C.Mcl. “De verkeerde opvattingen van de IKS over de inter-imperialistische betrekkingen”

met opmerkingen en een kritische beoordeling door Anibal

De oorlog in Oekraïne heeft de “verdienste” dat hij de internationalisten duidelijk onderscheidt van al degenen die het opnemen voor de zaak van een van de twee deelnemende kampen. Vanwege haar standpunten over dit conflict maakt de Internationale Communistische Stroming (IKS) deel uit van het “derde kamp“, zoals Pierre Lanneret het noemde in zijn overzicht van revolutionaire standpunten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar dit conflict heeft nog een andere “verdienste”: het testen van de theoretische grondslagen van de analyses die hier aan de orde zijn. Welnu, op dit niveau illustreert de oorlog in Oekraïne de overduidelijke onsamenhangendheden van de “analyses” van deze organisatie die tevergeefs probeert de gebroken stukken weer te lijmen in een “kaderartikel” getiteld: “Betekenis en gevolgen van de oorlog in Oekraïne” [Signification et impact de la guerre en Ukraine].

De inter-imperialistische betrekkingen sinds 1945

Voor deze groep hield de tegenstelling tussen de blokken en de wederzijdse nucleaire dreiging tijdens de Koude Oorlog de discipline binnen de blokken in stand, terwijl de val van de Berlijnse muur in 1989 feitelijk hun bestaansreden zou hebben opgeheven en dus alle discipline zou hebben weggenomen uit wat er overbleef van de NAVO. Voortaan zou het kapitalisme wegzinken in een periode van ontbinding waarin het ‘ieder voor zich’ de heropbouw van imperialistische blokken ter voorbereiding van een derde wereldoorlog zou verhinderen.

In werkelijkheid is deze stelling slechts een uit de duim gezogen visie, zowel om theoretische redenen, maar ook en vooral omdat zij geen materiële basis heeft, zoals wij zullen uiteenzetten.

In de eerste plaats wordt in deze analyse vergeten dat een imperialistisch bondgenootschap geen liefdeshuwelijk is, maar een verstandshuwelijk, en dat de spanningen daarbinnen dus structureel en van blijvende aard zijn. Met andere woorden, het heeft geen zin om voorbeelden van onenigheid binnen de NAVO op te sommen, zoals in dit artikel uitvoerig wordt gedaan in een poging om een legitimatie te vinden voor [de visie van] de fase van ontbinding van het kapitalisme en het uiteenvallen volgens het ieder voor zich-principe. Deze voorbeelden vormen namelijk de natuurlijke en permanente achtergrond van imperialistische bondgenootschappen!

Deze organisatie schept er dus genoegen in een opsomming te geven van al het gekonkel binnen de NAVO in een poging haar stellingen kracht bij te zetten … maar zwijgt over een even lange lijst van acute spanningen en crises tijdens de Koude Oorlog, toen volgens de IKS het blok de discipline zou hebben getoond om deze wrijvingen binnen de perken te houden. Dit zijn de belangrijkste:

  • Een vijf jaar durende Frans-Amerikaanse botsing (1950-55) over de herbewapening van Duitsland: Frankrijk wilde dit niet, terwijl de Amerikanen het zeer graag wilden. Pas in 1955 werd de Bundeswehr opgericht.
  • Amerikaans-Britse botsing in de jaren vijftig over de wens van laatstgenoemde om zijn eigen kernmacht te ontwikkelen, waarvan de Amerikanen tot elke prijs het monopolie wilden houden. Hetzelfde gold voor Frankrijk.
  • In tegenstelling tot de andere NAVO-landen verzette Frankrijk zich in juni 1959 tegen de plaatsing van Amerikaanse kernwapens op Frans grondgebied, omdat het geen controle had over het gebruik ervan.
  • Er ontstonden sterke spanningen met Duitsland, dat ook toegang eiste tot een eigen nucleaire afschrikking, maar die eis eind 1965 na veel druk moest inslikken.
  • In 1962 verzetten de Europeanen zich tegen de nieuwe Amerikaanse doctrine van ‘flexible response’ binnen de NAVO, die pas vijf jaar later, na talrijke compromissen, werd aangenomen.
  • In 1966 verliet Frankrijk het geïntegreerde commando van de NAVO en weigerde het zelfs zijn strijdkrachten ter beschikking van de NAVO te stellen!
  • In 1974 brak een oorlog uit tussen twee lidstaten van de NAVO, Griekenland en Turkije, om de controle over Cyprus, waardoor Griekenland de NAVO verliet (waar het in 1980 weer lid van werd).

Volgens de theorie van de IKS hadden dergelijke incidenten – waaronder niet in de laatste plaats het vertrek van Griekenland, de desertie van Frankrijk uit het geïntegreerde commando van de NAVO, de Grieks-Turkse oorlog en de vele spanningen binnen de organisatie – logischerwijs na 1989 moeten plaatsvinden en niet daarvoor. Helaas voor deze organisatie vonden ze plaats tijdens de Koude Oorlog, die geacht werd de discipline van het blok op te leggen! Het gedrag van Frankrijk is een mooi tegenvoorbeeld van de IKS-theorie, aangezien dit land in 1966 (midden in de periode van de blokdiscipline) de deur heeft dichtgegooid en in 2009 weer tot het geïntegreerde commando is toegetreden, d.w.z. tijdens de genoemde periode van ‘ieder voor zich’!

Het is waar dat met de implosie van het Oostblok in 1989 de bestaansreden van het Westerse blok, en dus van de NAVO, minder vanzelfsprekend werd. De volgende factoren hebben het westerse blok en de NAVO als zodanig bijeengehouden, ondanks de interne meningsverschillen: a) de noodzaak voor de Verenigde Staten om hun positie als leidende macht in de wereld te handhaven, b) de instandhouding van de nucleaire dreiging van de Sovjet-Unie en c) de benutting van nieuwe gevaren (het politieke islamisme).

Het is ook waar dat de NAVO, zoals elk imperialistisch bondgenootschap, zijn ups en downs heeft gekend. Zo dreigde Trump in januari 2017 zelfs om de Verenigde Staten eruit terug te trekken [1] en oordeelde Macron dat het “hersendood” was [2] . Maar al deze poeha is nooit meer geweest dan muggenbeten op een olifantshuid, want de NAVO is nooit verlamd geweest: ze is altijd volledig operationeel geweest, ze heeft zelfs haar mondiale invloedssfeer uitgebreid met meer dan 800 militaire bases die in 177 landen in permanente paraatheid zijn, ze heeft niet nagelaten in te grijpen wanneer dat in haar belang was door zich uit te breiden naar zeer veel landen van het voormalige Oostblok en zelfs voormalige republieken van de USSR, ze heeft massaal ingegrepen in Joegoslavië en bij diverse gelegenheden in het Midden-Oosten (Irak, IS…) en het Verre Oosten (Afghanistan), enz.

Bovendien, en dit is totaal onbegrijpelijk voor de IKS-theorie, werden de eerste militaire operaties van de NAVO ondernomen NA het einde van de krachtmeting tussen de twee blokken van het Westen en het Oosten en niet ervoor! Zei u dat het westerse blok na 1989 verdween?

Bovendien wordt de NAVO momenteel spectaculair versterkt met de oorlog in Oekraïne, door nieuwe toetredingen, een aanzienlijke verhoging van haar financiering, enorme wapencontracten voor de Amerikanen, een grotere economische en militaire afhankelijkheid van Europa van de Verenigde Staten, enz. Er is derhalve geen materieel bewijs ter ondersteuning van de stelling van een verdwijning van het westerse blok of zelfs van een verzwakking ervan. Zelfs de medewerkers van Wikipedia met al hun illusies zijn op dit punt veel realistischer dan de IKS: “Het einde van de Koude Oorlog in 1991, na de val van de Berlijnse Muur in 1989, de ineenstorting van de USSR en de ontbinding van het Warschaupact, de ‘natuurlijke’ tegenstander van het Atlantisch Bondgenootschap, doet de vraag rijzen naar de toekomst van het Bondgenootschap : Volgens de gebruikelijke criteria van de internationale betrekkingen zou zij moeten zijn verdwenen bij gebrek aan een tegenstander, maar zij zal erin slagen haar voortbestaan te verzekeren dankzij de hechtheid van de band die haar leden verenigt, dankzij de vrees van de meeste Europeanen om hun veiligheid te moeten verzekeren zonder de Verenigde Staten en door zeer snel nieuwe missies te vinden”.

Fase van decompositie of ontbinding van de theorie?

Belangrijker nog, het is de achtergrond van de analyse van de IKS die volkomen onjuist is, namelijk dat het kapitalisme in een fase van ontbinding is gekomen als gevolg van de blokkade van het machtsevenwicht tussen de klassen tijdens de zogenaamde “jaren van de waarheid” (de jaren tachtig in de “theorie” van de IKS). Dit is een volstrekt onjuiste voorstelling van zaken, want, nogmaals, het berust op geen enkele materiële basis, want uit de volgende grafiek, die een samenvattende index geeft van de sociale conflicten in zestien grote ontwikkelde landen, blijkt dat het krachtsverhoudingen tussen de klassen verre van in evenwicht zijn. Dit krachtsverhouding is daarentegen sinds het midden van de jaren zeventig omgeslagen ten gunste van de bourgeoisie; zie Grafiek 1.

Grafiek 1: Index van stakingen in de 16 grootste geïndustrialiseerde landen.

Zeker, het proletariaat heeft geen historische nederlaag geleden zoals na de revolutionaire golf van 1917-23. Het beschikt nog steeds over een strijdpotentieel dat opnieuw zou kunnen worden ingezet, met name – en dat hopen wij – dankzij de economische crisis die zich nu uitbreidt en die grote delen van de loontrekkenden zal verarmen. Wij moeten ons echter geen illusies maken en fantaseren: een blokkering van het machtsevenwicht tussen de klassen is zeker denkbaar voor enkele jaren, maar niet gedurende meerdere decennia, zoals de IKS stelt. In dit geval gaat het helemaal niet om een impasse, maar om een dramatische terugtrekking van de arbeidersklasse sinds het midden van de jaren zeventig als gevolg van verschillende factoren: (1) de stijging van de structurele werkloosheid; (2) ontindustrialisering; (3) de ontmanteling van de grote arbeidersconcentraties (mijnen, scheepswerven, staalindustrie, enz.) en de toevlucht tot onderaanneming; (4) een geleidelijke individualisering van de loonverhouding tot aan de huidige über-isering die de solidariteit tussen de werknemers breekt; (5) een toename van de schuldenlast van de gezinnen en (6) de strategie van de heersende klasse om de sociale revolte van de straat naar het parlementaire veld te verplaatsen (cf. de politiek van links dat op dat moment aan de macht was: het “programme commun” in Frankrijk met het aan de macht komen van Mitterrand en links, het “historisch compromis” in Italië, de democratisering van de dictatoriale regimes van Griekenland en Portugal in 1974 en Spanje in 1975… Al deze factoren hebben de sociale samenhang geleidelijk aangetast, zowel kwantitatief (met een factor tien volgens de bovenstaande grafiek) als kwalitatief (dynamiek en kenmerken van de strijd).

Met andere woorden, de vooronderstelling van het bestaan van een fase van ontbinding van het kapitalisme op basis van een blokkering van de krachtsverhouding tussen de klassen is pure speculatie omdat zij op niets concreets is gebaseerd. Als de spanningen, conflicten en ontbinding van de maatschappij zich ontwikkelen, is dat juist het gevolg van het feit van de dramatische terugtocht van het proletariaat waardoor de bourgeoisie steeds meer de vrije hand heeft om haar interne tegenstellingen te ontwikkelen.

Economisch Luxemburgisme, voedingsbodem voor een stortvloed van fouten

Maar er is een ander theoretisch kader dat meer in het bijzonder door de oorlog in Oekraïne aan het wankelen wordt gebracht, namelijk dat van het economisch Luxemburgisme, dat ten grondslag ligt aan de “theorie” van de IKS over “het verval van het kapitalisme sinds 1914″ en dus over de onmogelijkheid van een zelfstandige nationale ontwikkeling sindsdien. Zo stelde deze organisatie met klem: “De periode van verval van het kapitalisme wordt gekenmerkt door de onmogelijkheid van het ontstaan van nieuwe geïndustrialiseerde naties. De landen die er niet in geslaagd zijn hun industrie vóór de Eerste Wereldoorlog van de grond te krijgen, zijn gedoemd om daarna te blijven steken in totale onderontwikkeling, of om chronisch achterop te raken ten opzichte van de landen die ‘voorop lopen’. Dit is het geval met grote naties als India en China, waarvan de ‘nationale onafhankelijkheid’ of zelfs hun zogenaamde ‘revolutie’ (lees de vestiging van een uiterst streng staatskapitalisme) hen niet in staat stelt te ontsnappen aan onderontwikkeling en gebrek” [3].

Het is voor iedereen gemakkelijk te begrijpen dat met een dergelijke theoretische onderbouwing de IKS al bijna een halve eeuw niet in staat is het verschijnsel van de opkomende landen te begrijpen, dat tegenwoordig bijna de helft van de wereldbevolking betreft! Het is ook begrijpelijk dat een dergelijke blindheid voor eenvoudige objectieve feiten deze organisatie bijzonder onkundig maakt van de redenen voor de opkomst van China en de nieuwe imperialistische polarisatie in de wereld door de tendens om een toekomstig imperialistisch blok rond dit land te vormen met het oog op een derde wereldoorlog. Dat is wat wij hier snel zullen behandelen, te beginnen met het in herinnering brengen van de stapeling van de voornaamste analysefouten van de IKS die het gevolg zijn van haar economisch Luxemburgisme. Wij willen de lezer er met name op wijzen dat wij de stellingen van de IKS reeds ruimschoots hebben ontrafeld in een lange studie die reikt van de zogenaamde rem op de ontwikkeling van de produktiekrachten (§ 1) tot de nationale kwestie (§ 3), via de directe [arbeiders]strijd en de vakbondskwestie (§ 2) [4].

1) Een kapitalisme in verval sinds 1914

Het IKS-platform stelt dat “het kapitaal niet langer in staat is zijn heerschappij uit te breiden, zelfs niet met het tempo van de groei van de menselijke bevolking” … terwijl in feite de groei van het wereldproduct per hoofd van de bevolking slechts met 2,2 is vermenigvuldigd in 93 jaar ‘opkomst’ (of 0,84% gemiddeld jaarlijks groeipercentage), terwijl het met 4,7 is vermenigvuldigd in 93 jaar ‘verval’ (of 1,68% gemiddeld jaarlijks groeipercentage). Met andere woorden, als de groei van de materiële productiekrachten per hoofd van de bevolking tweemaal zo groot was in “het verval” dan in “de opkomstperiode”, was het kapitalisme wel in staat en niet “incapabel, zijn dominantie uit te breiden, zelfs niet met het tempo van de menselijke bevolkingsgroei” (zie grafiek 2 hieronder). Iedere verstandige lezer zal tot de conclusie komen dat dit platform niet alleen onjuist is, maar dat het precies het tegendeel beweert van de werkelijkheid! Dit is uiterst pijnlijk voor ‘marxisten’, waarvan de benadering gebaseerd is op het bestaan van objectieve feiten.

Grafiek 2: Wereldproduct per hoofd van de bevolking

2) Een derde wereldoorlog aan de vooravond van de glorieuze dertig jaren?

Erger nog, op basis van een dergelijke analyse met een Luxemburgistische grondslag voorspelden de voorvaderen van de IKS in 1952 het op handen zijn van het uitbreken van de derde wereldoorlog en ze verspreidden haar weinige militanten naar alle uithoeken van de wereld: “Het verdwijnen van de extra-kapitalistische markten leidt tot een permanente crisis van het kapitalisme […] …het kan zijn productie niet langer uitbreiden […] het vooruitzicht van oorlog dreigt. Wij leven in een staat van naderende oorlog” GCF, Internationalisme nr. 46. Een dergelijke diagnose, gesteld aan de vooravond van de meest indrukwekkende periode van groei die het kapitalisme in de loop van zijn bestaan heeft gekend – namelijk de zogenaamde Dertig Glorieuze Jaren – onderstreept de broosheid van de Luxemburgistische stellingen over de accumulatie van kapitaal: hoe kan men een accumulatie begrijpen die na 1914 twee keer zo snel verloopt als ervoor, wanneer de relatieve verzadiging van de extra-kapitalistische markten met betrekking tot de behoeften van het kapitalisme de basis wordt geacht voor de intrede van het systeem in zijn fase van verval!

Logisch, als de verminderde beschikbaarheid van extra-kapitalistische markten de economische basis is voor de vertraging in de ontwikkeling van de productiekrachten en dus voor de intrede in het verval van het kapitalisme na 1914 … hoe kunnen we dan een groei verklaren die nadien dubbel zo sterk is, en hoe kunnen we het verschijnsel van de mondialisering en de opkomende landen begrijpen? Door het nog steeds voortbestaan van buiten-kapitalistische markten zoals de IKS vandaag stelt? Maar dan verdwijnt de basis van het verval! Dit is het dilemma waaruit de IKS zich niet kan bevrijden, veroordeeld als zij is om zich te verliezen in analyses die kop noch staart hebben.

3) Een derde wereldoorlog op het punt van uitbreken in de jaren 70, maar…

In het begin van haar bestaan verdedigde deze organisatie – op even stellige wijze – een analyse van de “historische koers van de klassenconfrontaties”, waarin werd gesteld dat alles al in gereedheid was gebracht voor het uitbreken van een derde wereldoorlog: een onoplosbare economische crisis en volledig gevormde imperialistische blokken… maar die alleen door de strijdbaarheid van de arbeidersklasse werd voorkomen! Een halve eeuw later kunnen we vaststellen hoe belachelijk een dergelijke analyse wel was.

4) Het decennium dat beslissend zou zijn voor oorlog of revolutie!

De IKS ging nog een stap verder en verordonneerde dat de jaren tachtig het decennium van de waarheid zouden worden … in die mate zelfs dat het historische alternatief tussen oorlog en revolutie daar beslist zou worden: “In het decennium dat nu begint, is het dus dit historische alternatief dat beslist zal worden: Of het proletariaat zet zijn offensief voort, blijft de moorddadige arm van het belaagde kapitalisme verlammen en verzamelt zijn krachten voor de omverwerping ervan, of het laat zich door zijn retoriek en repressie in de val lokken, laat zich afmatten en demoraliseren, en dan ligt de weg open voor een nieuwe holocaust die de menselijke samenleving dreigt uit te roeien” [5] .Veertig jaar later kunnen we ook de belachelijkheid van een dergelijke analyse inzien, aangezien: (a) het proletariaat geenszins “zijn offensief voortzette” (IKS), maar zich ver terugtrok, zoals blijkt uit de intensiteit van de sociale conflicten in de ontwikkelde landen, die reeds in de jaren tachtig met een factor vier achteruit waren gegaan (zie grafiek 1); (b) het kapitalisme zich bovendien geenszins “in het slop bevond” (IKS), maar vlak voor belangrijke globalisering en het verschijnsel van de opkomende landen stond!!

5) Theorie van de ontbinding of decompositie van de IKS-“theorie”?

Om al deze fouten te verbergen gaat de IKS haar “theorie” van decompositie, waarvan we hierboven hebben gezien dat de empirische basis volledig onjuist is, nog verder “ontwikkelen”. Erger nog, het zou zelfs deze fase van ontbinding zijn die de fenomenale groei van China volgens hun laatste leringen mogelijk zou hebben gemaakt … begrijpe wie kan [6]! Maar pas op, als de IKS een halve eeuw na voortdurend elke groei in India en China te hebben ontkend – wat een hele prestatie is voor een organisatie die beweert in de voorhoede van de politieke verdieping te staan – eindelijk de Chinese dynamiek erkent, is het alleen maar om onmiddellijk het belang ervan te bagatelliseren door te spreken van “kankerachtige groei”!

In feite gaat achter deze formule een echte grootheidswaanzinnige kunstgreep schuil die elke echte zelfkritiek van deze organisatie verhindert. Zij maakt het inderdaad mogelijk om met lippendienst een zekere groei te erkennen … maar tegelijkertijd te beweren dat de IKS in wezen altijd gelijk zou hebben gehad over verval en decompositie omdat deze groei “kankerachtig” zou zijn!

Laten we dus, los van de formules, eens kijken naar wat er werkelijk gebeurt in China, vooral vanuit het standpunt van de uitgebuiten, door te kijken hoe de reële lonen, de levensverwachting bij de geboorte en de omvang en het volume van de bevolking die de Chinese economische groei heeft moeten onderhouden, zich hebben ontwikkeld. Het belang van dergelijke statistieken is immers dat zij geïntegreerde indicatoren zijn van een veelheid van levensaspecten, materiële inbegrepen, en dat de wijze van berekening ervan niet veel discussie oplevert. Welnu, de evolutie van de Chinese bevolking en haar levensverwachting zijn des te opmerkelijker omdat zij gedurende een eeuw (1850-1950) bijna stagneerden om meer dan te verdubbelen wat betreft de bevolking en bijna te verdrievoudigen voor de levensverwachting – door ongeveer vijftig jaar te winnen – d.w.z. door van 30 naar 80 jaar te gaan (zie grafiek 3 hieronder)! Tot slot is de kers op de taart dat de gemiddelde lengte van de Chinezen alleen maar is toegenomen [7].

Grafiek 3: China, levensverwachting bij geboorte.

Met andere woorden, als een land zijn bevolking snel kan verdubbelen, zijn levensverwachting bijna kan verdrievoudigen en tegelijkertijd kan zorgen voor een even grote stijging van de productie en het materiële inkomen (zie grafiek 4 hieronder), dan leve de kankerachtige groei!

Grafiek 4: Gemiddelde reële lonen en verdiensten per werknemer en per gewerkt uur.

Een Chinees, waarvan het reële loon in vier decennia drie- tot vijfmaal zo hoog is geworden, en die sinds 1950 ongeveer 50 jaar langer leeft, zal niet alleen geen geloof hechten aan de diagnose van de IKS-“arts”, maar hem terecht een kwakzalver noemen. Een Chinese werknemer die in 2020 50 jaar langer leeft dan in 1950, die zijn reële salaris aanzienlijk heeft zien stijgen en die alleen maar droomt van de aanschaf van zijn volgende smartphone … zal lang leve de kankerachtige groei roepen! En met reden, medisch gezien, komt een kanker overeen met de dood van menselijke cellen en de dood van het leven, komt 50 jaar langer leven daarmee overeen? Wedden dat dokter IKS, in zijn onmetelijke hoogmoed, voor ons zal herdefiniëren wat kanker is! Hoe dan ook, als kanker wordt geherdefinieerd door te beweren dat 50 jaar langer leven en in betere omstandigheden een “kankergezwel” is, dan zullen er veel kandidaten zijn die deze kanker willen oplopen!

De nieuwe wereldwijde geopolitieke en geo-economische polarisatie

Als we hebben gewezen op enkele grove dwalingen in de analyse van de IKS over China, dan is dat omdat zij stelt dat: “…de oorlog in Oekraïne niet het pad effent voor de vorming van nieuwe imperialistische blokken die de mensheid in een derde (en waarschijnlijk laatste) wereldoorlog zullen meeslepen… (…) wij verwerpen het argument dat we getuige zijn van de heroprichting van stabiele militaire blokken. Wij willen alleen maar zeggen dat, ondanks reële tendensen in de richting van een ‘bipolarisatie’ van de imperialistische tegenstellingen, deze volgens ons nog steeds worden gecompenseerd door de tegengestelde tendens van elke imperialistische mogendheid om haar specifieke belangen te verdedigen en zich te verzetten tegen onderwerping aan een bepaalde wereldmacht.

Door de groei in de opkomende landen, en met name in het meest spectaculaire land, China, volledig te onderschatten, ziet de IKS in feite het fundamentele verschil tussen het voormalige Oostblok en het toekomstige opkomende blok rond China over het hoofd.

Zowel de USSR als zijn satellietlanden zijn altijd economische en zelfs militaire dwergen geweest – getuige de jammerlijke militaire nederlagen van de Sovjet-Unie in de Zesdaagse Oorlogen in het Midden-Oosten, in Afghanistan en nu de tegenslagen in Oekraïne… – en toch blijft Rusland een nucleaire reus: het is het enige land waartegen de Verenigde Staten geen oorlog kunnen voeren zonder zelf het risico te lopen bijna volledig vernietigd te worden (wat nog niet het geval is voor China). In die zin is de Koude Oorlog nog niet helemaal voorbij.

China daarentegen is een economische reus, maar nog steeds een militaire dwerg. Maar juist omdat het een economische reus is, zou China ook een militaire reus kunnen worden, en een reus met wapens die veel krachtiger en geavanceerder zijn dan die van Rusland. Dit is wat de VS moet voorkomen. De huidige strategie van de VS en de NAVO bestaat er dan ook in enerzijds de militaire macht van Rusland terug te brengen tot een niveau dat past zijn economisch macht, d.w.z. niet meer dan het BNP van Spanje. En anderzijds wil het Europa weer achter de VS te scharen om het in de slagorde te brengen voor het grote vraagstuk van vandaag: de confrontatie met China. Hillary Clinton, het voormalige hoofd van de Amerikaanse diplomatie, maakte geen fout toen zij onlangs verklaarde dat: “Rusland ‘een bedreiging op korte termijn’ is en China ‘een bedreiging op lange termijn'” en het Westen waarschuwde tegen de expansionistische ambities van China, terwijl zij Moskou als een tijdelijke bedreiging zag [8].

Dit is de reden voor de manoeuvre van de VS, een tactiek die reeds op Saddam Hoessein werd toegepast en die erin bestond te suggereren dat de Amerikanen niet zouden ingrijpen in geval van een invasie. Irak is toen in de val gelopen en Rusland is nu in de val gelopen. In de weken voor de invasie van Oekraïne was Biden zelfs onvermurwbaar tegenover Poetin, terwijl de Europeanen alles in het werk stelden om te onderhandelen. Als klap op de vuurpijl gaf Biden niet alleen geen duimbreed toe op de eisen van Rusland, maar vertelde hij Poetin ook dat als Poetin zijn eisen met militaire middelen zou willen inwilligen, de NAVO niet zou reageren [9]!

Het resultaat van dit beleid is duidelijk: de NAVO is gereorganiseerd en het leiderschap van de VS is volledig herbevestigd. De financiering van de NAVO, waar de Europeanen terughoudend tegenover stonden, overtreft nu de Amerikaanse verwachtingen, de orders voor militair materieel stromen binnen in de Verenigde Staten, de [plannen voor een] Europese defensie zijn dood, NordStream2 is gesloten, alle dialoog en samenwerking met Moskou is begraven, evenals de ontwikkeling van economische uitwisselingen met Rusland waarop Europa had gehoopt, met name in de energiesector. Beter nog, het gas dat de Europeanen vroeger van Rusland kochten, moet nu door de Amerikanen worden geleverd!

Bovendien is deze oorlog de genadeslag voor de Europese inspanningen, met name die van Frankrijk en Duitsland, om een tegenwicht tegen de VS te ontwikkelen door samen te werken met Rusland. Met andere woorden, het lijdt geen twijfel dat de VS met de oorlog in Oekraïne al hun doelstellingen hebben bereikt: politieke, imperialistische, economische en ideologische: op imperialistisch vlak met een gereorganiseerde NAVO en een herbevestigd Amerikaans leiderschap; op economisch vlak met een Europa dat door de oorlog verzwakt is en voor energie nog meer dan vroeger afhankelijk is van de VS; op politiek-economisch vlak met een verzwakt Europa omdat het niet langer als tegenwicht tegen de VS kan optreden, noch militair (het begraven van de Europese defensie), noch economisch (economische samenwerking met Rusland); op militair vlak met een “Kassa!” voor de Amerikanen: alle Europese landen kopen massaal Amerikaans wapentuig; op ideologisch vlak door de thematiek van een toekomstig conflict met China: de verdediging van de vrije wereld tegen dictatoriale regimes.

Het opsommen van alle interne spanningen in de NAVO in een poging om de huidige onmogelijkheid van het opnieuw formeren van imperialistische blokken te verklaren, lijkt dan ook het verwarren van muggenbeten met dodelijke injecties. Het is van de bomen het bos niet zien.

Over blindheid gesproken, een dergelijke analyse van de IKS gaat terug op de illusies van Vercesi in 1938-39, die niet geloofde dat een tweede wereldoorlog mogelijk was. Dit ongeloof was gebaseerd op de vele diplomatieke onderhandelingen en pogingen tot akkoorden, die volgens hem de noodzaak van het kapitaal aantoonden om een wereldbrand te vermijden – plaatselijke oorlogen waren voldoende voor de behoeften van het kapitalisme, zei hij.

Vandaag volgt de IKS een soortgelijke benadering door alle mogelijke meningsverschillen binnen de NAVO en alle mogelijke zwakheden van China op een rij te zetten. Maar morgen, wanneer de Verenigde Staten ten strijde trekken, zal de IKS zich opnieuw “verrast” verklaren, zoals ze nu moet toegeven dat de “brute versnelling in Europa door de massale Russische invasie in Oekraïne de IKS heeft verrast” [10]. In werkelijkheid is de IKS voortdurend verrast geweest door de ontwikkeling van het kapitalisme, omdat zij eenvoudigweg niet over de juiste instrumenten beschikt om dit te begrijpen.

(wordt vervolgd)

C.Mcl.



Bijlagen

Wanneer de statistieken de opvattingen van de IKS ondersteunen, maakt deze er gretig gebruik van en aarzelt niet om er tevreden over te zijn (“wij hadden het voorspeld”, “zij illustreren de juistheid van onze oriëntaties”, enz.), maar zodra de cijfers in tegenspraak zijn met haar retoriek, maakt zij systematisch korte metten met de geldigheid ervan. Geïnspireerd door deze steeds terugkerende kwade trouw gaan wij in onze bijdrage dan ook in op twee kernpunten: de ontwikkeling van de sociale conflicten in de centrale landen en de redenen voor de teruggang ervan vanaf het midden van de jaren zeventig.

Statistieken over sociale conflicten – grafiek 1 (boven)

Wij zijn ons terdege bewust van de kritiek die over het algemeen (ook door de bureaus voor de statistiek zelf) op dit soort gegevens wordt geuit: van land tot land zijn er verschillen in de definitie van wat een staking is en in de methoden om informatie te verzamelen; over het algemeen worden sociale conflicten onderschat; niet alle vormen van sociaal verzet worden in aanmerking genomen en vooral ontbreekt elk kwalitatief criterium (een spontane en zelfgeorganiseerde staking wordt op hetzelfde niveau geplaatst als een door een vakbond georganiseerd eendagstaking om de strijd te begraven), enz. Niettemin zijn deze vertekeningen meestal systematisch in de tijd, zodat zelfs indien zij worden onderschat of overschat, de algemene kwantitatieve tendensen veelzeggend zijn en goed samenhangen met wat wij weten over de ontwikkeling van sociale bewegingen. De daling van de stakingsindex met een factor tien in zestien grote westerse landen sinds de kwantitatieve en kwalitatieve opleving van de strijd tussen 1966 en 1974 uit deze overwegingen te verklaren, zou dan ook een perfect geval van samenzwering zijn. Dit zou namelijk inhouden dat er een stilzwijgende overeenkomst tussen deze zestien landen bestaat om de curve geleidelijk af te vlakken.

Ten slotte zij erop gewezen dat, terwijl de sociale conflicten in de oude ontwikkelde landen afnemen, zij in de opkomende landen (China, India en een groot deel van Zuidoost-Azië) toenemen. Dit is niet meer dan logisch en het gevolg van de enorme herstructurering van het kapitalisme op wereldschaal, zoals blijkt uit de onderstaande grafiek:

Grafiek 5: Veranderingen in de werkgelegenheid in de be- en verwerkende industrie

Terwijl de werkgelegenheid in de verwerkende industrie in de triade (VS, Europa en Japan) lichtjes is gestegen van 86 miljoen in 1960 tot 90 miljoen in 2004, is ze in China geëxplodeerd: het land telt vandaag meer werknemers in deze sector dan in het geheel van de ontwikkelde landen (de OESO), en dit in bedrijven die soms tienduizenden werknemers tellen! Maar ook hier moeten we ons niet te veel illusies maken, want het proletariaat van deze landen is historisch gezien zeer onervaren en vol illusies over democratie en vakbeweging (in China in het bijzonder). Dit is niettemin een factor waarmee de Chinese heersende klasse rekening moet houden alvorens zich in oorlogszuchtige avonturen te storten.

Deze spectaculaire gegevens over de werkgelegenheid in de verwerkende industrie in China weerleggen formeel de absurde stelling van de IKS dat de ontwikkeling van dit land niet reëel zou zijn, maar zou overeenkomen met een systeem van communicerende vaten – de ontwikkeling van de werkgelegenheid in China zou grotendeels overeenkomen met de vernietiging van de industriële werkgelegenheid in de voormalige ontwikkelde landen: “Heeft het Chinese kapitaal de productiekrachten ontwikkeld? Naar zijn eigen maatstaven, ja, maar wat is de algemene historische context waarin dit plaatsvindt? Het is zeker waar dat de expansie van het Chinese kapitaal de omvang van ’s werelds industrieel proletariaat heeft vergroot, maar dit is gebeurd door een grootschalig proces van deïndustrialisering in het Westen…” [11] . Het is hier duidelijk dat de IKS, ondanks enkele formele concessies om de schijn te wekken dat zij rekening houdt met de werkelijkheid, in wezen haar reeds lang bestaande dogma over de onmogelijkheid van een werkelijke ontwikkeling van de produktiekrachten in het “verval” opnieuw bevestigt. Voor deze organisatie komt de ontwikkeling van de opkomende landen immers niet overeen met iets tastbaars, maar is zij het resultaat van kunstgrepen zoals krediet of communicerende vaten: de industrialisatie van de opkomende landen weerspiegelt de deïndustrialisatie en de bedrijfsverplaatsingen in de ontwikkelde landen. Grafiek 7 (zie hieronder) toont de absurditeit van een dergelijk “argument” aan, zoals wij hieronder zullen uitleggen.

Over de oorzaken van de afname van het aantal sociale conflicten vanaf het midden van de jaren zeventig

De IKS erkent het bestaan van een zekere teruggang in de klassenstrijd, maar haar credo is dat deze het gevolg is van de implosie van het Oostblok en het verlies van klasse-identiteit in verband met het in diskrediet brengen van het vooruitzicht van het communisme… Welnu, als deze factor waarschijnlijk een rol speelt bij het op een laag peil houden van de sociale conflicten, verklaart hij de daling helemaal NIET, want in 1989 waren de sociale conflicten al zo’n vijftien jaar aan het afnemen en was de intensiteit ervan al met een deling door een factor tien (cf. Grafiek 1)! Eens te meer blijkt dat de “analyses” van deze organisatie louter speculatief zijn en niet op iets feitelijks zijn gebaseerd.

Daarentegen hebben wij verschillende factoren naar voren gebracht die gaandeweg hebben bijgedragen tot het verminderen van sociale conflicten en het uiteenvallen van de collectieve solidariteit tussen werknemers. Bovendien voeren wij, in tegenstelling tot de systematisch ongegronde beweringen van de IKS, feitenmateriaal als bewijs aan:

1) De stijging van de structurele werkloosheid

De onderstaande grafiek voor de Europese Unie toont een perfecte correlatie tussen de niet aflatende stijging van de werkloosheid vanaf 1974 en het begin van de daling van de stakingsindex vanaf datzelfde jaar (grafiek 1). Bovendien komt de piek in de stijging van de werkloosheidscurve precies overeen met het dieptepunt in de daling van de sociale conflicten. Met andere woorden, de werkloosheid speelde de rol van verdoving van de strijd lang vóór de val van de Berlijnse Muur en de zogenaamde “ontbindingsfase van het kapitalisme”, die de IKS zo dierbaar is.

Grafiek 6: Werkloosheidscijfers – EU-15 en Frankrijk

Maar deze gegevens weerleggen ook formeel een andere absurde theorie van de historische oprichter van de IKS – Marc Chirik – die erin bestaat te beweren dat: “Door de fabriek te verliezen, winnen de werkloze arbeiders de straat” en dat “Dit een enorm voordeel is voor de agitatie en politisering van deze belangrijke arbeidersmassa’s” (Revue Internationale n°14 – 1978). Weliswaar heeft deze organisatie in haar rapport over de klassenstrijd in 2015 een ommezwaai gemaakt, maar zonder enige inhoudelijke zelfkritiek en nog steeds met grote illusies over de strijd van de werklozen: “De zelfstandige strijd van de werklozen, die zich kan aansluiten bij de strijd van de arbeidersklasse, was veel minder belangrijk dan wij in de jaren zeventig en tachtig hadden verwacht (…) De studentenbewegingen in Frankrijk in 2006 en de sociale opstanden tegen het einde van het decennium van de nieuwe eeuw begonnen antwoorden te geven op deze problemen en boden de mogelijkheid de werklozen te integreren in massademonstraties en straatvergaderingen (…)“. In zekere zin is dit Munis’ postume wraak tegen Chirik … in zoverre dat de laatste de eerste bekritiseerde over deze kwestie van werkloosheid. De geschiedenis en de feiten hebben beslist … maar de IKS blijft zelfgenoegzaam overtuigd van al haar zekerheden, zelfs van de weinige die zij heeft verwaardigd als onjuist te erkennen wanneer de tegenspraak met de feiten te heftig wordt om vol te houden..

2) Ontindustrialisering, de ontmanteling van grote arbeidersconcentraties en het gebruik van uitbesteding

Beweren dat de industrialisatie van China overeenkomt met de deïndustrialisatie van de oude ontwikkelde landen, zoals de IKS doet, is niet alleen feitelijk onjuist, zoals we hierboven hebben gezien, maar ook qua tijd onjuist, aangezien de deïndustrialisatie van het Westen lang vóór de globalisering heeft plaatsgevonden: helemaal aan het begin van de jaren zeventig, of zelfs al in de jaren vijftig voor de Angelsaksische landen, zoals blijkt uit grafiek 7 hieronder.

Grafiek 7: Aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid

3) Een stijging van de schuldenlast van de huishoudens

Hoewel de schuldenlast van de huishoudens niet een verklarende factor is voor de afname van de sociale conflicten van het formaat van de twee vorige, heeft hij deze niettemin aanzienlijk versterkt. Dit was vooral het geval vanaf de jaren tachtig na het neoliberale beleid van loonsverlagingen. De huishoudens die hun inkomen zagen dalen of teruglopen, compenseerden dit inkomensverlies immers door schulden te maken, zoals blijkt uit de grafieken 8 en 9 hieronder. Iemand met schulden zal immers veel minder geneigd zijn te protesteren uit vrees zijn of haar baan te verliezen.

Grafiek 8: Aandeel van de lonen (rechts) en schuld van de huishoudens (links) in % van het BNP (VS)

4) Wat de andere oorzaken betreft die wij naar voren hebben gebracht – de geleidelijke individualisering van de arbeidsverhoudingen tot aan de huidige Über-isering, die de solidariteit tussen de loontrekkenden afbreekt, en de strategie van de heersende klasse die erop gericht is de sociale onlusten van de straat naar de parlementaire arena te verplaatsen ( zie de politiek van links dat op dat moment aan de macht was: het Programme Commun in Frankrijk met het aan de macht komen van Mitterrand en links, het ‘historisch compromis’ in Italië, de democratisering van de dictatoriale regimes van Griekenland en Portugal in 1974 en van Spanje in 1975…) – ook al zijn ze niet erg kwantificeerbaar, ze wijzen in de richting van de ontwikkeling, waarvan de feiten welbekend zijn.

Bron

C.Mcl. Les errances du CCI sur les rapports inter-impérialistes + Annexes, versie 20-6-2022.
Vertaling: F.C. 20-6-2022

Noten

1 Dit dreigement was echter meer een tactiek van een zakenman om zijn partners te doen betalen en de aanleg van de NordStream2-pijpleiding te stoppen dan een echte strategische optie voor de VS.

2 Dit verklaarde hij in een interview met The Economist op 8 november 2021, waarin hij het betreurde dat “sommige partners eenzijdig handelen” en dat er niet langer sprake is van “enige coördinatie van de strategische beslissingen van de Verenigde Staten met de NAVO-partners”. Hij riep daarom op tot “een sterkere Europese defensie (…) een Europa dat strategische autonomie en militaire capaciteiten moet verwerven. En anderzijds een strategische dialoog met Rusland te heropenen, zonder enige naïviteit en die tijd zal vergen”, omdat Rusland volgens hem geen ander alternatief heeft dan een “partnerschap met Europa”.

3 Revue Internationale n°23 (1980), MC & FM.

4 Wat de kritiek op de economische theorie van Rosa Luxemburg betreft, verwijzen wij de lezer naar onze talrijke bijdragen over deze kwestie:

1- Over de theoretische fouten van Luxemburg en haar miskenning van de analyse van Marx: Théorie des crises : Marx – Luxemburg.

2- Over het mechanistisch fatalisme van deze theorie: “Des crises permanentes, ça n’existe pas”, Marx.

3- Over het onvermogen van deze theorie om de accumulatie van kapitaal in de 20e eeuw te begrijpen: L’accumulation du capital au XXème siècle – I.

4- Over de tegenstrijdigheden in de analyse van Rosa Luxemburg en haar epigonen van de IKS, met name het totale gebrek aan debatethiek van hun kant: La théorie des crises et l’éthique du débat – I.

5- Over het multi-causale karakter van Marx’ analyse van crises in tegenstelling tot Rosa Luxemburgs mono-causale karakter: Une analyse marxiste de la crise à venir. Nederlands: Een marxistische analyse van de komende crisis.

6- Tenslotte over de inconsequenties van de IKS betreffende de vorming van de wereldmarkt; de opkomst van het staatskapitalisme; de schuldenlast; de oorlogen voor en na 1914 en de militaire uitgaven voor en na 1914 in een debat met Link en Anibal: En défense du matérialisme historique. Engels: In Defence of Historical Materialism.

5 “Années 80 années de vérité” Revue Internationale du CCI n°20, 1980, p.3-4.

6 Wij hebben deze “analyse” reeds ontkracht in ons artikel: Les quatre malédictions du CCI sur la question nationale, maar wij zullen er meer in detail op terugkomen in een nieuwe bijdrage om de drogredenen van de huidige IKS-argumenten over China bloot te leggen.

7 Bron: NCD-Risk.

8 Verklaring afgelegd tijdens het geopolitiek programma van 11 juni 2022 op France Culture.

9 Een opmerkelijke analyse van deze valstrik is gemaakt door de IOD-groep (Istituto Onorato Damen) en in het Engels vertaald op de AFRD-website.

10 Signification et impact de la guerre en Ukraine.

11 Revue Internationale n°149, 2012, Gerrard.

Anibal, “Opmerkingen en kritische beoordeling”

De tekst van C.Mcl. toont op juiste wijze de belangrijkste verschijnselen van de ideologische verwarring van de IKS. De IKS zal uiteraard en in overeenstemming met haar megalomane sekte-stijl deze historisch materialistische kritische beschouwingen negeren. Of ze zal beweren dat dit alles deel uitmaakt van een kleingeestig complot tegen de IKS, die zichzelf gewoonlijk voorstelt als het enige verantwoordelijke centrum van een internationalistisch communistisch soort tegen de “bestaande parasitaire of politie-houdingen”, etc., etc.

De tekst laat ook de empirische tekortkomingen van de interpretaties en de theoretische fouten van de IKS zien, en hij biedt een historisch materialistisch perspectief dat wel degelijk het onderwerp verduidelijkt. In het algemeen is het allemaal geldig en samenhangend, zonder ongegronde en misplaatste speculaties. Daarentegen biedt de tekst gegevens en evalueert het werkelijk verifieerbare feiten in de klassenstrijd en in de wereldwijde ontwikkeling van het kapitalisme zelf.

C.Mcl. heeft gelijk als hij stelt dat er een imperialistisch kapitalistisch blok bestaat, aangevoerd door China en Rusland, en dat dit blok zich consolideert. De IKS maakt zijn eigen “verhaal” om dit te ontkennen, en haar tegenstrijdigheden nemen toe…

De idee van de permanente crisis van het kapitalisme en zijn verval is een thema bij uitstek. Wat in het artikel wordt gezegd is in het algemeen waar, maar er is behoefte om dieper te gaan, terug te gaan naar [de oorsprong van] de problemen, tekortkomingen, fouten en tegenstrijdigheden van het oorspronkelijke marxisme. Vooral naar wat Marx en vooral Engels (die langer leefde) zeggen. De laatste stelde vragen over een mogelijk voortduren van de crisis van de overproduktie, van het chronisch worden daarvan, die de intrede van het kapitalisme in de historische periode van zijn verval als produktiewijze en als klassenbeschaving markeert. Engels deed dit na de grote crisis die in 1873 begon. Maar toen bleek dat dit niet het geval was, dat er nieuwe perioden van economische ontwikkeling en crises waren, tot aan de Eerste Wereldoorlog.

Dit leidde tot een tendens van aanhangers van het verval in de Tweede Internationale, die bij uitstek tot uiting kwam in de economisch mislukte theorievorming van Rosa Luxemburg.

Er is dus meer dan Luxemburgisme, en men moet ook andere niet-Luxemburgistische benaderingen zien in communistische kringen, zowel in de Derde Internationale als in de communistische linkerzijde, voornamelijk de Duits-Nederlandse en Italiaanse linkerzijde.

De bolsjewistische versie van het verval, die bijvoorbeeld door Lenin en Trotski werd bepleit, onderging vele wijzigingen … met verschillende formuleringen. Voor Lenin betekent het verval dat tot uitdrukking komt in “het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme” niet noodzakelijkerwijs en onomkeerbaar een verlamming van de ontwikkeling van de productiekrachten, maar voor Trotski is dat wel het geval, en zo betoogt hij in het Overgangsprogramma:

“De economische voorwaarden voor de proletarische revolutie hebben reeds lang het hoogste punt van rijpheid bereikt, dat onder het kapitalisme bereikt kan worden. De productieve krachten van de mensheid zijn opgehouden te groeien. Nieuwe uitvindingen en nieuwe technische vooruitgang brengen geen verhoging van de materiële rijkdom meer met zich mee…. In de historisch bevoorrechte landen, d.w.z. in de landen, waar ze zich ten koste van de oude nationale accumulatie(s) nog voor een zekere tijd de luxe van de democratie veroorloven kan (Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten, enz…) bevinden zich alle traditionele partijen van het kapitaal in een toestand van radeloosheid, die soms aan wilsverlamming grenst. De “New Deal” vertegenwoordigt, ondanks zijn aanvankelijk tentoongespreide vastberadenheid, slechts een bijzondere vorm van radeloosheid, slechts mogelijk in een land, waar de bourgeoisie erin geslaagd is onmetelijke rijkdommen op te hopen. De huidige crisis, die nog helemaal niet ten einde is, leverde reeds het bewijs dat de “New Deal”-politiek [1] in de Verenigde Staten, evenmin als de Volksfront-politiek in Frankrijk [2], een uitweg uit het economische slop betekent.
De internationale verhoudingen laten geen beter beeld zien. Onder de groeiende druk van het kapitalistische verval hebben de imperialistische tegenstellingen de grens bereikt, waarop de verschillende conflicten en bloedige uitbarstingen (Abessinië [3], Spanje, Verre Oosten, Midden-Europa) onvermijdelijk op een wereldbrand moeten uitlopen.
De bourgeoisie is zich vanzelfsprekend bewust van het dodelijke gevaar dat een nieuwe oorlog voor haar heerschappij betekent.”

Evenzo zegt Trotski in zijn werk “Het marxisme vandaag:

“De menselijke vooruitgang is in een dood slop vastgelopen. Niettegenstaande de jongste triomfen van de techniek is er geen groei meer in de materiële productiekrachten. Het duidelijkste symptoom van het verval is wel de universele stagnatie in het bouwbedrijf tengevolge van het stopzetten van nieuwe beleggingen in de fundamentele bedrijfstakken.”

De GCF (Communistische Linkerzijde van Frankrijk), met Marc Chirik die permanente oorlog, permanente crisis en algemeen verval theoretiseert (uitgaande van Luxemburgse overwegingen), ligt ten grondslag aan de puinhopen van de IKS. Dit is duidelijk, maar er is meer. Er is een traditionele marxistische dwaling, die zowel in het bolsjewisme als in de communistische linkerzijde blijft bestaan… en met kritische nuances, bijvoorbeeld die van Pannekoek enerzijds en Bordiga anderzijds.

De tekst behandelt op adequate wijze het vraagstuk van de ontwikkeling van de opkomende economieën, iets zeer opmerkelijks dat erop wijst dat het kapitalisme niet in verval is, dat de accumulatie voortschrijdt en wereldwijd meer proletariaat en meer bourgeoisie voortbrengt.

Het interpretatiekader van het verval en de ontbinding dat de IKS hanteertkan in de analyse niet alleen niets positiefs bijdragen aan de wetenschappelijke communistische interpretatie, maar leidt noodzakelijkerwijs ofwel tot ontkenning, ofwel tot pogingen tot verklaringen zoals de kankerachtige economische ontwikkeling, die belachelijk en notoir misleidend zijn. Deze dwalingen missen kop en staart.

Wat de inter-imperialistische oorlog in Oekraïne betreft, is een deel van wat in de tekst wordt gezegd verifieerbaar, maar er spreekt ook een eenzijdige benadering uit waarbij het succes van de VS en de achteruitgang van Rusland worden gezien. De werkelijkheid is zeer complex en er ontwikkelen zich historische dialectische tegenstellingen. De VS hebben succesvolle initiatieven genomen, maar hebben ook hun economische status zien verslechteren en zijn in verschillende conflicten verslagen en geschoffeerd. China zet zijn pionnen op het wereldschaakbord en het Russische kapitaal heeft van de verbeterde omstandigheden van economische en militaire kracht geprofiteerd om zijn imperialistische acties niet alleen op de schaal van Oekraïne, maar ook internationaal te ontplooien. De oorlog in Oekraïne heeft niet geleid tot de ineenstorting van de Russische kapitalistische economie, die wordt gefinancierd door de uitvoer van energiegrondstoffen, granen, wapens en industrieproducten (laatste in mindere mate) en die haar handels- en financiële betrekkingen met China en andere BRIC- en aspirant-landen uitbreidt… en het ook zijn militaire relaties uitgebreid. Bovendien vertoont de dollar, hoewel nog steeds de belangrijkste valuta in de wereldhandel, tekenen van verzwakking, hetgeen de nog beperkte en langzame, maar economisch doeltreffende opkomst van de valuta’s van het Chinees-Russische blok mogelijk maakt. Er zijn meer elementen om rekening mee te houden, maar dit is een beperkte samenvatting van de belangrijkste.

Wat de theorievorming van Vercesi (Ottorino Perrone) in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog betreft, is de tekst correct. De wereldoorlog kwam, en het imperialistisch kapitalisme beperkte zich niet tot plaatselijke en perifere conflicten. Hetzelfde staat op het spel in de huidige historische periode.

Bron: Anibal, Comentarios y valoración crítica del texto anterior: Las divagaciones de la CCI sobre las relaciones interimperialistas + Anexo (C.Mcl. Controverses), 16-6-2022. Vertaling F.C. 18-6-2022

C.Mcl. “De verkeerde opvattingen van de IKS over de inter-imperialistische betrekkingen”

Plaats een reactie