Persoonlijke ervaringen met het ‘Trotskisme’

Deel 12 van de eerste Nederlandse vertaling van Willy Huhn: Trotski – de mislukte Stalin

Het was in 1932. Ik was pas drie jaar actief in de vrije vakbonds- [sociaal-democratische vakbeweging] en socialistische jeugd, maar was Marx gaan studeren en ik had een paar dingen van Rosa Luxemburg gelezen. In die tijd bestudeerde ik Lenins leer voor het eerst en verdedigde ik het “Luxemburgisme” binnen de SAP en de SJV tegen de minderheid van de KPO. Ik wist al een beetje van de geschiedenis van de Duitse arbeidersbeweging. Op een dag gaf men ons een brochure waarvan we sommige fragmenten alleen hoofdschuddend konden lezen. Daarin gaf Trotski zijn visie op “Het tragisch lot van het Duitse proletariaat” en probeerde het uit te leggen wat het nu moest doen. Eerst instrueerde hij de Duitse arbeiders, die Rosa Luxemburg als een leraar en leider hadden gezien, dat ze “op zichzelf” slechts “materiaal van uitbuiting” waren; alleen door “het middel van de partij” konden ze een klasse “voor zichzelf” worden:

“De partij is dat historische orgaan door de bemiddeling waarvan de klasse tot zelfbewustzijn komt.”

Onze stelling dat de klasse hoger staat dan de partij verklaarde hij tot een valse, reactionaire kleinburgerlijke theorie. In die tijd bogen we allemaal verslagen het hoofd voor dit krachtige argument. Toen wilden we weten hoe de arbeiders door de partij tot zelfbewustzijn komen en lazen:

“De klasse marcheert naar zelfbewustzijn, dat wil zeggen het proces van selectie waarin een revolutionaire partij wordt gevormd, die het proletariaat achter zich aan leidt, is een complex en tegenstrijdig proces.”

Op dat moment knikten we bedroefd, want de kwestie was echt ingewikkeld en tegenstrijdig:

  1. Het proletariaat bereikt alleen het klassenbewustzijn door tussenkomst van de partij;
  2. De partij kristalliseert zich uit omdat de klasse – blijkbaar spontaan – richting het klassenbewustzijn marcheert.

Daar zaten we dan met rokende hoofden en spanden we ons dialectisch begrip in om te begrijpen hoe een klasse, die al op weg was naar het klassebewustzijn, eerst de partij uitbroedt zonder welke ze nooit tot klassebewustzijn zou komen.

In die tijd waren we verwikkeld in verhitte discussies over de kwestie van het eenheidsfront en maakten we ruzie over de vraag of de raden in Rusland echt macht hadden of niet. Op dat moment leerde Trotski ons dat de raden “slechts de klassevertegenwoordiging van het proletariaat” waren, maar dat ze “op zichzelf” “geen wonderkracht” bevatten. (Dit was klaarblijkelijk voorbehouden aan de partij en haar genie.) In die tijd verklaarde Trotski dat het “de grote, historische functie” van de sovjets in Duitsland was om de organen van het proletarische eenheidsfront te worden. Bij nader inzien kwamen we echter tot de conclusie dat de op te richten Duitse raden alleen bedoeld waren om de massa’s van [sociaal-democratische] vrije vakbonds- en sociaaldemocratische arbeiders via een omweg toe te voeren aan de bolsjewistische partij en onder haar leiding te brengen. Toen hadden we er genoeg van :

“Als de communistische partij er in de voorbereidende periode in zou slagen alle andere partijen uit de rijen van de arbeiders te verdrijven, om de overgrote meerderheid van de arbeiders politiek en organisatorisch onder haar vlag te verenigen, dan zouden er geen sovjets nodig zijn.” 1)

Er is daarom alleen behoefte aan raden zolang de bolsjewistische partij het proletariaat nog niet achter zich kan leiden. Destijds hebben we voor het Trotskisme bedankt, dat ook speciale steun genoot van het sociaal-democratische partijapparaat (in Dresden werd Trotski’s brochure “Moet het fascisme echt winnen?” gratis aan alle SPD-functionarissen geleverd!) en we antwoordden krachtig ‘nee’ op de door de sociaal-democratische groep “Rote Kämpfer” opgeworpen vraag: “Kan het Trotskisme werkelijk zegevieren?”, omdat we met deze groep begrepen: “Met zijn visie onthult Trotski hoe nauw hij verwant is met zijn vijand Stalin in de kwestie van de raden.2) Toen hoorden we duizend jaar lang niets van Trotski of Trotskisme – afgezien van het nieuws van zijn vermoording op 20 augustus 1940 – en konden we zijn literatuur niet meer in handen krijgen.

Na 1945 waren we blij wanneer we dit of dat oudere geschrift hadden bewaard of het nog van een kameraad konden krijgen. Aan de andere kant was het moeilijk, zo niet onmogelijk, om Trotski’s geschriften van 1933 tot 1940 te verkrijgen. Eindelijk kwamen er wat dingen, deels gestencild, deels typemachine-kopieën van Duitse vertalingen uit het Amerikaans. We lazen dat en waren geschokt toen we zagen dat deze belangrijke man zelfs na 1933 niets had geleerd. Zo verklaarde hij in 1937 – na de liquidatie van de hele “oude garde” van de bolsjewieken – dat het bolsjewisme “de enige vorm van Marxisme” was voor ons tijdperk en dat de bolsjewistische partij “voor het eerst de relatie tussen de voorhoede en de klasse tot stand gebracht” zou hebben. Nu legde hij uit dat de raden “slechts (…) de georganiseerde vorm van verbinding tussen voorhoede en klasse” waren. Het proletariaat kan nog alleen “aan de macht komen in de persoon van zijn voorhoede”, en zowel de revolutie als de dictatuur van het proletariaat kunnen alleen als zaak van de klasse plaatsvinden “onder leiding van de voorhoede”.

“Zonder het vertrouwen van de klasse in de voorhoede, zonder de steun van de voorhoede door de klasse, kan er geen sprake zijn van verovering van de macht.”

Het proletariaat kan nu eenmaal de macht niet veroveren “zonder politiek leiderschap door een partij die weet wat ze wil”.3) Natuurlijk kon Trotski in 1937 niet ontkennen

“Dat de heerschappij van een enkele partij als juridisch uitgangspunt diende voor het Stalinistische totalitaire systeem”,

maar in januari 1940 weerhoudt dat hem er niet van om te schrijven:

“Het is waar dat de sovjetbureaucratie zich beroept op de principes van democratisch centralisme om haar dictatuur te rechtvaardigen, maar gedurende de ontwikkeling verandert ze deze in precies het tegenovergestelde. Maar dat brengt de methode van het bolsjewisme natuurlijk helemaal niet in diskrediet.”

Voor hem blijft deze partij tot kort voor zijn dood “het fenomeen … van de uitmuntende revolutionaire partij”, en hij verzekert nogmaals:

“Toen hij toetrad tot de bolsjewistische partij, erkende Trotski volledig en van ganser harte de juistheid van Lenins methode om een ​​partij op te bouwen.”

Deze uitstekende revolutionaire partij is en blijft een militaire organisatie, ze vormt als geheel een “kader”, en elk partijlid zal en moet zichzelf beschouwen als een “officier van het proletarische leger”. 4) Trotski schrijft deze en talloze andere zinnen, waarin de beelden bijna altijd een militair of mechanistisch karakter hebben, vergelijkt de arbeidersbeweging met een marcherend leger, ziet de arbeiderspartij als een staf van officieren en … is verontwaardigd over Thermidor en Bonapartisme? In 1929 voorzag hij “gewoon een militaire dictatuur” als “de huidige variant van het Bonapartisme” 5), en in 1937 erkende hij dat “Stalins Thermidoriaanse omwenteling hand in hand gaat met de herstructurering van de sovjetmaatschappij in het belang van een geprivilegieerde minderheid”. Maar hij kan nooit de vraag stellen, laat staan ​​wetenschappelijk (historisch en kritisch) onderzoeken in hoeverre de principes van het bolsjewisme niet overeenkomen met deze de Thermidoriaanse ontwikkeling naar het Bonapartisme of deze bevorderen. En dat komt simpelweg omdat Trotski zelf niet de vraag kan stellen of hij, als de machtigste man van het “oorlogscommunisme”, als de schepper en organisator van het Rode Leger en een programma waarvan de organisatorische principes de vorm aannemen van een “militarisering van de arbeid” die worden opgelegd aan de Russische industrie en arbeidersklasse, of hij zelf niet de basis legde van het Bonapartisme in plaats van de “socialistische grondslagen” die hij zo vaak fijntjes benadrukte. Omdat hij deze vraag niet stelde en aangezien de Trotskisten ook een oogje dichtknijpen voor deze vraag, zullen wij haar moeten opwerpen om te onderzoeken hoe het gesteld is met de werkelijke fundamenten van de “arbeidersstaat”, die Trotski hielp creëren.

Wordt vervolgd

Bron: Willy Huhn, Trotzki – der gescheiterte Stalin, 1952.

Vertaling: F.C.

[Toevoegingen van de redactie]

NOTEN VAN DE AUTEUR

1 Leo D. Trotzki, „Was nun? Schicksalsfragen des deutschen Proletariats.“ Berlin 1932, 2. Aufl., p. 24 en 54.

2Kann der Trotzkismus wirklich siegen? Grundlinien einer Trotzki-Kritik“. Berlin, Oktober 1932, Gruppe Roter Kämpfer.

3 Leo D. Trotzki, „Stalinismus und Bolschewismus“, Sondernummer 3 des 1. Jhgs. der Zeitschrift „Der Marxist“, p. 9-12.

4 Leo D. Trotzki, „Von einer Schramme bis zur Krebsgefahr“, Polemik gegen Shachtman, datiert in Coyoacan, D. F. am 24. Januar 1940. (Liegt mir nur abschriftlich in deutscher Übersetzung vor, die ich Herrn Klaus Schütz verdanke.)

5 Zie noot 37, p. 298.

Persoonlijke ervaringen met het ‘Trotskisme’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s