De arbeidersraden in de theorie van de Nederlands-Duitse communistische linkerzijde. Deel 4
Door Philippe Bourrinet

“Naast het burgerlijke parlementarisme vormen de vakbonden het hoofdbolwerk tegen de verdere ontwikkeling van de proletarische revolutie in Duitsland. Hun houding in de Wereldoorlog is bekend. Hun beslissende invloed op de principiële en tactische stellingname van de oude sociaal-democratische partij leidde tot het afkondigen van de Burchtvrede met de Duitse bourgeoisie, wat neerkwam op de oorlogsverklaring aan het internationale proletariaat.
Hun sociaalverraderlijke activiteit vond zijn logische vervolg bij het uitbreken van de Novemberrevolutie in Duitsland, toen zij hun contrarevolutionaire gezindheid zwart op wit vastlegden door het afsluiten van een samenwerkingsverband voor economische vrede met het ineenstortende Duitse ondernemerdom. Hun contrarevolutionaire gezindheid hebben ze gedurende de gehele periode van de Duitse revolutie tot op de dag van vandaag gehandhaafd.
Het is de vakbondsbureaucratie geweest die zich het felst verzette tegen de steeds dieper in de Duitse arbeidersklasse wortel vattende radengedachte en die in staat was de noodzakelijkerwijs uit de economische massa-acties voortkomende politieke tendensen te vernietigen die zich richtten op de politieke machtsgreep van het proletariaat. De contrarevolutionaire aard van de vakbondsorganisaties is zo duidelijk dat vele ondernemers in Duitsland het in dienst nemen van arbeiders afhankelijk maken van het lidmaatschap van een vakbond. Daarmee is ten overstaan van iedereen onthuld dat de vakbondsbureaucratie actief deelneemt aan het kunstmatig in stand houden van het in alle voegen krakende kapitalistische systeem. De vakbonden zijn daarmee naast de burgerlijke fundamenten één van de belangrijkste steunpilaren van de kapitalistische klassenstaat.
Dat deze contrarevolutionaire maaksels niet van binnenuit in revolutionaire zin veranderd kunnen worden, is door de vakbondsgeschiedenis van het laatste anderhalfjaar voldoende bewezen. De revolutionering van de vakbonden is geen kwestie van personen. De contrarevolutionaire aard van deze organisaties ligt in de hen kenmerkende structuur en in hun systeem zelf. Uit dit inzicht volgt logisch dat alleen de vernietiging van de vakbonden zelf de weg vrijmaakt voor de voortgang van de sociale revolutie in Duitsland. Voor de socialistische opbouw is iets anders nodig dan deze fossiele organisaties.
Uit de massastrijd is de bedrijfsorganisatie ontstaan. Niet nieuw in de betekenis dat zij opduikt als iets unieks, maar nieuw in de zin dat zij in de revolutie overal ontspruit als noodzakelijk wapen in de klassenstrijd tegen de oude geest en de grondslag waarop hij gebaseerd is. Zij beantwoordt aan de radengedachte en is daarom helemaal geen pure vorm of een nieuw organisatie-aardigheidje of een mystiek mirakel. Zij is de organisch in de toekomst groeiende, de toekomst vormende uitdrukkingsvorm van een maatschappelijke revolutie, die afstevent op de klassenloze maatschappij. Ze is pure proletarische strijdorganisatie. Het proletariaat kan niet verscheurd in beroepsgroepen, buiten zijn strijdterrein voor de definitieve omverwerping van de oude maatschappij georganiseerd zijn, dat moet in het bedrijf gebeuren. Hier staat de één naast de ander als klassegenoot, hier moet iedereen staan als gelijkberechtigde. Hier staat de massa als drijvende kracht van de productie en voelt zij zich voortdurend genoodzaakt inzicht in haar te krijgen en haar zelf te leiden, Hier vindt de geestelijke strijd plaats, de revolutionering van het bewustzijn, in een voortdurende storm van man tot man, van massa tot massa. (…)”
Programma van de “Kommunistische Arbeiter-Partei Deutschlands” (KAPD) van mei 1920.1
Lees verder “Partij, raden en revolutie. “Massa’s of leiders””