Het bedrijfsleven na de proletarische revolutie

picture-4
Illustratie Otto Neurath, ideoloog van het staatskapitalisme *)
Hier volgen de laatste fragmenten uit Hermann Lueer FUNDAMENTAL PRINCIPLES OF COMMUNIST PRODUCTION AND DISTRIBUTION, plus een samenvatting door de Groep van Internationale Communisten. Daarin staat de vraag voorop hoe te voorkomen dat – zoals in Rusland 1917 – de arbeidersraden hun macht verliezen en ondergeschikt worden gemaakt aan een dicatuur over het proletariaat.

Vervolg van De ellende van het reëel-bestaande socialisme en Ieder naar zijn behoeften, ieder naar zijn mogelijkheden

De “dictatuur” van de openbare boekhouding

Het is een machtskwestie of het in een communistische revolutie mogelijk is de relatie tussen producent en product te definiëren als de verhouding tussen de individuele arbeidstijd van de producent en de maatschappelijk gemiddelde arbeidstijd voor het product. Dit en alleen dit is de kernvraag van de sociale revolutie. (23)

De vereniging van vrije en gelijke mensen oefent een economische “dictatuur” uit. Met de toepassing van de individuele arbeidstijd als maatstaf voor het aandeel in het product van de maatschappelijke arbeid erkent zij niet het recht op uitbuiting en onderwerpt tegelijkertijd het hele economische leven aan de communistische productieregels. (114) De “dictatuur” bestaat uit de toepassing van de openbare boekhouding van de arbeidstijdstijdrekening als algemene grondslag voor productie en distributie. Hierdoor kunnen de leden van de maatschappij hun arbeidsgedeelde economie grotendeels zelfstandig beheren en besturen. Alleen fundamentele kwesties met betrekking tot verschillende aspecten van hun economische en sociale leven maken verdere totaalmaatschappelijke besluitvormingsprocessen noodzakelijk. Fundamentele overwegingen, bijvoorbeeld op het gebied van transport, energievoorziening, landbouw, milieu, geneeskunde, onderwijs, etc., moeten objectief worden uitgewerkt door de gespecialiseerde afdelingen van de centrale planningsorganisaties en na een uitgebreide maatschappelijke discussie ter besluitvorming aan de bevolking worden voorgelegd. Deze fundamentele beslissingen, die eenmalig moeten worden genomen of slechts met langere tussenpozen opnieuw moeten worden ingediend samen met de bijbehorende planning van te leveren inspanningen, vormen, naast de arbeidstijdrekening, de concrete basis waarop de leden van de maatschappij het reproductieproces van hun samenwerkende productiecoöperaties gezamenlijk kunnen controleren. De openbare boekhouding van de arbeidsuren die in en uit gaan in de keten van grondstof tot eindproduct, biedt de leden van de maatschappij een feitelijke basis voor suggesties tot verbetering of kritiek. De bedrijfsorganisaties houden een openbare boekhouding bij van de voorraad grondstoffen, halffabrikaten en productiemiddelen die hen zijn toevertrouwd in het kader van de toeleveringsrelaties en de daarin opgenomen arbeidstijden van het bedrijf. De maatschappelijk gemiddelde productietijd (als eenheid van productiviteit) komt naar voren als de controleur in de productiecoöperatie. (100) Als controleur, niet alleen met betrekking tot het afzonderlijke leveranciersrelaties, maar in relatie tot het totaalmaatschappelijke reproductieproces, dat voor iedereen openbaar is in de maatschappelijk gemiddelde productietijd per eenheid. Maar deze “controleur” is noch een boven hen staand subject, noch een zakelijke dwang van de kant van een economische wetmatigheid die achter hun rug om werkt, maar het is hun eigen coöperatieve werking die ze in onderling overleg met elkaar tot gemeenschappelijk nut kunnen regelen. Door de productie en distributie van goederen en diensten op basis van de arbeidstijdrekening uit te voeren, komen de beheersing van zaken en het leiden van productieprocessen in plaats van het regeren over mensen.

In geval van meningsverschillen zullen de leden van de maatschappij binnen het bedrijf hun zaken in directe kritische uitwisseling met elkaar regelen. Zowel tussen de productiecoöperaties onderling als met betrekking tot overkoepelende zaken van hun productieverhoudingen zullen de leden van de maatschappij hun zaken regelen via de door hen gekozen en permanent herkiesbare raden. De afzonderlijke bedrijfsorganisaties worden daarin ondersteund door de totaalmaatschappelijke controle van de door hen gezamenlijk hiertoe ingestelde centrale plannings- en controleorganisaties, maar altijd volgens het motto: Zelfstandige leiding en beheer blijven de dwingende vereiste waarvan, ondanks alle mooie woorden, de vrije producenten niet mogen afwijken. (101) De centrale plannings- en controleorganisaties zijn niets anders dan administratoren in een maatschappij waarvan de leden door het vermaatschappelijken van de productiemiddelen en met behulp van de arbeidstijdrekening zelf de basis hebben gelegd om zelfstandig te beslissen wat ze wel of niet willen hebben met betrekking tot de arbeid die daarvoor moet worden verricht.

In de vereniging van zelfbepalende mensen zijn de raden de organisatorische wapens in het kader van hun maatschappelijke organisatie. Niet de centrale planningsinstantie benoemt de bedrijfsleiding, die op haar beurt het afdelingsmanagement zou benoemen, dat dan de producenten voorschrijft wat ze moeten doen, maar andersom. De door de producenten gedelegeerde raden geven instructies aan de vereiste instanties voor de planning tussen de bedrijven. Met de consolidatie en onderlinge afstemming van de afzonderlijke plannen en met de controle van de relaties tussen de bedrijven, wordt geen enkele macht opgelegd in de zin van dwingende aanwijzingen en gewelddadige handhaving. De organisaties boven het niveau van de werkvloer zijn niets anders dan de middelen van de leden van het bedrijf om wat “noodzakelijk” is in hun door arbeidsdeling gekenmerkte productieverhoudingen doorzichtig te maken voor hun besluitvormingsprocessen. De ‘vereniging van vrije mensen’ accepteert geen bedrijfsleiders die zijn aangesteld door centrale overheidsinstanties en die de werktijden en de organisatie onafhankelijk van de wil van de leden van de maatschappij bepalen. Zij creëren en controleren zelf de centrale planning- en controleorganisatie die nodig is voor hun productie door middel van hun radenorganisatie, waarmee zij het verband bepalen tussen hun productiedoelen en de noodzakelijke arbeidsinspanning. Zo blijven de arbeidsplaatsen en de communes de zelfstandige vormen van organisatie van de bevolking met het oog op het gezamenlijk regelen van hun arbeidsdelige relatie. Het blijft dus een kwestie van zakelijke verheldering en niet van beslissingen op hoger niveau.

Laten we de toekomst veranderen

Moet een geplande productie die de vrije markt te boven gaat noodzakelijkerwijs leiden tot een dictatuur die zich boven de producenten verheft? We zeggen “nee!”. In een maatschappij waarin de verhouding van de producent tot het sociale product direct vastligt, bestaat dit gevaar niet. (22) In deze gang van productie- en distributie wijst niemand toe welk deel van het maatschappelijk product voor iedereen beschikbaar is. Het is geen verdeling door personen, maar ze wordt in wezen uitgevoerd in het kader van de berekening van de arbeidstijd zelf. De verhouding van de producenten tot het maatschappelijk product wordt hierdoor bepaald en juist daardoor heeft niemand iets toe te wijzen. Dit is de verklaring voor het geheim dat een staatsapparaat geen plaats heeft in de economie. De hele productie en distributie staan op een reëele grondslag, want het is juist deze relatie die producenten en consumenten in staat stelt om het hele proces zelf te sturen en te leiden. (68) In elke andere maatschappij, waar dit niet van toepassing is, moet het productieapparaat uiteindelijk uitgroeien tot een onderdrukkingsapparaat. (22)

Het verwezenlijken van de sociale revolutie is dus in wezen niets anders dan de invoering van de arbeidstijd als maatstaf in het hele economische leven. Ze dient als maatstaf voor de productie en meet tegelijkertijd het aandeel van het individu in het maatschappelijk product. Het gaat er hier om dat deze categorie door de producenten zelf wordt gerealiseerd. En dit gebeurt niet omdat het een “ethische” of “morele” eis van het communisme is, maar omdat de “vereniging van vrije mensen” economisch niet anders mogelijk is. (176) Het is geen kwestie van rechtvaardigheid die door de staat zou kunnen worden georganiseerd, maar een kwestie van de economische grondslag waarop de producenten hun samenwerking zelfstandig kunnen opbouwen. Het proces van in elkaar grijpen en samenvoegen groeit van onderaf, omdat de producenten zelf het beheer en de leiding in handen hebben. Nu is er ruimte voor het initiatief van de leden van de maatschappij zelf, die het beweeglijke leven in zijn duizenden gedaantes vorm kunnen geven. (23)

De succesvolle sociale revolutie vereist daarom een duidelijk begrip van wat er met de productiemiddelen moet gebeuren. Het moet gaan om het opheffen van de scheiding tussen de producent en het maatschappelijk product, en dit is alleen mogelijk als de arbeidstijdrekening van in alle opzichten wordt uitgevoerd. De arbeidstijd als maatstaf voor het aandeel in het product van maatschappelijk noodzakelijk arbeid is de hoogste eis die het proletariaat kan stellen, maar tegelijkertijd is het ook de laagste en ongetwijfeld wordt daarmee een machtsvraag gesteld. (141 e.v.)

Samenvatting van Grondbeginselen van de communistische productie en distributie

Uitgave van de Groep van Internationale Communisten (tweede druk, 1935)

Vatten we onze beschouwingen kort samen, dan komen we tot het volgende beeld:

De basis van deze onderzoekingen vinden we in het empirische feit, dat de productiemiddelen zich bij de overname van de macht in handen van de bedrijfsorganisaties bevinden. De kracht van de communistische gezindheid, welke weer samenhangt met de helderheid van inzicht, wat met deze productiemiddelen gebeuren moet, zal bepalen, of zij ze ook zullen houden. Houden zij ze niet, dan gaat het naar het staatscommunisme, dat echter de loonarbeid niet kan afschaffen. Houden zij ze wel, dan kunnen zij productie en consumptie enkel en alleen ordenen op de grondslag van de maatschappelijk gemiddelde productietijd onder afschaffing van het geld. Zeker is het ook mogelijk, dat er zulke krachtige syndicalistische tendensen aanwezig zijn, dat de arbeiders zullen beproeven, de bedrijven in eigen beheer te nemen, om ze zoveel als hun “bezit” te beschouwen, om de “volle opbrengst van de arbeid” onder het bedrijfspersoneel te verdelen. Deze soort “communisme” kan het geld niet afschaffen en voert langs de weg van het gildensocialisme naar het staatskapitalisme. Voor ons ligt daarom het zwaartepunt van de proletarische revolutie in het leggen van een vaste verhouding van de producent tot het maatschappelijk product, wat alleen mogelijk is bij de doorvoering van de arbeidstijdrekening in productie en consumptie. Het is de hoogste eis, die het proletariaat stellen kan, … maar tegelijk ook de laagste. Het is een machtsvraag bij uitnemendheid, die enkel en alleen het proletariaat, zonder de hulp van andere maatschappelijke groepen, heeft uit te vechten.

Het houden van de bedrijven ziet dus op het zelfstandige beheer en leiding van het bedrijf. Het is tegelijk de enige voorwaarde, waarop de arbeidstijdrekening werkelijk doorgevoerd kan worden. Een ware stroom van literatuur, vooral uit Engeland, Amerika en Duitsland, komt bewijzen, hoe het kapitalisme de berekening van de productietijd van de producten voorbereidt (de moderne kostprijsberekening). In het communisme gaat de berekening van p + g + a gewoon door, net als in het kapitalisme, alleen met andere rekeneenheid. In dat opzicht draagt de oude maatschappij de nieuwe orde in haar schoot. De verrekening tussen de bedrijven gaat in het communisme door de algemeen maatschappelijke boekhouding, over het girokantoor, … evenals nu. Ook hier baar het kapitalisme de nieuwe orde. De samentrekking van de bedrijven is een proces, dat zich ook heden voltrekt, al is het ook waarschijnlijk, dat de groepering van de bedrijven een andere zal zijn, aangezien de samenvatting zich naar andere gezichtspunten voltrekt. De bedrijven, die we het AMA-type noemden, de “openbare bedrijven”, is het op communistische leest schoeien van takken van bedrijf, die heden ook aanwezig zijn, maar als instrumenten van de klassenstaat fungeren. Ze worden losgemaakt van de staat en bij de samenleving ingevoegd. Wel is er nog een staat aanwezig, omdat de bourgeoisie wel verslagen, maar nog niet verdwenen is. De staat staat nu echter duidelijk voor ieder zichtbaar als orgaan ter onderdrukking van de contra-revolutie, … maar hij heeft in de productie of distributie niets te zoeken. Hiermee zijn dan tegelijk de voorwaarden gegeven, waarop de staat inderdaad “afsterven” kan.

Het losscheuren van de openbare bedrijven van de staat, het inschakelen van deze bedrijven in het geheel van de planmatige productie, stelt meteen de eis, dat berekend moet worden, hoeveel maatschappelijk product nog individueel gedistribueerd moet worden, waartoe we de uitbetalingsfactor vonden.

Stellen we hier het staatscommunisme, of wat hetzelfde is, het staatskapitalisme, tegenover, dan valt direct in het oog, dat er van een exacte verhouding van producent tot maatschappelijk product geen sprake kan zijn. De arbeider is staatsarbeider en ontvangt zijn arbeidsloon van de staat. De hoogte van dit loon wordt door de collectieve contracten met de vakverenigingen bepaald. De leiding van de productie berust in de handen van de staatsbureaucratie, waarbij dan aan de producenten “medezeggenschap” wordt gewaarborgd door middel van de vakverenigingen. Daarmee wordt dan de democratie tot dekmantel waarachter zich de werkelijke overheersing van de miljoenen verbergt, juist als onder het kapitalisme.

Bron: aaap.be.

*) Bij de illustratie. Otto Neurath, ideoloog van het staatskapitalisme

De Onafhankelijken ontwerpen ook plannen voor gematigde socialiseringen — vooral niet te snel ineens, geen experimenten! Zij ontwerpen mooie plannen voor de opbouw van een socialistische productie op gebied van grootindustrie en grote landbouw; maar zij vergeten daarbij de hoofdzaak: de macht van het proletariaat te verzekeren, die daar achter moet staan. Zij denken er niet aan — in de theoretische geschriften van Kautsky is daarvan ook niets te vinden — dat socialisme niet een kwestie is van nationalisatie van bedrijven, maar een kwestie van macht van het proletariaat. Het gevolg zal zijn, dat òf de tot de macht weer opgeklommen bourgeoisie een eind maakt aan deze plannen, òf ze op haar manier verwezenlijkt — als staatssocialisme. Trouwens, reeds nu gaan de Onafhankelijken arm in arm met Jaffe, de Beierse professor in de economie, die reeds tijdens de oorlog plannen voor een uitgebreid staatssocialisme ontwierp [en die Otto Neurath naar voren schoof om dit aan de arbeiders te verkopen als socialisme; Cartwright Otto Neurath: Philosophy Between Science and Politics, p.43]. Op dit, staatssocialistisch program zullen wellicht de beide socialistische partijen zich met de radicale burgerlijken kunnen verenigen — wanneer niet de actie van het proletariaat deze plannen verhindert.

De Duitsche revolutie / A[nton]. Pannekoek in: De Nieuwe Tijd, 23e Jg., 1918, p. 509-515

VERDER LEZEN

Basisteksten marxisme-radencommunisme:

Het bedrijfsleven na de proletarische revolutie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s