Het volgende artikel verscheen oorspronkelijk in het Duits op de website van het tijdschrift Wildcat (“Pelosis Trip nach Taiwan und die neue Intel-Fabrik in Magdeburg”). Ondanks zijn ecologische invalshoek geeft het artikel veel feiten die nuttig zijn voor het begrijpen van de huidige herstructurering van de internationale verdeling van productie en handel in volwaardige oorlogseconomieën van het Amerikaanse blok en het Chinees-Russische imperialistische blok in opbouw. Chips zijn essentiële onderdelen van allerlei soorten wapens.

Photographer unknown, source.
Begin augustus ondertekende Biden de Chips and Science Act, die voorziet in 52,7 miljard dollar aan directe subsidies voor de productie van chips in de VS. Enkele dagen later plaatste de regering van de VS nog eens vier “kritische technologieën” op een lijst die de uitvoer ervan naar China verbiedt. Dit schaadt vooral Nederlandse, Taiwanese, Zuid-Koreaanse en Duitse bedrijven. Ondanks de sancties van de afgelopen jaren is de Chinese chipproductie (SMIC) nu ongeveer gelijk aan die van de VS (Intel). Voorop lopen Zuid-Korea (Samsung) en vooral Taiwan (TSMC). De VS zijn nog steeds goed voor ongeveer 15% van de wereldwijde chipproduktie, de EU voor 10% – de rest wordt in Azië geproduceerd.
Kort voor Pelosi’s bezoek aan Taiwan ondertekende Biden eind juli een strategisch partnerschap met Japan om deze voorsprong in te halen; het pikante hieraan is dat Zuid-Korea en Taiwan nu nog nodig zijn, maar op middellange termijn worden beschouwd als onzekere kantonisten. Kort na Pelosi’s reis naar Taiwan vloog de Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken naar China om water bij de wijn te doen; tegen 2021 had Zuid-Korea 48 procent van zijn chipproductie naar China geëxporteerd.
De halfgeleiderindustrie heeft haar winsten voornamelijk gerealiseerd door massale globalisering – en heeft zich daarom met zakelijke argumenten verzet tegen de (geo)politieke beperkingen door de VS. Sinds het begin van het jaar gaat Intel voort op de “ommekeer van de tijd”; zijn CEO Gelsinger heeft het over “het wegrukken van de productie uit Azië” en ziet de oorlog in Oekraïne als een “versterking” van hun fabrieksproject in Maagdenburg (Intel wil daar de grootste chipfabriek van Europa bouwen).
De “aanmoediging” is in feite afkomstig van subsidies in de VS en de EU. Gelsinger: “Laten we de crisis gebruiken. Dat is goede economie plus nationale veiligheid!”
Het [Duitse] “Federaal Agentschap voor sprongsgewijze innovaties” (SPRIND) stelt ook dat aangezien “halfgeleiders en hoogtechnologische componenten wapens worden”, men moet “investeren in hoogtechnologische om weerbaar te worden”. De vraag is echter: wie moet “weerbaar” worden? En tegen wie? De regering-Biden wil de strategieën voor halfgeleiders coördineren in de “U.S.-EU Trade and Technology Council” die in juni 2021 wordt opgericht. De EU geeft de voorkeur aan een onafhankelijk subsidiebeleid dat (“in geval van nood”) een beroep op sleuteltechnologieën garandeert. De ervaring met de pandemie is nog vers, toen (ondanks – of dankzij? – Biontech-Pfizer) de VS en het VK sneller toegang hadden tot vaccins. Nu de oorlog in Oekraïne de handel tussen de BRD en Rusland bijna volledig heeft afgesneden, gaat de volgende ronde over de vraag of de BRD zich evenzeer zal (of kan) loskoppelen van China?
Deze geopolitieke ontwikkeling is crisis-gedreven en verergert de ecologische crisis
Intel staat tot zijn nek in het water; de vooruitgang van de halfgeleiderindustrie lijkt te zijn uitgeput; de dynamiek van de crisis versnelt.
De grondstofhonger van de halfgeleiderindustrie kan niet langer worden bediend door deze planeet. Intels fabriek in Maagdenburg (450 hectare afgedekte oppervlakte op de vruchtbaarste grond van Duitsland) zal tot 45 miljoen liter drinkwater per dag nodig hebben – en toch helpt het de onderneming “groenwassen” omdat 60 procent van de elektriciteit die zij in Saksen-Anhalt nodig heeft, afkomstig is van hernieuwbare bronnen. In feite is de chipindustrie “een tijdperk van inefficiëntie” binnengetreden. De productie van de nieuwe generatie chips zal nog meer energie verbruiken en broeikasgassen uitstoten dan voorheen. Het stroomverbruik om zogenaamde “kunstmatige intelligenties” te trainen is exponentieel toegenomen; tegen 2025 zullen machines meer gegevens genereren dan mensen. Als het zo doorgaat, zal de halfgeleiderindustrie in 2030 20 procent van de wereldwijde energiebehoefte vereisen.
Maar het grootste probleem (vooral in Europa en de VS) is het gebrek aan arbeidskrachten. In 1977 werkten wereldwijd 64000 mensen in de chipfabricage. In 1980 had een fabriek gemiddeld 1000 mensen in dienst, vandaag zijn dat er 10.000. Wereldwijd zijn er 153 fabrieken die 300mm-wafers kunnen verwerken. Verwacht wordt dat dit aantal tegen 2026 tot meer dan 200 zal zijn gestegen. Maar wie gaat er in al die chipfabrieken werken? Nu al is er overal een tekort aan arbeiders. Er is een felle concurrentiestrijd om de wereldwijde migratie van nieuwe technologische gastarbeiders; men probeert punten te scoren door hogere lonen en lokkertjes, maar dat verandert uiteindelijk niets aan het wereldwijde tekort aan arbeidskrachten, dat door geopolitieke strategieën nog wordt verergerd. (Bovendien leidt “geopolitiek” ertoe dat bijvoorbeeld in Maagdenburg een fabriek voor computer- en SmartPhone-chips wordt gebouwd – terwijl er in Duitsland en Europa een tekort is aan chips voor de auto-industrie en de machinebouw).
Wil de chipindustrie blijven groeien, dan moeten bijna alle beschikbare middelen – energie – water – arbeid – in deze industrie worden gestoken. Maar iemand moet toch brood bakken en kaas maken!
Wij bespreken deze samenhangen uitvoerig in het artikel “Summer of Semis” in het nieuwe nummer [van Wildcat, alleen in druk verkrijgbaar]. Wij bevelen ook het artikel in Wildcat 108 over de chipcrisis aan.