
Om onze taken te kunnen bepalen, moeten we vooral conclusies trekken uit de lessen en ervaringen van de klassenstrijd van onze tijd. Het doel is om kennis te delen en te gebruiken die voortkomt uit ervaringen die voortkomen uit de echte klassenstrijd en niet uit een of andere ideologie.
Irak als voorbeeld:
“De regering en haar milities gebruikten allerlei wapens om ons te doden. Ze zijn gevaarlijker dan het virus”, zo zwoeren de Irakezen de strijd tegen de staat en alle politieke partijen voort te zetten.
Ondanks de dreiging van het Coronavirus zijn er in maart 2020 in Bagdad en Zuid-Irak veel demonstranten gewond geraakt en gedood; activisten zijn nog steeds het slachtoffer van ontvoeringen, moorden en martelingen. En naast de ontwikkeling van de conflicten tussen Turkije, Rusland, Iran en Syrië, hebben Amerikaanse vliegtuigen het hoofdkwartier van de Iraakse sjiitische milities, het Iraakse leger en een luchthaven in aanbouw in de provincie Karbala gebombardeerd als vergelding voor de eerdere dood van twee Amerikaanse militairen en een Britse verpleegster bij een raketaanval op Camp Taji bij Bagdad, op 11 en 14 maart 2020. Op deze manier probeert de staat het revolutionaire proletariaat van het terrein van zijn [klasse-]strijd te verdrijven en het proletariaat van elkaar en van de internationale beweging te isoleren; aan de ene kant door zowel Irak, Iran als Libanon in “politieke quarantaine” te plaatsen, aan de andere kant door het de oorlog in te lokken die rondgaat over het Midden-Oosten. Maar ondanks al deze pogingen en de islamitische banden tussen de Libanese-Iraakse-Iraanse milities tegen de beweging, is de klassestrijd opnieuw geëxplodeerd door massale protesten, waarvan een deel weer bestaat uit protesten in de regio Koerdistan, omgeven door Iran in het oosten, Turkije in het noorden en Syrië in het westen.