Deel 25 van de eerste Nederlandse vertaling van Willy Huhn: Trotski – de mislukte Stalin
Hfdst. 4 Trotski’s rol in de Russische Revolutie
Overzicht van een keuze uit de historische literatuur
Trotski’s rol in 1905
“In 1905 dacht LEO TROTSKI logischer en consequenter dan de bolsjewieken en mensjewieken, maar de fout van zijn conclusies was dat hij ‘te consequent’ was. Het beeld dat hij toen schetste kwam precies overeen met de bolsjewistische dictatuur in de eerste drie jaar van de Oktoberrevolutie, die, zoals zoals bekend, op een dood spoor kwam omdat zij het proletariaat van de boeren afscheurde; de bolsjewistische partij werd daarom gedwongen heel ver terug te gaan”
(MARTYNOV in “Krasnaya Novy”, 1923, nr. 2, p. 262, geciteerd door L. Trotsky in “Wer leitet heute die Kommunistische Internationale?”, Berlijn-Wilmersdorf 1930, p. 23-24).
“Op 16 november 1927 zette JOFFE een pistool tegen zijn slaap en schoot zichzelf neer. Hij liet naast hem op de tafel een brief aan Trotski achter, waarin hij zijn daad toelichtte.”
In deze brief van Adolf Joffe aan L. Trotski staat: “Als ik gezond genoeg was, zou ik ook de kracht en de energie vinden om de situatie die in de partij is ontstaan te bestrijden. Maar in mijn huidige toestand kan ik het niet verdragen dat de partij stilzwijgend je uitsluiting uit haar gelederen tolereert, hoewel ik er vast van overtuigd ben dat er vroeg of laat een crisis zal komen die de partij zal dwingen om degene die haar eer bezoedelen te verjagen. In die zin is mijn dood een protest tegen degenen die de partij zo ver hebben gebracht dat ze zich niet eens kan verdedigen tegen een dergelijke schande. Beste Leo Davidovitsj, we zijn verenigd door tien jaar gemeenschappelijk werk en, naar ik hoop, persoonlijke vriendschap, en dat geeft me het recht om je op het moment van afscheid te vertellen wat mij een zwakte van je lijkt.
Ik heb er nooit aan getwijfeld, dat de weg die je hebt uitgestippeld de juiste is, en ik sta al meer dan twintig jaar aan je kant, zoals je weet, sinds het begin van de ‘eeuwige revolutie’ (permanente revolutie, Huhn), maar ik heb ook altijd gedacht, dat aan jou iets ontbreekt, de inflexibiliteit, de onverzettelijkheid van LENIN, zijn beslissing om in geval van nood alleen vast te houden aan het werk dat hij was begonnen en niet af te wijken van het pad dat hij had gekozen, omdat hij zeker was van een toekomstige meerderheid. Je hebt vanaf 1905 politiek gezien gelijk, en Lenin heeft ook toegegeven – ik heb je vaak verteld dat ik dit van hem met eigen oren heb gehoord – dat jij in 1905 gelijk had en hij niet. Men liegt niet in het aangezicht van de dood, en ik herhaal het je vandaag.”
(Uit: Leon Trotski, “Die wirkliche Lage in Rußland”, vertaald door WILHELM CREMER, geautoriseerde uitgave, 8e -12e Tausend. Avalun Verlag, Hellerau bij Dresden, z.j., bijlage: “Documente”, pp. 259-265).
Lenins standpunt bij het uitbreken van de Russische Revolutie in 1917
“Ik moet hier nog een feit onderstrepen, namelijk dat het probleem van de socialistische revolutie onmiddellijk objectief voor de bolsjewieken lag. Lenin bracht de socialistische revolutie geenszins met zijn hoofd uit het buitenland. Integendeel, wij beschikken over een document waaruit blijkt hoe Lenin in Zwitserland, zolang nauwkeuriger nieuws ontbrak over wat er in Petersburg en Rusland gebeurde, zolang de leugens in de krant hem van deze gebeurtenissen scheidden, zelf niet verder kwam dan tot de slotsom van de burgerlijke revolutie. Dit document is zijn brief aan de Zwitserse arbeiders, geschreven een paar dagen voor hij Zwitserland verliet. Daarin zegt hij ronduit dat Rusland het meest kleinburgerlijke land van Europa is en natuurlijk niet het onmiddellijke toneel van de socialistische revolutie kan worden, maar hij hoopt dat de democratische revolutie in Rusland een impuls zal geven aan de socialistische revolutie in het Westen. Dit is het gangbare schema dat men aantreft, van MARX, ENGELS en anderen tot PLECHANOW en ROSA LUXEMBURG. En het was pas in Stockholm, waar hij directe deelnemers aan de Russische revolutie zag en hoorde wat er werkelijk aan de hand was in Rusland, dat hij zijn beroemde (april-, Huhn) stellingen schetste, waarin de socialistische revolutie vervat ligt”. (Uit: M. POKROWSKI, “Russische Geschichte von den ältesten Zeiten bis zum Jahre 1917” vertaald door A. MASLOW, Büchergilde Gutenberg, Berlijn 1930, blz. 326).
Uit Lenin’s “April stellingen” in 1917
“2. Het eigenaardige van de tegenwoordige situatie in Rusland ligt in de overgang van de eerste etappe van de revolutie, die het gevolg van het onvoldoend ontwikkelde klassebewustzijn en van de onvoldoende georganiseerdheid van het proletariaat, de bourgeoisie aan de macht heeft gebracht, naar de tweede etappe van de revolutie, die de macht in handen moet geven van het proletariaat en van de armste lagen van de boeren. …
5. Geen parlementaire republiek – van de sovjets van arbeidersafgevaardigden daarheen terugkeren zou een stap achteruit betekenen -, maar een republiek van de sowjets van arbeiders-, landarbeiders- en boerenafgevaardigden in het gehele land, van onderen tot boven.
8. Geen ‘invoering’ van het socialisme als onze onmiddellijke taak, maar op he ogenblik slechts de overgang naar het toezicht [de controle] op de maatschappelijke productie en verdeling der voortbrengselen door de sowjet van arbeidersfgevaardigden”.
(Door Huhn geciteerd naar: W. I. Lenin, „Die Bolschewiki und die Machtergreifung 1917“, Teil I, herausgegeben von ALEXANDER EMEL, Berlin ’30, Bd. 27 der „Elementarbücher des Kommunismus“, S. 39-41. Hier in Nederlandse vertaling uit W.I. Lenin, keuze uit zijn werken, deel 2, Uitgeverij Progress Moskou, p.407/408).
De positie van de oude bolsjewieken in de lente van 1917
“STALIN’s politiek in ‘Pravda’ beantwoordde aan de oude overgeleverde beginselen van het bolsjewisme, maar niet aan de eisen van het moment. Noch Stalin noch KAMENEV waren geneigd of in staat om zelfstandig het partijprogramma te wijzigen. De overwinning van de revolutie, de omverwerping van de tsaar, bracht de geesten van de oude bolsjewieken in verwarring, een nieuwe, krachtige leuze werd niet ontwikkeld, en de politiek van STALIN liep dood tussen theoretisch bolsjewisme en praktisch mensjewisme. Zonder het zelf te voelen, geraakte Stalin in het vaarwater van mensjewistische fraseologie. Zijn politiek werd halfslachtig. …
De hele theoretische onbeholpenheid van Stalin kwam in deze dagen aan het licht; verbijsterd zag hij de wereldproblemen onder ogen die zich plotseling voor hem opdoemden. … De partij van de bolsjewieken bleef gedurende de eerste twee maanden van de revolutie op de achtergrond. Ook de mensjewieken ontketenden een krachtige propaganda die vaardiger en succesvoller was dan de zielige pogingen van Stalin om het oude programma te laten werken. Ondanks tijdelijke triomfen daalde de oplage van de “Pravda” en de soldaten, die het ene moment enthousiast naar KAMENEV hadden geluisterd, juichten het volgende moment KERENSKI en de mensjewieken met een veel groter enthousiasme toe. Verdere strijd leek hopeloos. Petersburg was noch de Kaukasus noch Siberië. Hier zetelden de knapste koppen van Rusland, en de strijd die zij voerden tegen wat zij het saaie, onbezielde bolsjewisme noemden, was kundig en onvermoeibaar.
De geest van de waanzinnige, fantastische stad Petersburg begon Stalin te verlammen. … Wanhoop nam bezit van de bolsjewistische leiders. De roem van Kerenski steeg steeds verder… Ondanks de gunstige symptomen leken de doelstellingen van het bolsjewisme onbereikbaar te midden van de burgerlijke revolutie. Op een sombere Petersburgse avond, na vruchteloze toespraken in de Sovjet, na een verklaring over de rampzalige daling van de oplage van de ‘Pravda’, werd vanuit het postkantoor in Petersburg een kort telegram gestuurd naar Lenin in Zürich. ‘De situatie is somber, het bolsjewisme is aan het zinken, verder werken is zinloos’. Onder het telegram stonden twee handtekeningen: Stalin, Kamenev. Het antwoord van Lenin kwam op 16 april; dit antwoord was de treinwagon die die dag aankwam op het Finse spoorwegstation te Petersburg en … Vladimir Lenin terugbracht van zijn lange emigratie naar zijn geboorteland. … Stalin en Kamenev ontvingen de leider. …
Lenin stapte het station uit, voor de uitgang, omringd door een dichte menigte, stond een pantserwagen. Vanaf het dak van de pantserwagen riep Lenin de menigte de verbijsterende woorden toe: “Leve de sociale revolutie! Alle macht aan de sovjets! Pak terug wat gestolen is!’ … Met de komst van Lenin kwam er een einde aan Stalins korte greep naar de macht.” (Uit: ESSAD BEY, “Stalin. Eine Biographie. Berlijn 1931, blz. 237-240.)
“Lenins toespraak op het Finse treinstation over het socialistische karakter van de Russische revolutie trof veel hoge partijleiders als een bom. De polemiek tussen Lenin en de voorstanders van ‘het uitvoeren van de democratische revolutie’ begon op dezelfde dag.” (Uit: Trotski, “1917. Die Lehren der Revolution” Uitgegeven door PAUL LEVI. Berlijn 1925, p. 32. De Nederlandse titel is “Lessen van Oktober”.)

Verklaring van de Kamenev-Stalin groep tegen Lenin in april 1917
“In de Pravda van gisteren publiceerde kameraad Lenin zijn ‘Stellingen’. Zij vertegenwoordigen de persoonlijke mening van kameraad Lenin, … Het algemene schema van kameraad Lenin achten wij onaanvaardbaar, voor zover het er van uitgaat van de burgerlijk-democratische revolutie is voltooid en voor zover het uitgaat van de onmiddellijke omvorming van deze revolutie in een socialistische revolutie. De tactiek die uit zo’n beoordeling voortvloeit verschilt nogal van de tactiek die de vertegenwoordigers van ‘Pravda’ verdedigden tijdens het Al-Russische Congres, zowel tegen de officiële leiders van de Sovjets als tegen de mensjewieken die de Sovjet naar rechts wilden trekken.
Wij hopen ons standpunt in de brede discussie te doen zegevieren als het enig mogelijke standpunt voor de revolutionaire sociaal-democratie, als zij de partij van de revolutionaire proletarische massa’s wil blijven, wat zij moet zijn, en niet een groep communistische propagandisten wil worden”. (In ‘Pravda’ nr. 27, 21 april, nr. 8, 1917; geciteerd bij Alexander Emel, op. cit. blz. 44-45).
Trotski’s positie in de lente van 1917
“De medewerkers van de Russische en buitenlandse partijpers hebben er met betrekking tot mijn boek ‘Krieg und Revolution’ waarschijnlijk al honderd keer op gewezen dat, als men mijn werk tijdens de oorlog in zijn geheel beschouwt, men moet erkennen dat mijn meningsverschillen met Lenin van zeer incidentele aard waren en dat ik mij als overtuigd revolutionair steeds meer – en niet alleen in woorden maar ook in daden – ontwikkelde in de richting van het bolsjewisme.” (Uit: Leon Trotsky, “Die wirkliche Lage in Rußland,” op. cit., blz. 165-166.)
“Ik kwam naar Petrograd vanuit een Canadese gevangenis in het begin van mei 1917, op de tweede dag na de toetreding van de mensjewieken en sociaal revolutionairen tot de coalitieregering.” (ibid., p. 164)
“Op doorreis in Finland ontving ik de eerste nieuwe Russische kranten met telegrammen over de toetreding van ZERETELLI, SKOBELEV en andere ‘socialisten’ tot de voorlopige regering. De situatie was dus volkomen duidelijk. Ik maakte kennis met Lenins aprilstellingen op de tweede of derde dag na mijn aankomst in Petersburg. Dit was precies wat de revolutie nodig had.” (Uit: Leon Trotsky, “Über Lenin. Material für eine Biographie.” Berlijn 1924, p. 59.)
“Bij mijn aankomst in Petrograd, of liever gezegd in het grensstation, vernam ik van de kameraden die ons tegemoet waren gestuurd, dat er in Petersburg een organisatie van revolutionaire internationalisten (de zogenaamde Meshrajontzi) bestond, die overwoog zich bij de bolsjewisten aan te sluiten, maar die met het nemen van een besluit wilde wachten tot ik er was. Tot de staf van de Mesjrajontzi-organisatie, die ongeveer drieduizend Petrogradse arbeiders telde, behoorden URITZKI, A. Joffe, LUNATSJARSKI, JOERENEV, KARACHAN, VLADIMIROV, MANUILSKI, POSERN, LITVENS en anderen.” (Uit: Trotski, “Die wirkliche Lage in Rußland”, op. cit., blz. 167/168.)
“Met kameraad Kamenev sprak ik af om een van de volgende dagen na mijn aankomst de redactie van de Pravda te bezoeken. We moeten elkaar voor het eerst weer hebben ontmoet op 5 of 6 mei. Ik zei Lenin dat niets mij scheidde van zijn aprilstellingen en van de hele koers die de partij na zijn komst had gevolgd, en dat ik voor het alternatief stond om ofwel onmiddellijk ‘individueel’ toe te treden tot de organisatie van de partij, ofwel te proberen het beste deel van de ‘Eenmakers’ met mij mee te brengen, waarvan de organisatie in Petersburg ongeveer drieduizend arbeiders telde en bij wie zich een groot aantal waardevolle revolutionaire krachten bevond: Uritzki, A. Joffe, Loenatsjarski, Jeurenjev, Karakhan, Vladimirov, Manuilski, Posern, Litvens. ANTONOV-OVSEYENKO was toen al lid van de partij geworden; ik geloof SOKOLNIKOV ook. Lenin sprak zich niet niet categorisch uit voor het een of het ander …. Als gevolg van een stilzwijgende overeenkomst heb ook ik van mijn kant de natuurlijke ontwikkeling van de gebeurtenissen niet geforceerd. Onze politieke lijn was dezelfde.” (Uit: Trotski, “Über Lenin,” op. cit., p. 60.)
De Trotski-Lenin alliantie tegen de oude bolsjewieken
“Het was slechts met moeite dat Lenin, tegen het verzet van de oude bolsjewieken van het type Kamenev in, dit programma (van de aprilstellingen, Huhn) aan de partij opdrong. Kamenev was van mening dat een socialistische arbeiderspartij, indien zij de macht greep zonder enige coalitie, in strijd met alle andere partijen en richtingen, uitsluitend een socialistische revolutie kon bewerkstelligen. De poging om meteen een socialistische revolutie te ontketenen in het Russische boerenland beschouwde hij, in overeenstemming met de vroegere bolsjewistische doctrine als avontuurlijk. Lenin ontkende in de meest nadrukkelijke bewoordingen dat hij het socialisme in Rusland wilde invoeren. Hij stelde tegenover Kamenev dat de revolutionair-democratische dictatuur van de arbeiders en de boeren reeds reëel bestond in de raden, en niet in een of andere vage toekomstige coalitie van de zogenaamde democratische partijen. Dus de echte bolsjewistische actuele leuze was: Alle macht aan de raden!
Toch was de vrees van de oude bolsjewieken niet ongegrond, en het is veelbetekenend dat Trotski juist toen toetrad tot de partij van bolsjewieken. Hij begreep de situatie precies zoals Kamenev deed, alleen trok hij er de tegenovergestelde conclusies uit: Als Lenin zo meedogenloos de tweede revolutie voorbereidde, waarin de bolsjewieken alleen de macht zouden grijpen en alle kleinburgerlijke en boerendemocraten zouden uitschakelen, dan was dat in werkelijkheid het socialistische doel, ongeacht de formuleringen die Lenin nog in zijn stellingen gebruikte. Lenin was het dus, zij het niet in woorden, eens met Trotski over deze kwestie. Zo kon Trotski in de zomer van 1917 bolsjewiek worden. Daarbij gaf hij niets van zijn fundamentele overtuigingen op, maar hij zag in de tactiek van Lenin sinds maart 1917 een toenadering tot de oude trotskistische doctrines.
Trotski bracht geen noemenswaardig aantal volgelingen naar de bolsjewieken, maar hij bracht wel zijn eigen revolutionaire persoonlijkheid mee, die zich zo briljant kon ontwikkelen in de kritieke tijden die voor hem lagen. Hoe meer weerstand Lenin ondervond van de oude bolsjewistische leiders, zoals Kamenev en ZINOVJEV, hoe meer hij zich hechtte aan Trotski, in wiens onwankelbare energie hij zijn beste steun zag. Stalin was toen nog een tweederangs bolsjewistische functionaris. Het gezamenlijke revolutionaire werk van Lenin en Trotski deed het theoretische meningsverschil tussen het bolsjewisme en het Trotskisme voorlopig verdwijnen.” (Uit: ARTHUR ROSENBERG, “Geschichte des Bolschewismus”, Berlijn 1932, blz. 96.)
De oppositie van de oude bolsjewieken tegen de omwenteling van oktober 1917
“Op 16 oktober werd een Revolutionair Oorlogscomité gevormd als het wettige Sovjet-orgaan van de opstand. De rechtervleugel van de partij was erop gebrand de loop der gebeurtenissen te stoppen. De strijd van de verschillende tendensen binnen de partij en de strijd van de klassen gaat nu de beslissende fase in. Het standpunt van de rechtervleugel van de partij wordt het meest volledig en ook het meest principieel belicht in een brief ‘Over de huidige situatie’, die de handtekeningen draagt van Zinoviev en Kamenev. In de brief, geschreven op 11 oktober, d.w.z. twee weken voor de omverwerping, en verzonden aan de belangrijkste partijorganisaties, wordt een krachtig standpunt ingenomen tegen de gewapende opstand”. (Uit: Trotski, “1917,” op. cit., blz. 45.)
“In de partijleiding was de groep Zinovjev-Kamenjev tegen de opstand, waarvan ze nog steeds het isolement van de bolsjewieken en een socialistisch avontuur met desastreuze afloop verwachtte. Maar met de hulp van Trotski, zegevierde Lenin. Op 10 oktober (23 oktober volgens de nieuwe kalender, Huhn) vond de beslissende geheime vergadering van de partijcentrale plaats in aanwezigheid van Lenin. Met twee stemmen tegen werd een resolutie aangenomen, waarin werd gesteld dat het enige middel om de revolutie in Rusland te redden een opstand was, met als doel de gehele regeringsmacht in handen van de Sovjets te leggen. Zo werd de partij vastgelegd.” (Uit: Arthur Rosenberg, “Geschichte des Bolschewismus”, op. cit., blz. 109.)
Wordt vervolgd
Bron: Willy Huhn, Trotzki – der gescheiterte Stalin, 1952.
Vertaling: F.C.
[Toevoegingen van de redactie]