – ook al is het voorlopig een slechte -, gratis woning, verlichting, enz. We doen dit heel langzaam, onder extreem moeilijke omstandigheden moeten we voortdurend strijden, maar we hebben een uitweg, een hoop, een plan.” (6) (168).

Voor zover zij erin slaagden de vrije markt te vernietigen, zouden de functies daarvan worden overgenomen door centrale administratieve instanties. De Opperste Economische Raad, opgericht eind 1917, had tot taak bij de overgang naar een economie in natura de distributie van alle goederen te organiseren, waarbij geld en handel werden geëlimineerd. Met andere woorden, hij moest voor alle inwoners bepalen hoeveel brood, boter, kleren, etc. ieder individu kon krijgen, en deze goederen aan hem in natura toewijzen. Dit moest mogelijk worden gemaakt door nauwgezette productie- en consumptiestatistieken. De berekening van de productie en distributie zou dus niet in geld of in een andere algemene maatstaf moeten worden uitgedrukt, maar in aantallen goederen. Men zou berekenen op basis van gewicht, lengte of inhoudsafmetingen of uiteindelijk alleen op basis van het aantal consumptiegoederen (168 e.v.). Dat dit niet alleen op papier is gebeurd, kan uit enkele gegevens worden afgeleid: Op 11-10-1920 werd de verordening gepubliceerd dat “het gebruik van telefoon, watervoorziening, riolering, gas, elektriciteit en transportmiddelen, alsmede de levering van brandstof en huur voor de arbeiders en ambtenaren van alle staatsbedrijven en voor invaliden, familieleden van het Rode Leger, enz. gratis zou zijn” (7). De “naturalisatie van het loon” werd hierdoor verder bevorderd. Uiteindelijk werd slechts 15% van het loon in geld, terwijl 85% in natura werd uitbetaald. Het Commissariaat voor de Voedselvoorziening moest op deze manier voor 58 miljoen mensen zorgen. Het was een poging om de socialistische economie te controleren volgens het principe van de geplande productie van consumptiegoederen (169) (…)

Een programma van “socialistische boekhouding en controle”, dat Stalin consequent heeft uitgevoerd met het ideaal van een communistische economie in natura aan de verre horizon in het kader van de leidende rol van de partij, en dat uiteindelijk niets anders betekende dan de overgang naar het marktsocialisme. Na de stabilisatie van de economie werd dan ook geen poging gedaan om terug te keren naar de socialistische “economie in natura”. In plaats daarvan draaide de strijd tussen de facties binnen de Communistische Partij steeds meer rond de vraag of de markt min of meer zou leiden tot het succes van de planeconomie. Een absurde controverse gezien Marx’ kritiek op de politieke economie, waarin de vertegenwoordigers van het marktsocialisme uiteindelijk de overhand kregen en zo de terugkeer naar het kapitalisme in gang zetten. Mikhail Gorbatsjov vatte deze controverse als volgt samen: “Ondertussen heeft het leven aangetoond dat het geplande systeem, dat de marktcriteria en de marktcontrole negeert, net zo onbekwaam is om te functioneren als een markt die zich niet door een plan laat leiden”. (12) “De ervaringen van de hele wereld hebben de levensvatbaarheid en efficiëntie van de markteconomie bewezen. In onze samenleving is de overgang naar een markteconomie een gevolg van menselijke belangen en het doel is om een sociaal georiënteerde economie op te bouwen.“ (13)

De geschiedenis van het reëel-bestaande socialisme bevestigt hiermee de grondbeginselen van de communistische productie en distributie die in deze tekst in twee opzichten worden gepresenteerd. Economisch, in die zin dat een rationele economie onmogelijk is zonder een algemene maatstaf die productie en distributie met elkaar verbindt. Politiek in die zin dat zonder de invoering van individuele arbeidstijd als maatstaf voor het aandeel in het product van maatschappelijk noodzakelijke arbeid, de leden van de maatschappij geen controle krijgen over het maatschappelijke arbeidsproduct, maar het in de handen van een regering leggen. De groei van het “loon in natura” (in bolsjewistische versie!) kwam dus neer op dezelfde groei als het staatskapitalistische monopolie dat ten gunste van het hele volk werd toegepast: de uitbuiting van de arbeidersklasse (171 e.v.). In de concentratie van de beschikkingsmacht over het productieapparaat, over de maatschappelijke arbeid en het maatschappelijke product als geheel, zien we de vorm waarin de dictatuur van het proletariaat overgaat in de dictatuur over het proletariaat (172).

Noten

1 Opmerking van Arbeidersstemmen: Dit is de herdruk van 1970 van de eerste uitgave van het werk van de Groep(en) van Internationale Communisten (GIC), die in 1930 in het Duits verscheen. De laatste door de GIC uitgegeven derde druk (aanzienlijk uitgebreid en gewijzigd) verscheen alleen in het Nederlands, Amsterdam 1935, en werd in de jaren 1950 en 1970 heruitgegeven door Uitgeverij De Vlam.

W.I. Lenin, XI. Partietag der KPR(B) 27 maart 1922, Lenin Werke Bd.33, S. 260.

W.I. Lenin, Die nächsten Aufgaben der Sovjetmacht, 28.4.1918, Lenin Werke Bd. 27, S. 260. Benadrukking in de oorspronkelijke tekst.

V.I. Lenin, Zullen de bolsjewieken de staatsmacht behouden?, oktober 1917, Progress 1977, p. 27. Benadrukking in de oorspronkelijke tekst.

Zie hiervoor: Friedrich Pollock, Die Planwirtschaftlichen Versuche in der Sowjetunion 1917 – 1927, Verlag Neue Kritik Frankfurt 1971, S. 56 e.v.

G. Sinowiew, Zwölf Tage in Deutschland, S. 74, geciteerd in: Friedrich Pollock, Die Planwirtschaftlichen Versuche in der Sowjet-Union 1917 – 1927, S. 73.

Friedrich Pollock, Die Planwirtschaftlichen Versuche in der Sowjetunion 1917 – 1927, Verlag Neue Kritik Frankfurt 1971, S.70.

Ludwig von Mises, Die Gemeinwirtschaft. Untersuchungen über den Sozialismus, Jena Verlag von Gustav Fischer 1922, S. 105 e.v.

W.I. Lenin, Die Neue Ökonomische Politik und die Aufgaben der Ausschüsse für politisch-kulturelle Aufklärung, 17.10.1921, in Lenin Werke Bd. 33, S.42f

10 W. I. Lenin, Die Neue Ökonomische Politik und die Aufgaben der Ausschüsse für politisch-kulturelle Aufklärung, 17.10.1921, in Werke Bd. 33, S.43

11 Leo Trotzki, Referat über die russische Industrie in: Linke Opposition in der Sowjetunion 1923-1928, S. 110

12 M. Gorbatschow, Rede auf der Konferenz von Orjol in: PRAWDA vom 16.11.1988, in: Sozialismus, Nr. 12/1988, S.15.

13 M. Gorbatschow, Hauptrichtungen zur Stabilisierung der Volkswirtschaft und des Übergangs zur Marktwirtschaft, in: Sowjetunion heute, Nr. 11/1990. S.VII-XII.

Verder lezen

Basisteksten marxisme-radencommunisme:

 

De ellende van het reëel-bestaande socialisme

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s