

Gevangen sinds 1999, ter dood veroordeeld en vervolgens tot levenslange gevangenisstraf, Abdullah Ocalan, leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), wordt door de Franse en internationale linkse en uiterst linkse partijen beschouwd als een “libertair”, “feministisch” en “ecologisch” denker.
Ondanks deze lofbetuigingen schreef de onaantastbare Ocalan in april 2020 toch twee artikelen in die zijn uitzinnige antisemitisme en samenzwerings-wanen duidelijk naar voren brengen: “In de herdenking van de Holocaust 1) en “De Joodse Ideologie, Kapitalisme en Moderniteit” 2). Deze teksten werden gepubliceerd in het Engels op de website van de Iraanse Koerden (rojhelat.info), die de geschriften publiceren van de PJAK, de Partij voor een vrij leven in Koerdistan, nauw verbonden met de PKK. Sinds april 2020 hebben deze twee teksten voor zover ik weet, tot geen enkele reactie of een debat geleid op deze website, of elders.
Zelfs als deze twee artikelen slecht zijn vertaald in het Engels (en waarschijnlijk slecht zijn geschreven in hun oorspronkelijke taal) hun antisemitisme is schaamteloos 3).
Is dit openlijke antisemitisme echt nieuw in het denken van Ocalan en binnen de PKK? Ik betwijfel het. Enkele kameraden vertelden me dat ze al jaren horen over het ongebreidelde antisemitisme binnen de PKK, maar dat ze de strijd van de Koerden voor hun nationale bevrijding niet wilden schaden. Al vele jaren een typische houding in links en uiterst links.
Maar, zelfs als Ocalan pas in april 2010 een antisemiet werd, verandert dat niets aan het probleem.
Het is duidelijk uit zijn manier van schrijven, dat hij wil voorkomen als een belangrijke theoreticus en een aangeziene kenner van de geschiedenis van het Joodse volk, in de afgelopen 3500 jaar. Zijn opmerkingen beperken zich niet tot de evocatie van de massamoord op de Joden, die hij formeel veroordeelt (“Zonder enige twijfel kon Hitler niet worden verdedigd. Genocide is de meest notoire misdaad tegen de menselijkheid”), of hoe Joden zich in de 21e eeuw zouden kunnen integreren in het Midden-Oosten , omdat hij “behoort tot een van de meest fervente aanhangers van de opvatting dat de Joden zich in het Midden-Oosten moeten vestigen en gerespecteerd moeten worden zoals andere mensen” . Maar op één voorwaarde: Joden moeten afstand doen van het verderfelijke model van de natiestaat en de vestiging aanvaarden van “democratisch-geconfedereerde” structuren, in de PKK-stijl. Inderdaad, voor Ocalan is de natiestaat de bron … van het absolute kwaad en vertegenwoordigt deze de “belangrijkste beheersinstrumenten van de Joodse kosmos”. Achter deze pseudo-“libertaire” beschuldiging, schuilt een verwoed antisemitisme.
In zijn twee artikelen houdt Ocalan zich bezig met lange pseudo-theologische bespiegelingen die teruggaan tot Abraham. Ik zal hier niet ingaan op zijn omzwervingen en me beperken tot zijn zuiver politieke beschouwingen.
De onbetwiste leider van de PKK beweert een analyse te geven van de “drie strategieën” die “de Joden” in de geschiedenis hebben ingezet “om te overleven”. In werkelijkheid heeft Ocalan, ondanks zijn gebruik van Marxistische taal, slechts een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Protocollen van de Ouderen van Zion.
In zijn ogen zijn Joden altijd al vervolgd en moesten zij zich daarom 4) verdedigen tegen de vijandigheid die zij opwekten, met behulp van drie verschillende, maar elkaar aanvullende “strategieën”:
1) Ze voerden een strijd om ideologische invloed, dankzij hun monotheïstische religie, die Ocalan vaak “mozaïcisme” noemt. Ze “creëerden verschillende religies” (christendom, islam) of “filosofische” bewegingen”. Hun “intellectuelen, schrijvers, denkers, ideologen, geleerden” speelden een beslissende rol in alle intellectuele vormen van denken van de mensheid. Zij propageerden “scientisme” en “positivisme”, de religie van het kapitalisme, en transformeerden het secularisme in een schadelijke “anti-religie”. Ze speelden een beslissende rol in de creatie van de eerste “loges van de vrijmetselarij”, enz. Dat alles, zonder “kwade bedoelingen” (sic).
2) De Joden streden om een dominante economische en sociale positie te verwerven, vooral door handel, geldleningen, valutawisselactiviteiten en door hun “monopolies in de kapitaal-monetaire sfeer” (vooral bij de opbouw van de “Engelse en Nederlandse natiestaten”). Joden waren actief als “handelaars, zakenlieden en bankiers 5)”, werkten op de beurzen en investeerden hun kapitaal in de industrie om het te laten renderen. Sinds de 16de eeuw concentreert de driehoek Izmir-Anatolië, Amsterdam-Holland en Engeland zich op de “joodse macht” waarvan Londen het epicentrum was (en nog steeds is). En volgens de paranoïde visie van Ocalan financierden “de Joden” oorlogen (van de 16e eeuw tot op heden!) 6) en breidden ze hun macht uit “in Caïro, Aleppo, de Sham [Groot Syrië], Tabriz, Antakya, Bagdad en Istanboel”. Voor Ocalan is het kapitalisme onlosmakelijk verbonden met het “mozaïcisme”, 400 jaar lang, zelfs in natiestaten waar geen enkele jood leefde omdat de kapitalistische moderniteit overal door joden is gevormd” 7);
3) “De Joden” hebben wat Ocalan “afvalligheid” noemt, maar wat voor hem een andere betekenis heeft: een slim berekende verhulling (het equivalent van de beroemde sjiitische “taqiya” die journalisten zo opwindt). Ofwel hebben “de Joden” zich hypocriet een andere religie (de islam of het christendom) eigen gemaakt terwijl ze het jodendom in het geheim bleven beoefenen, ofwel hebben ze zich gepresenteerd als agnosten, atheïsten, radicale aanhangers van de vrijheid van denken, of zelfs als “vrijmetselaars” – houdingen die, aan de oppervlakte, aan de antipoden van het joodse geloof en het “mozaïcisme” leken te liggen.
Volgens de leider van de PKK tonen “de Joden” een groot “strategisch” gevoel, en hebben ze dus altijd hun ware doelen verborgen. Dankzij deze drie zogenaamde “strategieën8)”, zijn “de Joden” (die Ocalan achtereenvolgens kwalificeert als een “natie”, een “religie”, een “etnische groep” en een “stam”) erin geslaagd een “nationalistische-stam”-ideologie te ontwikkelen, die later de vorm aannam van het zionisme, maar die eerst bijdroeg tot de oprichting van de “eerste natiestaat” in de 16e eeuw. Raad eens waar? In Engeland! En natuurlijk inspireerde “de Joden” de schepping van andere natiestaten waar zij aanzienlijke economische en politieke invloed uitoefenden (de lezer kan de lijst aanvullen door te putten uit zijn persoonlijke fantasieën).
Misschien moet deze “marxistische” dwaasheid worden geciteerd, om het antisemitische gif op te sporen dat het probeert te verbergen.
Ocalan:
“De natiestaat was niet alleen samengesteld uit de door de staat bestuurde kaders, maar had een bepaalde ideologische samenstelling voor zowel de burgers als de regeringskaders (precies gelijkend op religie) en voorzag de hele samenleving als het constituerende element van de natiestaat. Dit is het kenmerk dat de Hebreeuwse stammen vanaf het begin tot op heden eerst in de vorm van het etnische en daarna in de vorm van van de ontwikkeling van de natie-staat. Stam, etnische en de Hebreeuwse natie in het laatste stadium, zowel vanuit religieus als etnisch perspectief, zijn twee elkaar aanvullende elementen; in zekere zin is de etniciteit de religiositeit of is de religiositeit de etniciteit. Zonder rekening te houden met de scheiding van de heersers en de geregeerden, met als doel het raken van hetzelfde doelwit gaan ze met elkaar samen. De realiteit is dat (dit is mijn eigen analyse en ik beschouw het als belangrijk) de ontwikkeling van de natiestaat is afgeleid van de ideologieën van de Hebreeuwse stammen, die aan alle verschillende naties zijn opgelegd; en ze zijn aangepast en hervormd in overeenstemming met die ideologieën. De organisatie van het moderne kapitalisme in joodse stijl (en het moderne Israël) zou de natiestaat zijn geweest. De kern van de natiestaat niet vanuit een raciaal perspectief maar vanuit het ideologische perspectief, draagt een joods zionistisch karakter. In het tijdperk van de kapitalistische moderniteit hebben de joden de natiestaat als model aangenomen”.
Volgens Ocalan voedde de joodse religie het idee van de natie, die op haar beurt het schadelijke idee van de staat voedde, een staat die zelf de garantie was voor de economische en sociale macht van de joden. De cirkel is nu rond. Hier wordt ons een anti-nationalistisch en anti-staatsverhaal met pseudo-“libertaire” boventonen gepresenteerd dat dient om een anti-Judaïse en anti-joodse verhandeling te construeren.
Ocalan leest als een slecht sciencefictionverhaal over de rol van de Joden in de vorming van natiestaten en vervolgens in nationalistische bewegingen die door de eeuwen heen doorgaan, omdat volgens Ocalan het “Joodse kosmopolitisme” (let op hoe het antisemitische panorama in de loop van de artikelen wordt voltooid), tal van sociale opstanden zal uitlokken en “Arabische, Turkse, Palestijnse, Iraans-sjiitische en Koerdische“ nationalistische bewegingen zal inspireren, gezien het vermeende ideologische “monopolie” dat “de Joden” zouden bezitten op het “nationalisme”.
Zoals u nu waarschijnlijk heeft begrepen, is Ocalan een voorzichtige antisemiet – of probeert hij dat tenminste te zijn.
Aan de ene kant prijst hij de “kwaliteiten” van de Joden, waarbij hij wijst op hun bewonderenswaardige vermogen om zich te verzetten tegen vervolging, bloedbaden en volkerenmoord op de Joden; hun zogenaamd “inherente” en “tribale” gevoel voor geld (als men dit als een compliment opvat); hun uitstekende intellectuele prestaties; hun beslissende bijdragen aan de Europese Verlichting. Ocalan gaat zelfs zo ver dat hij schrijft dat “de Joodse kleine beschaving”, die meer dan drie millennia geleden werd geboren, “de essentie van de wereldbeschaving” werd.
Aan de andere kant benadrukt hij de mate waarin “de Joden” een “stam”, een “etnische groep” of “kolonialen” (sic) vormen die, hoewel ze een minderheid zijn, altijd in staat zijn geweest om zowel de massa als hun leiders te manipuleren, of dat nu “in Syrië, Irak, Iran, de Kaspische banken (sic), Rusland”, “Noord-Afrika”, “Balkan”, Europa of Amerika is. Volgens Ocalan hebben “de Joden” al in de 10e eeuw “steden opgericht waarin zij ook markten vestigden” en monopoliseerden zij “de helft van de rol en het bestuur in de steden en het beheer van de pasgeboren zich ontwikkelende staten”.
Maar op een gegeven moment kan Ocalan zichzelf niet meer beheersen en onthult hij de basis voor zijn betoog: de Joden hebben hun eigen ongeluk niet alleen gecreëerd door zoveel economische en financiële macht te verwerven (vooral in het zieke brein van Ocalan), maar ook door zichzelf te beschouwen als “superieur aan de rest van de maatschappij” en als de “ uitverkoren natie van God” (opnieuw een andere “marxist” die dit concept niet begreep!).
Arme Joden, ze wisten het niet, maar ze veroorzaakten hun eigen genocide. Hun nationalistische, etnische en religieuze houding en ideologie zorgde niet alleen voor de opkomst van Hitler, maar ook voor de Holocaust.
“De fundamentele reden voor de door Hitler gepleegde Holocaust was dat de Joodse kapitalisten hun strategische economische macht achter de Britten gooiden en dat deze een substantiële rol speelde in de nederlaag van de Duitsers. Dezelfde alliantie in de Koude Oorlog zorgde er ook voor dat de Russische hegemoniale tendensen werden verslagen.” 9)
Volgens Ocalan heeft de uitzonderlijke combinatie van de “etnische en religieuze dimensies” die het jodendom kenmerken, de vijandigheid van de volkeren tegen de Joden, “de best georganiseerde en meest ervaren natie ter wereld”, onvermijdelijk uitgelokt.
Misschien wel het meest smerige, verkondigt Ocalan:
“Ik begrijp de slachtoffers van de genocide van harte; ik voel en begrijp het tot op het niveau dat geen enkele Jood zou kunnen bereiken; aangezien hetzelfde systeem mij heeft omsingeld en dezelfde rampspoed op mij heeft overkomen”. Hij voegt er meteen aan toe, “Toch waren het de Joden die zo’n systeem hebben gecreëerd en versterkt.”
“De Joden als zakenlieden en bankiers verzamelden een aanzienlijk kapitaal, en bij de oprichting van elke natiestaat kregen ze aanzienlijke bescherming. De natiestaat was de katalysator voor de uitbreiding van het Joodse kapitaal. (…). Toen het Joodse kapitaal zich over de hele wereld uitbreidde, had het desalniettemin zijn eigen tegenstanders voortgebracht. (…) Het is duidelijk dat de Joodse kapitalisten (…) zwaar geinvesteerd hebben om de instellingen van de natiestaat in de richting van hun traditionele politiek te brengen. Door dit te doen hebben zij expliciet de basis gelegd voor de afslachting van de Joodse gemeenschappen; zij waren zich daar niet van bewust en konden dus niet verantwoordelijk worden gehouden”.
En Ocalan legt uit dat men de genocide op Joden niet kan begrijpen of analyseren, en zelfs niet kan voorkomen dat er nog meer genociden plaatsvinden, als men de baanbrekende ideologische rol aan de kaak stelt van het “Joodse nationalisme” sinds … 3.500 jaar! !
Ocalan’s valse “voorbeelden” zijn deels afkomstig uit het Westen, waaronder Rusland, hoewel men zich afvraagt of hij werkelijk gelooft dat het Rusland van de Tsaren in handen was van “de Joden”, of dat hij gelooft in een internationale Joods-Bolsjewistische samenzwering! En hij kiest ook voorbeelden in het Midden-Oosten, waar volgens hem, heel vroeg in de geschiedenis, “de Joden” hun greep kregen niet alleen op de handel, maar op het land in “de meest vruchtbare gebieden”, waardoor de zaak van de Arabieren voor de geboorte van de Islam verdoemd is.
In deze twee artikelen verwijst Ocalan voortdurend naar de vermeende activiteiten van joodse bankiers en handelaren in deze regio. Voor hem kan de vijandigheid van de Arabieren tegen de Joden verklaard worden door een “conflict dat de historische achtergrond van 3500 jaar heeft” en “nu uitmondt in de botsing der beschavingen”.
Ocalan verwijst naar de “belangrijke“ 10) rol van de Joden in de Seltsjoekse dynastie (11de-13de eeuw) en vervolgens in het Ottomaanse Rijk, een rol die zou hebben geleid tot de vervolging en etnische zuivering van christenen en Koerden. Hij denkt dat de Joden zelfs bepaalde projecten hebben opgelegd aan Mustapha Kemal, die niet de volle omvang van hun snode invloed heeft begrepen.
Met meer dan drie millennia in vijftien pagina’s bieden deze twee zeer verwarrende artikelen ons een goed voorbeeld van een antisemitisch discours dat schuilgaat achter een geveinsde filosemitisme en een groot aantal anti-joodse clichés en klassieke stereotypen. Waarom moet een politieke gevangene als Ocalan, om zich te verdedigen tegen de Turkse staat (het verklaarde doel van deze twee artikelen, volgens de auteur)
een mythisch en fundamenteel samenzweerdersverhaal construeren (zelfs als hij zich vijandig opstelt tegenover samenzweringstheorieën)?
Wat is het verband tussen de strijd tegen zijn gevangenschap en de vermeende beslissende rol van de Joden achter de schermen van de geschiedenis gedurende drie millennia? Ik zie maar één verklaring: Antisemitisme is in de 21e eeuw is nog steeds een effectieve antikapitalistische 11) ideologie die pseudo-historische verklaringen biedt en linkse leiders als Ocalan helpt de politieke en sociale frustraties van de onderdrukten beter te manipuleren.
Maar, vraag ik u. Wie van links is nog in staat om antisemitisme aan de kaak te stellen en te bestrijden?
Y.C., Ni patrie ni frontiéres, 2 januari 2021
Bron: Mondialisme.
Vertaling uit het Engels: F.C.
Naschrift over Ocalan’s gebrekkige “geopolitiek”…
Ik kreeg de volgende opmerking na de publicatie van mijn artikel op het Net en omdat ik denk dat de auteur op een belangrijk punt wijst, voeg ik hier graag zijn kanttekeningen toe:
“Wat heel bijzonder is, is Ocalan’s samenvatting van alle antisemitische thema’s, tot een sausje verwerkt. Dit werpt een licht op samenzweringsthema’s waarvan het verband met antisemitisme niet noodzakelijkerwijs duidelijk is voor de leek, zoals de obsessie met de macht van de koningin van Engeland onder de volgelingen van Lyndon Larouche (Jacques Cheminade in Frankrijk). Een belangrijk punt lijkt mij zijn “geopolitiek” van de 20e eeuw en de 21e eeuw : de Joden staan achter de Angelsaksische maritieme rijken, Groot-Brittannië, en vervolgens de Verenigde Staten, die hun zegevierende strijd eerst tegen Duitsland hebben gevoerd (daarom heeft Hitler de Holocaust gepleegd, schrijft Ocalan!), daarna tegen Rusland-USSR, en nu leiden ze deze strijd tegen China.
(Nazi-)Duitsland, Rusland (onder Stalin, daarna onder Poetin), China, zijn de drie opeenvolgende figuren van de aardse rijken, die geen natiestaten zijn maar de roeping hebben om volkeren te verenigen die echt verbonden zijn met hun bodem (Ocalan staat hier dicht bij Alexandr Douguine) … Er is niets marginaals aan deze globale geopolitieke visie, waarin de gedachte aan nazi-Duitsland over het algemeen wordt uitgewist (maar Ocalan heeft de “verdienste” het niet te vergeten!). Het is zeer wijdverbreid.” (Vincent Présumey.)
Noten
1 http://rojhelat.info/en/?p=1188 (5 April 2020).
2 https://rojhelat.info/en/?p=1211 (13 April 2020).
3 PM Press (een Amerikaanse linkse en zelfs “libertaire” uitgever) publiceerde in 2020 een verzameling teksten (The sociology of freedom. Manifesto of the Democratic Civilization, volume III), waarin men dezelfde antisemitische gedachten kan vinden, maar dan in een beter Engels. Met een voorwoord van John Holloway, en positieve oordelen van David Graeber! Deze twee linkse intellectuelen stoorden zich blijkbaar niet aan het antisemitisme van Ocalan.
4 Het is zeer belangrijk voor Ocalan om deze zogenaamde ‘strategieën’ te presenteren als een maatregel ter ‘zelfverdediging’ van de Joden om zichzelf te beschermen. Dit geeft een medelevend vernisje aan zijn antisemitisme.
5 Volgens Ocalan hebben historici de relatie tussen kapitalisme en religie “onderschat” en moet dit onderwerp dringend worden uitgediept!
“De relatie tussen protestantisme, kapitalisme, natiestaat, moderniteit en de Joden is een onderwerp dat bezinning en onderzoek waardig is.”
Deze schijnbaar neutrale algemene overwegingen zijn slechts een bespottelijke manier om zijn antisemitisme te verbergen achter een schijnbaar “theoretische” zorg, terwijl hij beweert alle religies aan te pakken – terwijl hij in feite alleen de joodse religie als doelwit heeft! “Marxistische” antisemieten (en ook holocaustontkenners) hebben des te meer behoefte aan “wetenschappelijke” waarschuwingen omdat ze geen historische kennis hebben.
6 “De geldleningen van de Joodse bankiers en de zakenlieden aan de regering van Groot-Brittannië en Nederland droegen in belangrijke mate bij aan hun triomf in de oorlogen. Op het Amerikaanse continent, met name in het noorden van Amerika, hadden ze in de onafhankelijkheidsoorlogen van Groot-Brittannië enorme gevolgen.”
7 “De rol van de Joden in de vestiging van de twee andere pijlers van het kapitalisme en de moderniteit (kapitalistische moderniteit), het industrialisme en de natiestaat, is onmiskenbaar”. “Het Judaïsme als zowel de strategische ideologische als de economische strategische macht hebben een substantiële rol in de vestiging van de verschijnselen van moderniteit en de natiestaat.”
“Hoe kan men daarom de belangrijke monopolistische rol onderschatten van het Joodse kapitaal op de moderniteit zowel in de vorm van de kapitalistische moderniteit als in die de industriële moderniteit van het kapitalisme?”
8 Dit woord komt in beide teksten obsessief terug en onthult perfect de samenzweringstheorieën die eraan ten grondslag liggen.
9 De nieuwe Engelse vertaling die PM Press in 2020 publiceerde is dubbelzinniger over Hitler:
“Tijdens de twee wereldoorlogen hebben de geallieerden de hegemoniale claim van Duitsland vernietigd. Een van de redenen waarom Hitler de genocide op de Joden heeft uitgevoerd, kan zijn dat hij geloofde dat het Joodse kapitaal zijn strategische kracht aan de kant van Engeland had gebruikt en een grote rol had gespeeld in de nederlaag van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog.”
Maar dezelfde obsessie met “de Joden” loopt door het boek.
10 Het bijvoeglijk naamwoord “belangrijk” komt in beide artikelen 24 keer voor. De herhaling is voldoende om het effect te sorteren. Hetzelfde geldt voor de uitdrukking “niet te onderschatten”, die hem in staat stelt om zelfs de geringste statistische, historische of documentaire precisering aan zijn opmerkingen te vermijden.
11 Antikapitalistisch en zelfs “revolutionair”. Volgens de Italiaanse historicus Francesco Germinario is het antisemitisme noch een “perverse of delirante visie op de geschiedenis (…) die verandert in een ontkenning van
realiteit”, noch een “afwijking”, noch een “uitzonderlijk fenomeen”. Antisemitisme is een “revolutionaire politieke ideologie die vastbesloten is de liberale burgerlijke samenleving te vernietigen”; het stelt een Groot Verhaal voor, een alternatief voor de Grote Marxistische Verhalen, en zal daarom waarschijnlijk ook de steun van de massa’s winnen, vooral de middenklasse en de kleinburgerij. Net als het socialisme heeft het antisemitisme altijd een “duidelijk universalistisch voorstel van oriëntatie, voor zover de strijd tegen de Joden, uitgaande van de natie waartoe de antisemiet behoort, door alle volkeren moet worden begrepen”. En Germinario vergelijkt de universele reikwijdte van de Protocollen van de Ouderen van Sion met die van het Manifest van de Communistische Partij van Marx en Engels. Volgens hem hebben antisemitische bewegingen van meet af aan een beroep gedaan op “de politiek om het liberale financierskapitalisme onder controle te krijgen” ; en op de staat om in te grijpen om “alle oorzaken en aspecten die de crisis van het kapitalistische sociale systeem bepalen, van financiële speculatie tot gevaarlijke beurstransacties, weg te nemen”. Omdat het zich vijandig opstelt tegenover het “kapitalisme van het geldverkeer”, het bank- en financiewezen, ondersteunt deze ideologie het “productieve kapitalisme” (van de industrie maar ook van de inheemse ambachten en kleine handel) tegen “parasitair kapitalisme” (in deze fantasievisie gemonopoliseerd door de Joden). Zie. F. Germinario, Negazionismo a sinistra, paradigmi dell’uso e dell’abuso dell’ ideologia, Asterios, 2017.