Demonstraties in China: Geënsceneerd door Marx en Engels?

Door Ralf Ruckus

Repressie van arbeidersprotesten bij Foxconn (Apple)

De protesten tegen de blokkades en het partijregime zijn al maanden aan de gang en verbinden verschillende sociale groepen. De regering heeft niet veel speelruimte.

Protest in Beijing afgelopen maandag

“Weg met de Communistische Partij!”, “Weg met Xi Jinping!”, “Vrijheid in plaats van PCR-tests!”. Wat honderden demonstranten op 26 november op een kruispunt van straten in het centrum van Shanghai riepen, kan verbazing wekken bij degenen die zich de Volksrepubliek China voorstellen als een egalitaire samenleving en een gepacificeerde partijdictatuur. Maar afgelopen weekend waren er opnieuw protesten in tal van steden. De woede is vooral gericht tegen de zero-covid-strategie van de regering en de lockdowns die in veel steden met miljoenen inwoners zijn opgelegd als gevolg van de gestegen infectiecijfers.

Deze brengen drastische beperkingen in het dagelijks leven. Mensen moeten regelmatig een PCR-test ondergaan, velen mogen hun huis niet uit en kunnen niet meer aan het werk. Soms worden ze niet voldoende van voedsel voorzien. Degenen die (naar verluidt) contact hebben gehad met besmette mensen of zelf besmet zijn geraakt, moeten dagen of weken doorbrengen in slecht uitgeruste quarantainecentra. De maatregelen treffen vooral mensen die niet in hun kantoor aan huis kunnen blijven werken, vrouwen die de extra zorg voor kinderen of ouderen op zich moeten nemen en kleine handelaren waarvan de winkels zijn gesloten.

Een vuur doet woede ontbranden

De protesten van afgelopen weekend waren het gevolg van een grote brand in een woongebouw in Ürümqi in de regio Xinjiang op 24 november. Bij de brand in een hoofdzakelijk door Oeigoeren bewoonde wijk kwamen ten minste tien mensen om het leven. Volgens de bewoners waren de deuren op slot vanwege de lockdown, zodat mensen niet uit het huis konden ontsnappen. De lokale autoriteiten ontkennen dit.

Op 25 november demonstreerden mensen in Ürümqi tegen de afsluiting en de autoriteiten die hen de schuld gaven van de doden. Sommigen zongen het Chinese volkslied met de zin: “Sta op, sta op, allen die geen slaven meer willen zijn!”. Opmerkelijk genoeg waren de demonstranten voornamelijk Han-Chinezen, geen Oeigoeren. Laatstgenoemden zijn als moslimgroepering de afgelopen jaren systematisch onderdrukt, en deelname aan dergelijke protesten zou voor hen uiterst gevaarlijk zijn.

Vanaf 26 november demonstreerden honderden of duizenden mensen in verschillende steden in China. In Shanghai verzamelden vooral jongeren zich met bloemen en kaarsen in de Ürümqi-straat om de doden te herdenken. Er werden leuzen geroepen tegen de opsluiting, later ook tegen het partijregime zelf. De politie hield zich aanvankelijk in, maar probeerde vervolgens de menigte uiteen te drijven en arresteerde enkele betrokkenen.

Op 27 november kwamen honderden studenten van de Tsinghua Universiteit bijeen in Peking. Ze zongen het volkslied en de Internationale, scandeerden “Vrijheid zal zegevieren!” en eisten een einde aan de blokkades. Net als in Shanghai werden blanco vellen papier omhoog gehouden uit protest tegen de censuur. ‘s-Avonds verzamelden honderden demonstranten zich in de buurt van de diplomatieke wijk voor een nieuwe wake. Ook vonden protesten plaats op straat en bij universiteiten in Nanjing, Wuhan, Chengdu, Guangzhou, Xi’an, Chongqing en andere steden.

Opstand in de Apple gevangenis

Een dergelijke golf van protesten lag al enkele maanden in het verschiet. Al tijdens de lockdown in april en mei in Shanghai waren er protesten tegen de afsluiting van wijken en universiteiten, de opsluiting in quarantainecentra en de ontoereikende voedselvoorziening.

In oktober weigerden duizenden arbeiders in Zhengzhou te werken in het fabriekscomplex van het Taiwanese elektronicabedrijf Foxconn. Meer dan 200.000 werknemers produceren daar onder meer iPhones voor Apple. Nadat het aantal besmettingen in Zhengzhou was gestegen, gaf de bedrijfsleiding opdracht tot “closed-loop management” (“bihuan guanli”). De arbeiders zitten opgesloten: Zolang zij de fabriek niet verlaten en in de slaapzalen of werkplaatsen slapen, staan de autoriteiten de bedrijven toe de productie voort te zetten. Eind oktober hadden veel arbeiders er genoeg van, vooral omdat de voedselvoorziening ontoereikend was. Ze klommen over de fabriekshekken en vluchtten over de velden.

Verschillende actoren

Toen half november overal in het land de deuren werden gesloten, kwamen de incidenten steeds vaker voor. In het Haizhu-district van Guangzhou, waar veel migratie-arbeiders wonen, braken honderden door de slagbomen en vochten met de “grote witten” (“da bai”). Dit zijn de ordehandhavers of veiligheidstroepen die door de autoriteiten in witte beschermende pakken worden gestuurd. Op 23 november escaleerde de situatie op het Foxconn-complex in Zhengzhou opnieuw. Foxconn had nieuwe werknemers aangeworven en hoge bonussen beloofd, maar toen ze aankwamen, ontdekten ze dat de omstandigheden slechter waren dan verwacht. Bovendien werden besmette en niet-besmette werknemers niet van elkaar gescheiden. Er waren ook botsingen met de veiligheidstroepen, waarbij traangas en waterkanonnen werden gebruikt.

De Ürümqi-brand leidde vervolgens tot de weekenddemonstraties. Door de verhoogde aantallen incidenten en de vele lockdowns worden veel meer mensen getroffen dan in het voorjaar, maar niet allemaal op dezelfde manier.

Migrerende werknemers zijn vooral boos over reisbeperkingen, inkomensverlies en slechte behandeling. Hun lonen zijn de laatste tijd nauwelijks verhoogd, gezien de economische crisis. Ze hebben nauwelijks reserves om rond te komen wanneer ze tijdelijk zonder werk zijn. Voor hen staat hun broodwinning op het spel, en hun woede is navenant groot, die zij richten tegen slagbomen, bewakingscamera’s en politie. Het regime reageerde met geweld.

Jongeren en studenten in de steden lijden onder de afsluiting van hun wijken, onder toezicht, pesterijen en censuur. De hoge jeugdwerkloosheid van twintig procent speelt ook een rol. En degenen die een baan hebben kunnen nauwelijks hogerop komen. Zelfs in de IT-sector stagneren de lonen en blijft de werkdruk hoog. Ook delen van de stedelijke middenklasse zijn ontevreden. Hun inkomen wordt bedreigd door de lockdown en de crisis in de vastgoedsector. Studenten en jongeren uit de steden eisen “vrijheid” en een einde aan de censuur. Tot nu toe heeft de politie zich terughoudender opgesteld tegenover hen, demonstranten weggedreven en sommigen gearresteerd.

Regime in een lastig parket

Het is nog onduidelijk of de protesten van deze groepen zullen afnemen. Alleen als zij zich blijvend verenigen of zich zelfs tot een grotere beweging ontwikkelen, kunnen zij een ernstige bedreiging vormen voor het regime. Maar het regime zit al in een lastig parket. Zij wil de situatie bezweren en de protesten tegen de vergrendelingen zo snel mogelijk beëindigen. Harde repressieve maatregelen zouden echter tot verdere escalatie kunnen leiden. Het opschorten of afbouwen van de pandemiemaatregelen zou kunnen betekenen dat veel ouderen sterven die nog steeds niet of onvoldoende gevaccineerd zijn. Dit zou ook tot protesten kunnen leiden.

De afgelopen dagen hebben de autoriteiten in sommige plaatsen de afsluitingen aanvankelijk wat versoepeld en aangekondigd dat zij meer ouderen zullen inenten. Vanwege de protesten is de aanwezigheid van politie in de steden verhoogd. Universiteiten hebben hun studenten naar huis gestuurd en zijn overgestapt op online lessen. Nieuws over de protesten wordt nog steeds gecensureerd en degenen die aan de demonstraties van het weekend hebben deelgenomen, worden bedreigd met boetes.

In een poging de oorzaken van de protesten te vervagen, spraken regeringsfunctionarissen ook van “infiltratie en sabotage” door “buitenlandse krachten”. In Peking reageerden protesterende studenten op deze beschuldiging met de vraag: “Welke buitenlandse krachten? Marx en Engels?”

Bron

Ralf Ruckus, Demonstrationen in China: Von Marx und Engels inszeniert? in WOZ, 1 december 2022.

Commentaar van Arbeidersstemmen

Ondanks onze onenigheid met Ruckus over het ‘socialistisch’ noemen van China voordat Deng het overnam van Mao, brengt het artikel enkele interessante feiten over slogans.

De arbeiders in China zouden ook helder moeten zijn over de delen van de ‘middenklasse’ die een dominante rol speelden in de demonstraties: zij zijn een deel uit van de Chinese bourgeoisie dat alleen ervoor strijdt dat het Chinese kapitaal een alternatieve koers gaat varen tegenover de huidige stagnatie van de economie.  Wanneer dergelijke burgerlijke alternatieven worden gerealiseerd, zal – zoals in het verleden – het proletariaat verder worden uitgebuit en onderdrukt. 

Daarom is de arbeidersklasse de enige klasse met een historische toekomst: strijdend voor haar onmiddellijke belangen zal zij verplicht zijn de zogenaamde “communistische” staat te vernietigen – evenals een “liberale”, “democratische” staat – en de dictatuur van het proletariaat in te voeren, dat wil zeggen o.a. de associatie van vrije en gelijke producenten die zelf de produktie en distributie managen, waardoor het echte communisme tot stand komt.

Demonstraties in China: Geënsceneerd door Marx en Engels?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s