Oorlogsstokers links en rechts

Door Internationalist Perspective

De wereld kijkt vol afschuw toe hoe een van de meest geavanceerde legers ter wereld een grotendeels weerloos ingesloten stedelijk gebied verwoest, alsof je vissen in een ton schiet. Geen wonder dat er wijdverspreide verontwaardiging is en een wereldwijde roep om deze waanzin te stoppen. Maar in plaats van de oorlog te stoppen, willen veel linkse mensen hem voortzetten, aan de kant van Hamas. En ze willen dat we het geweld tegen onschuldigen, dat door hun kant wordt gepleegd, negeren omdat het voor een goed doel werd gedaan. Was dat zo?

Waarvoor vecht Hamas?

Vechten “vrijheidstrijders” zoals Hamas en de Islamitische Jihad voor bevrijding? Bevrijding van wie? Zouden de bewoners van Gaza en de Westelijke Jordaanoever vrij zijn als ze in een Islamistische Hamas-staat zouden leven? Wat betekent dat, “Palestina vrij’?

Doel en middelen zijn nauw met elkaar verbonden. Alles wat Hamas doet – stakingen met geweld onderdrukken, tegenstanders opsluiten en folteren, burgers vermoorden, kinderen en bejaarden gijzelen enz – toont wat zijn doel is: een sterke staat oprichten die de vrijheden van zijn burgers meedogenloos vertrappelt. In de voorbije zomer was er veel sociaal protest in Gaza. Betogingen die water, electriciteit, beter lonen eisten. Hamas onderdrukte die maar minder gewelddadig dan in vorige jaren, alsof ze bang waren om olie op het vuur te gooien. De spectaculaire Hamas-uitbraak van 7 oktober volgde op die hete zomer. Een verband tussen beide gebeurtenissen is niet onmogelijk. Hamas zocht zijn prestige te herstellen, zowel in Gaza als in Cisjordanie. Dat die actie dat gevolg zou hebben was een redelijke verwachting. De machteloosheid van de Palestijnen, zegt de politoloog en Palestina-kenner Emilio Minassian: “produceert een logica van dubbel resentiment: verlangen naar erkenning enerzijds en naar wraak anderzijds.”

Hamas is niet slechter of wreder dan de Israelische staat. Ze handelen beiden vanuit een gelijkaardige logika die naar gewapend conflict leidt. Maar aangezien hun middelen verschillen, verschillen hun taktieken en strategieen ook. Het is een asymetrisch conflict. Daarom uit hun wreedheid zich op een verschillende manier. De enen hakken hoofden af, de anderen leggen bomtapijten. Beiden zijn terroristen want terreur zaaien is hun hoofddoel. Angst als politiek wapen, dat wordt meer en meer de norm van onze tijd.

Burgers vermoord door Hamas (foto Reuters)
Jabalyia verwoest door Isrealische bommen (foto Reuters)

Nergens ter wereld is er een land dat toebehoort aan “het volk”. Overal is het land en alles wat er op staat van de eigenaars. Er is geen enkel voorbeeld van een nationale bevrijdingstrijd die het gros van de bevolking bevrijd heeft van honger en machteloosheid. De voorbeelden die Johan noemt in het citaat hierboven – Algerije en Vietnam – illustreren dat. Algerije is een politiestaat waarin elke uiting van autonome expressie de kop wordt ingedrukt. Vietnam is dat ook. Het is bovendien een commerciele en militaire junior partner geworden van het land waarvan het zich “bevrijd” heeft. Vietnamezen werken nu in fabrieken voor de Amerikaanse markt aan lonen lager dan in China met luiers aan om wc-pauzes te elimineren. Ze kunnen nu coca-cola drinken in Hanoi. Of pepsi, de klant is er koning.

We kunnen het rijtje afgaan maar dat zou ons te ver leiden. Het spreekt vanzelf dat dit niet betekent dat koloniale regimes beter waren. Dat het gros van de bevolking in de meeste van het koloniale juk bevrijde landen in grote ellende leven komt niet door maar ondanks hun nationale “bevrijding”. Maar het doet inzien dat nationale strijd niet tot werkelijke bevrijding leidt. Integendeel, zeker in onze tijd, is het een obstakel. Dat koloniale regimes met hun inherent racisme afgeschaft werden is een goede zaak. Maar zelfs van een ontegenspreekbare vooruitgang zoals de afschaffing van Apartheid in Zuid-Afrika moeten we de limieten zien. Dit is een land waar de kloof tussen rijk en arm bij de grootste ter wereld is, waar de werkloosheid hoger is dan ooit, waar stakers met machinegeweren worden neergemaaid, waar ongedocumenteerden in de gevangenis worden gegooid… de strijd voor echte vrijheid moet er nog beginnen.

Turner en Bacon

Johan verwijst ook naar Nat Turner, een slaaf die in 1831 in Virginia een bloedige rebellie leidde. Zijn doel was om zoveel mogelijk witten te doden. Hele gezinnen werden afgeslacht. Johan vergelijkt dat met een massamoord tijdens de Algerijnse oorlog en met de Hamas-actie van 7 oktober. “In al deze gevallen is het geweld oorzaak én gevolg van koloniale verhoudingen en onderdrukking. Het is – naar het beroemde woord van Franz Fanon – het geweld van de kolonisator dat zich tegen de onderdrukker keert.”

Dat reduceert Turner, het FLN en Hamas tot wezens zonder eigen wil, automaten die het ontvangen geweld weerkaatsen zoals een muur een tennisbal. Alsof ze geen andere keus hadden. Nochtans zijn er ook voorbeelden van opstanden tegen de onderdrukker die geen raciale of etnische oorlog werden. De eerste grote opstand in Amerika was de Bacon rebellie in 1676-1677. Daarin vochten arme witten en zwarte slaven samen tegen de koloniale overheid in Virginia. Ze veroverden de toenmalige hoofdstad Jamestown. Pas toen er een expeditieleger uit Engeland arriveerde kon de opstand onderdrukt worden.

Zwarte slaven en blanke proleten hadden dezelfde belangen. Zelfs als we het morele aspect buiten beschouwing laten (en ik wil de Bacon rebellie op dat vlak zeker niet idealiseren) moet het duidelijk zijn dat de slaven die met Bacon vochten voor een veel efficientere en intelligentere strijdmethode kozen dan deze die Turner volgden: een alliantie op basis van sociale klassen met gemeenschappelijke belangen in plaats van op basis van huidskleur of religie. Dat begrepen de koloniale machthebbers ook. De Bacon rebellie zorgde voor paniek in hun kringen. De angst was groot dat witte en zwarte machtelozen opnieuw samen zouden vechten. Kort daarna werden de Virginia Slave Codes ingevoerd, een apartheidsysteem dat het raciaal karakter van de slavernij verhardde en kontakt tussen wit en zwart strikt beperkte.

De onontkoombare realiteit is dat de zwarte slaven zich niet konden emanciperen zonder de hulp van witte arbeidersklasse en dat de zwarte bevolking in de VS van vandaag die supra-raciale solidariteit eveneens broodnodig heeft. Hetzelfde geldt voor de Palestijnen. Ze kunnen zich niet bevrijden zonder de steun van de Israelische arbeidersklasse. En die kunnen ze niet verwerven door, à la Turner, zoveel mogelijk Joden te vermoorden. Net zoals de machthebbers na de Bacon rebellie alles in het werk stelden om wit en zwart uiteen te drijven, doen de machthebbers in Israel/Palestina, de Zionisten en de Islamisten, hun uiterste best om Joden en Arabieren tegen elkaar op te zetten. Alles om te verhinderen dat Palestijnse en Israelische proleten zouden ontdekken dat ze gemeenschappelijke belangen hebben.

Is dit een anti-koloniale oorlog?

Israel is, net als de VS, ontstaan door kolonisering die gepaard ging met de verdrijving van de meerderheid van de oorspronkelijke bevolking. Als je landkaarten uit verschillende jaren naast elkaar legt kun je de groei van beide landen en de inkrimping van het territorium van de ‘inboorlingen’ op de voet volgen. En het gaat voort. Het versnelde in Cisjordanie onder de jongste, hard rechtse Netanyahu- regering en sinds de huidige oorlog begon is het in overdrive, met de settlers als fanatieke stoottroepen. Zoals de VS met de indianen deed, wil de Zionistische staat alle Palestijnen in reservaten opsluiten.

Er is ook een ideologische gelijkenis met het Europese kolonialisme, zegt Minassian:

“Israël heeft de Europese logica geërfd, die bestaat uit het “verdierlijken” van de arbeidskrachten op basis van raciale criteria, waarbij een barrière wordt getrokken tussen de geciviliseerde en de pre-geciviliseerde wereld. Dit paradigma is in Israël in volle gang, de mensen in Gaza worden op dit moment afgeslacht volgens deze logica: ze worden onder bommen bedolven met geen ander politiek doel dan hen te “kalmeren”, hen te herinneren aan de hiërarchie die menselijke groepen in dit deel van de wereld van elkaar scheidt. Een hond bijt, je schiet de roedel neer.”

Hij voegt eraan toe: “Het is belangrijk om te onthouden dat de grenzen tussen beschaafd en dierlijk vloeiend zijn. Ze waren en zijn actief binnen het Israëlisch-Joodse burgerschap zelf. Arabische Joden (mizrahis) of Ethiopiërs (fallashas) stonden lange tijd aan de verkeerde kant van het hek en waren een soort inheemse hulptroepen die gebruikt werden om de andere inboorlingen te kalmeren.”

Maar er zijn ook verschillen met koloniale oorlogen. Deze laatste gaan tussen een inheemse bevolking, geleid door kaders uit de inheemse sociale bovenlaag, en een buitenlandse macht die de staat controleert en het gros van de winst van de binnenlandse ekonomie opstrijkt. Een strijd tussen twee landen. Dat is niet het geval in Israel/Palestina, zegt Minassian en in die zin is het conflict volgens hem niet koloniaal. Het gaat, de facto, over één land, één economie, gecentreerd in Tel Aviv, waarvan de steden in Cisjordanie en Gaza de verpauperde gemarginaliseerde voorsteden zijn. Ook de Gazanen gebruiken Israelisch geld, Israelische produkten, Israelische identiteitskaarten. Palestijnse en Israelische proleten zijn segmenten van hetzelfde geheel. Vele Palestijnen uit Cisjordanie werken, legaal of illegaal, in Israel en in de kolonies. Ze spreken vaak Hebreeuws. Minassian vertelt:

“Ik heb avondenlang geluisterd naar dagloners uit een van de vluchtelingenkampen [in Cisjordanie] die vertelden hoe de etnicisering van de arbeidskrachten zich afspeelt op de bouwwerven van de Israëlische hoofdstad: de bouwpromotors zijn Asjkenazische joden, de Palestijnse Israeliers zorgen voor de aanwerving van arbeidskrachten uit de bezette gebieden, de ploegbazen zijn Sefardische joden die ook Arabisch spreken, enz. En dan zijn er al de andere ingevoerde proleten: Thais, Chinezen, Afrikanen, die als immigranten zonder papieren er in feite het slechtst aan toe zijn. Geen van deze groepen kan zich met elkaar vermengen, elke groep heeft een eigen statuut en specifieke plaats in de productieverhoudingen.”

Sinds zijn stichting heeft Israel zich, met vooral Amerikaanse hulp, razendsnel opgewerkt. Mede dank zij het toen massale gebruik van Palestijnse arbeidkracht, werd het een sterke economie, een hoog-ontwikkeld land. Maar de forse groei stokte in de jaren 1980: beurskrach in 1983, inflatie van 445 procent in 1984, recordtekort op de betalingsbalans. Daarna volgde de ontbinding van het Oostblok die een massale immigratie van vooral Russische joden meebracht. Die twee ontwikkelingen hadden voor gevolg dat de Israelische industrie veel minder Palestijnse arbeidskracht nodig had. De Palestijnse werkloosheid steeg enorm. Israel werd een koploper in high tech industrie maar heeft als geen ander land onder de koplopers een enorme hoeveelheid “onbruikbare” proletariers ten laste. In die zin ziet Minassian in de Israelisch-Palestijnse economie een metafoor voor de mondiale economie.

Het antwoord van de Israelische staat op die situatie was een politiek van scheiding, van opsluiting van de Palestijnen in enclaves en het overdragen van het beheer erover aan lokale onderaannemers.

“Deze grote insluiting, deze operatie van scheiding tussen bruikbare en overtollige proletariërs op etnisch-religieuze basis, begon op hetzelfde moment als het vredesproces, dat in werkelijkheid een proces van externalisering van de sociale controle van de overtolligen was”, aldus Minassian. Het conflict dat daaruit volgde is dus geen koloniale oorlog:

“We bevinden ons in een situatie waarin het minder gaat om de uitbuiting van een inheemse bevolking dan om het beheer van een overtollige proletarische bevolking, in proporties die uniek zijn in de centra van kapitalistische accumulatie. Voor elke arbeider met een arbeidscontract in Israël, is er een andere die onderhouden worden in een van de grote gesloten voorsteden die de nederzettingscentra onder Palestijnse jurisdictie vormen: de Gazastrook en de steden op de Westelijke Jordaanoever. Dat zijn bijna vijf miljoen proletariërs die op een paar kilometer van Tel Aviv geparkeerd staan, onzichtbaar, levend van de verkoop van hun arbeidskracht van dag tot dag, bewaakt door soldaten zodat ze hun kooi niet verlaten.”

Gaza, meer nog dan de Cisjordaanse steden en vluchtelingenkampen, is een vuilbak van de Israelische economie. De jeugdwerkloosheid bedraagt er meer dan 70 procent. Al die overtolligen overleven in de marginale economie met financiele hulp van diverse bronnen, Israel inbegrepen. Dat geld wordt verdeeld door de onderaannemers, Hamas en de zogenaamde Palestijnse Autoriteit, die ook andere staatsfuncties waarnemen, in de eerste plaats de ‘orde’handhaving. De onderaannemers beconcurreren elkaar, proberen hun tanende greep op het gedesillusioneerde Palestijnse publiek weer op te krikken. Tegelijk zoeken ze hun positie tegenover hun opdrachtgever, de Israelische staat, te versterken. Volgens Minossian moeten we daarin de verklaring van de strategie van Hamas zoeken. Hamas wil zich ‘incontournable” maken. Met bevrijdingsstrijd heeft dat niets te maken.

Geen lokaal conflict

Maar de interne dynamiek in Israel-Palestina is slechts een deel van het verhaal. Dit is ook een geopolitiek conflict tussen Amerika en zijn uitdagers.

De stichting van Israel ging gepaard met een golf van dekolonisering toen na de tweede wereldoorlog onder Amerikaanse druk een einde werd gemaakt aan de meeste Europese koloniale regimes. Beiden waren het gevolg van een globale machtsverschuiving van Europa naar de VS. Een gemilitariseerde witte kolonie met een machtig, door Amerika uitgerust leger, paste perfect in de Amerikaanse geopolitieke plannen voor het Midden Oosten. En naarmate het belang van de olierijkdom toenam, nam ook het belang van Israel toe voor Washington. Van bij het begin en vandaag nog steeds is het geopoltieke kader bepalend voor wat er in Israel-Palestina gebeurt. Ook in die zin is dit geen koloniale oorlog maar een interimperialistisch conflict. Daarover heb ik meer geschreven in mijn vorige bijdrage in dit salon . De politiek van de VS om een sterke pro-Amerikaanse alliantie te vormen rond Israel en Saoedi-Arabie tegen Iran was een belangrijke factor. Iran is de broodheer van de militaire afdeling van Hamas (de “meer gematigde” politieke afdeling wordt gefinancierd door Qatar) zoals de VS de broodheer van de IDF is. Het gros van het geld en de wapens waarmee de oorlog wordt gevoerd komt uit andere landen. Alleen de slachtoffers zijn lokaal.

In mijn vorig stuk wees ik op de uitzichtloosheid van de mondiale economie. De systeemkrisis werkt destabiliserend, doet bestaande evenwichten wankelen. De stijging van bewapening en militaire conflicten is een mondiale tendens. Bevroren fronten smelten, worden weer actief: in Oekrainie, in Afrika, in Karabagh en nu in Gaza. Geen nieuwe conflicten maar bestaande die plots hoog oplaaien.

Hoe de overtolligen beheren en beheersen wordt meer en meer een centraal probleem in de kapitalistische wereldorde. Israel is op dat vlak misschien een voorloper. Wat nu in Gaza gebeurt is volgens Minassian “geen oorlog, maar de beheersing van het overtollige proletariaat met militaire middelen die overeenkomen met een totale oorlog, door een democratische, geciviliseerde staat die deel uitmaakt van het centrale accumulatieblok.” De duizenden doden in Gaza, zo vervolgt hij, “schetsen een angstaanjagend beeld van de toekomst – van de komende krises van het kapitalisme.”

Dat kapitalisme lijkt een nieuwe periode te zijn ingegaan waarin oorlog eeen groeiende rol speelt. Een periode waarin we leren soldaten en ‘vrijheidsstrijders’ bewonderen, massamoorden toejuichen of door de vingers zien, dood en verwoesting voor het vaderland normaal vinden, en vooral: partij kiezen in conflicten waarin de gewone mensen telkens de verliezers zijn. Johan liet zich daardoor niet vangen wat de oorlog in Oekrainie betreft, waarom ziet hij in Israel-Palestina dezelfde destructieve spiraal niet?

Bevrijding komt er niet door oorlog en aanslagen maar door solidariteit en bewustwording. Als we die bereiken zullen we weten wat we moeten doen. Alles wat de groei van solidariteit belemmert staat bevrijding in de weg. In de eerste plaats nationalisme, scheiding van mensen op etno-religieuze of raciale basis. Dus weg met die Palestijnse en Israelische vlaggen, weg met slogans als “Palestine will be free, from the river to the sea”: dat is een oorlogskreet, geen oproep om de oorlog te stoppen. De oorlog stoppen in plaats van er in mee te vechten, dat moet nu de eerste eis zijn. Wapenstilstand nu! Vrijlating van de gijzelaars nu! Ontsluiting van Gaza nu! Stop de pogroms in Cisjordanie nu! Genoeg pijn, genoeg bloed, bouw solidariteit op een anti-nationalistische basis!

Net als het beeld bovenaan Banksy in Gaza

Bronnen

Inleidende alinea vertaald uit Warmongers left and right in Internationalist Perspective, 19-11-2023. De rest is afkomstig uit Salon van Sisyphus, 10-11-2023.

Kritische opmerkingen

Dit goedgeschreven artikel besteedt veel aandacht aan Emilio Minassians interessante analyse van het conflict tussen Israël en Palestina op basis van het thema ‘overtollige bevolking’. Het analyseert ook de geopolitieke, meer specifiek de inter-imperialistische aspecten van de huidige oorlog, en het stelt het idee van een koloniale oorlog aan de kaak. Helaas eindigt het met eisen die in feite slogans zijn die de fasen van de oorlog afbakenen naar de overwinning van Israël en de nederlaag van Hamas: “Stoppen met de oorlog in plaats van erin te vechten, dat moet nu de eerste eis zijn. Staakt-het-vuren nu! Laat de gijzelaars nu vrij! Maak Gaza nu vrij!”. Zoals veel groepen die geloven in ‘communisatie’ of ‘waardekritiek’, heeft Internationalist Perspective moeite om te begrijpen hoe proletarische strijd zich ontwikkelt en hoe het de imperialistische oorlog kan bestrijden.

F.C.

Zie voor een kritiek op Minassian : https://leftdis.wordpress.com/2023/11/21/proletarios-revolucionarios-on-war-and-class-struggle-in-gaza-west-bank-israel/

Oorlogsstokers links en rechts

Plaats een reactie