Trotski als ideoloog van het staatskapitalisme

“De maatschappij, die de productie op grondslag van vrije en gelijke associatie van de producenten opnieuw organiseert, zal de hele staatsmachinerie een plaats inruimen die haar dan zal toekomen: in het museum van oudheden, naast het spinnewiel en de bronzen bijl.” [1]

“In plaats van de regering over personen komt het beheer over zaken en het leiden van productieprocessen. De staat wordt niet ‘afgeschaft’, hij sterft af.” [2]


Bij de uitgave van een verzameling teksten van de Groep van Internationale Communisten (GIC) in Engelse en Duitse vertalingen


Als er iets geciteerd wordt uit Friedrich Engels, dan is het wel zijn beroemde uitspraak over de afsterven van de staat. Alle radicale linksen houden van dit idee. Zelfs Stalin keurde hem goed. In 1952, zes maanden voor zijn dood, schreef hij: “De staat zal afsterven, maar de maatschappij zal blijven bestaan. Bijgevolg zal het algemeen eigendom van het volk dan niet meer worden overgenomen door de staat, die zal afsterven, maar door de maatschappij zelf, vertegenwoordigd door haar centraal leidend economisch orgaan.” [3]

Voor deze beroemde overgang naar het communisme was het “noodzakelijk, niet een mystieke ‘rationele organisatie’ van de productiekrachten, maar de ononderbroken groei van de gehele maatschappelijke productie met een overheersende toename van de productie van de productiemiddelen.” [4] Een overgang, zo leerde ook Lenin, “langdurige en gecompliceerde overgang van de kapitalistische maatschappij (en wel meer langdurige, hoe minder ontwikkeld ze is), (…) zelfs maar te komen tot een van de voorstadia van de communistische maatschappij.[5] Want, voegde Trotski eraan toe in zijn bespreking van de vermeende verraden revolutie: “De materiële voorwaarden voor het communisme zijn een dusdanig hoge ontwikkeling van de menselijke economische macht, dat de productieve arbeid, niet langer als een last beschouwd, geen aparte prikkel meer nodig heeft en de verdeling van de levensbenodigdheden, die overvloedig aanwezig zijn, geen aparte controle meer nodig heeft behalve dat van opvoeding, gewoonte en sociale opvatting.“ [6]

Volgens de vooraanstaande leiders van de Russische Revolutie zou het dan ook naïef zijn te verwachten dat de afschaffing van de loonarbeid en de staat op de sociale revolutie zou volgen. De loonarbeid en de staat sterven, maar alleen aan de verre horizon van de toekomst, want “‘De laagste trap van het communisme, om de term van Marx te gebruiken, begint op het niveau waar de hoogste trap van het kapitalisme bijna bijkomt.” [7] Maar – “Zelfs een socialistisch Amerika, op basis van het meest ontwikkelde kapitalisme ter wereld, is niet in staat om onmiddellijk iedereen te voorzien in zijn of haar benodigdheden en zou daarom gedwongen zijn eenieder aan te sporen zoveel mogelijk te produceren. Onder deze omstandigheden is het logischerwijs de taak van de staat om als stimulator op te treden, die op haar beurt, met wijzigingen en aanpassingen, niet anders kan dan terug te vallen op de methodes van betaalde arbeid zoals onder het kapitalisme zijn ontwikkeld. In de geest hiervan schreef Marx in 1875: “Burgerlijke wetgeving … is onvermijdelijk in de eerste fase van de communistische samenleving, in een vorm ontstaan door de lange en pijnlijke baringsweeën die nodig zijn om uit de kapitalistische samenleving voort te komen. De wet kan nooit hoger zijn dan de economische structuur en de culturele ontwikkeling van de samenleving die door die structuur is geconditioneerd.“ [8]

Zo zouden in de overgangsperiode, via de loonarbeid, “De burgerlijke verdelingsnormen (…) de socialistische doelen moeten ondersteunen, omdat ze de groei van de materiële macht versnellen, maar alleen in de laatste analyse. De staat neemt direct vanaf het begin een tweeledig karakter aan; socialistisch voor zover ze het maatschappelijk eigendom van de productiemiddelen verdedigt; burgerlijk in zoverre de verdeling van de levensmiddelen plaatsvindt op basis van een kapitalistische waarde maatstaf, met alle bijbehorende gevolgen hiervan. Zo’n tegenstrijdige karakterisering kan de afschuw van de dogmatici en scholastici opwekken; we kunnen ze alleen onze spijtbetuigingen aanbieden.“ [9]

Met dit “communistische” programma schudden de aanhangers van de kapitalistische economische orde en haar radicaal-linkse critici elkaar de hand. Volgens de voorstanders van de kapitalistische economische orde gaat het immers uiteindelijk ook om welvaart voor iedereen. Niets heeft de wereld in de afgelopen twee eeuwen zo ingrijpend veranderd als de triomf van het kapitalisme. Ellende is de metgezel van vooruitgang en ongelijkheid hoort bij het kapitalisme, maar op de lange duur brengt het kapitalisme meer welvaart voor iedereen.

Dit is de beroemde langdurige en ingewikkelde overgang naar het land van melk en honing, wanneer de “voorhoede van de arbeidersklasse” haar “communistische” programma uitvoert over de hoofden van de arbeidersklasse heen in het “belang van de arbeidersklasse”. Deze hogere waarde, “belangen van de arbeidersklasse”, in haar abstractie van de behoeften van de individuen die daaraan ondergeschikt zijn, bevat reeds het potentieel voor wreedheid jegens de mensen van wie zij in hun naam abstraheert. Deze verschrikkelijke abstractie wordt nog versterkt in haar meedogenloosheid en wreedheid jegens individuen, wanneer het opkomen voor de “belangen van de arbeidersklasse” tegelijkertijd wordt verklaard als een historische missie, dat wil zeggen, een abstractie van de concrete belangen van individuen, meerdere generaties lang. Dan kan zelfs onder socialisme een “rijkdom” worden geproduceerd waarvoor arbeidsvoorwaarden en lonen een kostenfactor zijn. Vervolgens moeten ook in de zogenaamde overgangsfase naar het communisme, onder de waardemaatstaf van het geld, de functionaliteit en de kwaliteit van de goederen, alsmede de levensomstandigheden van de arbeiders van een doel tot een middel worden gedegradeerd. Dan kan, ook in de “eerste fase van de communistische maatschappij”, de arbeidsproductiviteit worden verhoogd door de decennia durende opoffering van de arbeiders in het belang van de arbeidersklasse ten koste van de beroepsbevolking. Dan zullen bij de opbouw van de “communistische maatschappij” – vergelijkbaar met de cynische voorstanders van kapitalistische toestanden – de offers van generaties altijd de moeite waard zijn voor de volgende generaties.

“Het zijn niet de Sovjet administrateurs geweest die het geheim van het stukloon hebben uitgevonden. Dit systeem dat onzichtbaar de zenuwen onder druk zet, werd door Marx ‘het meest geschikte systeem voor kapitalistische productie’ genoemd. De arbeiders verwelkomden deze innovatie niet alleen niet hartelijk, maar vijandig. En het zou onnatuurlijk zijn iets anders van hen te verwachten. (…) Hoewel het op het eerste gezicht leek dat de terugkeer van de Sovjet regering (…) op stukloon een aftocht naar kapitalistische verhoudingen was, moet hier herhaald worden (…). het is geen kwestie van het afzweren van het socialisme, maar juist het verwerpen van misplaatste illusies. De wijze van loonbetaling wordt simpelweg in overeenstemming gebracht met de werkelijke bronnen van het land. ‘De wet kan nooit hoger staan dan de economische structuur’.” [10]

Inderdaad, het recht kan nooit hoger zijn dan de economische structuur. De “voorhoede” van de arbeidersklasse houdt van de door Marx genoemde “hogere fase van de communistische maatschappij”, omdat zij een hekel heeft aan de zogenaamde “eerste fase van de communistische maatschappij”, waarin zij economisch gelijk is aan de massa’s door de toepassing van de arbeidstijdrekening. De programma’s van de communistische partij hebben niets te maken met communisme in de zin van afschaffing van de loonarbeid. Dienovereenkomstig gebeurde het dat “De macht van de democratische Sovjets verkrampte, werd zelfs ondragelijk, toen het de dagelijkse taak werd die geprivilegieerde groepen te paaien wier bestaan noodzakelijk was voor de verdediging, voor de industrie, de techniek en de wetenschap.“ [11].

“Als de staat niet afsterft, maar steeds groter en despotischer wordt, als de gevolmachtigde administrateurs van de arbeidersklasse bureaucraten worden en de bureaucratie zichzelf boven de samenleving verheft, dan komt dat niet door bijzaken als de psychologische overblijfselen uit het verleden en dergelijke, maar is het gevolg van de ijzeren noodzaak om een geprivilegieerde minderheid te scheppen en te onderhouden, zolang het onmogelijk blijft om een normale gelijkwaardigheid te garanderen.” [12]

De Groep van Internationale Communisten heeft de loonarbeiders met klem gewaarschuwd zich niet door de politieke leiders van een zelfbenoemde voorhoede de economische gelijkheid te laten afkopen. In zijn artikelen spoort ze de arbeiders aan om de productie in eigen handen te nemen door middel van bedrijfsorganisaties en -raden, teneinde de loonarbeid af te schaffen door de individuele arbeidstijd vast te stellen als maatstaf voor het aandeel in het product van de maatschappelijke arbeid en tegelijkertijd de basis te leggen voor de vervanging van het regeren over personen door het regeren over zaken en het beheer van productieprocessen.

Hermann Lueer

Bron

Voor het eerst in het Duits en in het Engels gepubliceerd als “Voorwoord van de Redactie” bij enkele teksten van de GIC, uitgebracht onder de titel “Transfer the whole state machinery to the museum of antiquities, next to the spinning wheel and the bronze axe!” en “Versetzt die ganze Staatsmaschinerie ins Museum der Altertümer, neben das Spinnrad und die bronzene Axt!” (vertaling: “Breng het hele staatsapparaat over naar het museum van oudheden, naast het spinnewiel en de bronzen bijl!

Noten

[1] Engels, De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigendom en van de staat, IX. Barbaarsheid en beschaving.

[2] Engels, De ontwikkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap, III. [Historisch materialisme].

[3] Vertaald uit Stalin, Ökonomische Probleme des Sozialismus in der UdSSR, Stalin Werke, Band 15, blz. 238. Cursief door Lueer.

[4] Idem, blz. 227.

[5] Vertaald uit Lenin, Die NÖP und die Aufgaben der Ausschüsse für pol.-kult. Aufklärung, Lenin Werke, Bd. 33, S. 43. Cursief door Lueer.

[6] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, §1. Het overgangsregime.

[7] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, § 4. ‘Algemeen gebrek’ en de politie.

[8] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, § 3. Het tweeledige karakter van de arbeidersstaat.

[9] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, § 3. Het tweeledige karakter van de arbeidersstaat.

[10] Trotski, De verraden revolutie, 4. De strijd om de arbeidsproductiviteit. § 4 De Stakhanov-beweging.

[11] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, § 4. ‘Algemeen gebrek’ en de politie.

[12] Trotski, De verraden revolutie, 3. Socialisme en de staat, § 3. Het tweeledige karakter van de arbeidersstaat.

Trotski als ideoloog van het staatskapitalisme

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s