Valstrikken bij het begrijpen van de oorlog in het Midden-Oosten

Protesters crowded into Grand Central Terminal in Midtown Manhattan on Friday (27-10-2023)
Credit: Bing Guan for NYT

Afgrijselijke beelden van beide kanten van de frontlinie nodigen de kijkers uit tot een stellingname, tot een standpunt, tot handelen. De oorlogspropaganda van beide oorlogvoerende kampen speelt daar op in met: 

  • Beelden van de slachting in de kibboetsen, onder festivalgangers, slachtoffers van raketbeschietingen uit de Gaza-strook, van ontvoerden. 
  • Beelden van slachtoffers van bombardementen op de Gaza-strook: ziekenhuizen, ambulances, scholen, woonblokken.

De allereerste menselijke reflex op dergelijke beelden is die van het invoelend vermogen om in het leed van de slachtoffers te delen.

Daarop volgt die van vlucht voor de agressor, of van verdediging door tegenaanval. De morele rechtvaardiging van de tegenaanval valt terug op de wraak-moraal van naar familie-  en stamverbanden georganiseerde agrarische samenlevingen. De burgerlijke ideologie van het ‘volk’ als belangengemeenschap van arbeiders en kapitalisten, kan met succes een beroep doen op deze wraakmoraal als rechtvaardiging van de oorlog. In de huidige oorlog gebeurt dit door beide kampen. De vraag ‘wie is de oorlog begonnen?’ en bij het verdere verloop van de oorlog de vraag ‘wie maakt de meeste slachtoffers’ dient om agressor en slachtoffer te bepalen. 

Op de vraag ‘wie is de oorlog begonnen?’ geven beide kanten verschillende antwoorden. “De Palestijnen begonnen met de agressie”, “Israël heeft de Palestijnen herhaaldelijk verdreven”, “De Joden zijn al zo’n 2000 jaar verdreven van hun grond en rechteloos gemaakt”. De rechtvaardigingen van oorlog nemen de vorm aan van geschiedenis van een volk, geschreven in nationalistisch venijn. Nu is ook sprake van ‘kolonialisme’ tegenover ‘nationale bevrijdingsstrijd’ en ‘volkerenmoord’, waarbij de moord op het ene volk erger is dan die op het andere. Men meet de omvang van bloedbaden om volgende bloedbaden te rechtvaardigen. 

Het ene leed is het andere niet; lijden is uniek. Het lijden aan een granaatscherf is voor bij wie ze in zijn been zit, onvergelijkbaar met het lijden van iemand waarvan het hele gezin is omgekomen in een bombardement. In beide gevallen kan de oorlogspropaganda met succes een beroep doen op wraakgevoelens. Dat is de realiteit van de oorlog, en niet die van degene die op afstand een hoger moreel standpunt meent in te nemen, dat zich net zo goed baseert op wraak om met ‘volk’ en ‘vaderland’ de deelname aan de oorlog te rechtvaardigen.

We bevinden ons tot nu toe overduidelijk op het terrein van de moraal. Een moraal die gebaseerd is op een maatschappijvorm die al lang is verdwenen, maar die dankzij nationalistische indoctrinatie nog voortleeft in de hoofden van de mensen. Onze realiteit is die van een kapitalisme dat al ruim 100 jaar de hele aarde heeft veroverd en zijn productieverhoudingen van arbeid en kapitaal heeft opgelegd aan de mensheid, zonder vooruitgang te bieden. Integendeel, met het scheppen van de wereldmarkt door de kolonialistische politiek, zijn oorlogen veranderd in oorlogen tussen imperialistische machten, grote en kleine staten, door bondgenootschappen verenigd in imperialistische blokken die elkaar direct of indirect (by proxy) bestrijden. Het nationalisme is in deze oorlogen een middel om de gehele bevolking te verenigen rond de staat, om de arbeidersklasse nog meer te kunnen uitpersen en onderdrukken voor de oorlogsinspanningen, en om diezelfde arbeidersklasse af te houden van de verdediging van haar klassebelangen met  proletarische klassestrijd. De moraal van de arbeidersklasse is gebaseerd op haar direct klassebelangen in deze werkelijkheid van kapitalisme en van zijn interimperialistische oorlogen. Zie voor een proletarische analyse van de huidige oorlog in het Midden-Oosten: De arbeidersklasse en de oorlog Israël – Palestina.

De valstrikken bij het begrijpen van de oorlog beperken zich niet tot wat in wezen een nationalistische wraakmoraal aan beide kanten is. Naarmate een interimperialistische oorlog langer duurt, ontstaat onder delen van de bevolking het verlangen om een voor hen zinloze en vernietigende oorlog te beëindigen. Dit streven naar het einde van de oorlog manifesteert zich het gemakkelijkste in niet direct bij de oorlog betrokken staten die dan ook nog een schijn van burgerlijke vrijheden kennen. 

Migranten die door discriminatie een nationale identiteit is opgedrongen omdat ze (soms meerdere generaties geleden) afkomstig zijn uit Arabisch sprekende of Moslim-landen, voelen zich daardoor verbonden met het Palestijnse volk. Dit is overigens hetzelfde mechanisme dat Joodse arbeiders rond de Tweede Wereldoorlog tot Zionisten maakte. Het effect zijn Pro-Palestina demonstraties, niet alleen in Nederland maar in allerlei EU-landen (met name Frankrijk).

We zien ook dat een klein deel van de bevolking in Nederland kiest voor de verliezende partij, de Palestijnen, als het grootste slachtoffer, al dan niet met een veroordeling van de winnende partij, Israël, gebrandmerkt als de agressor. We zagen dit bij de sit-in in de hal van het Central Station in New York met de karakteristieke leuze ‘Not my war’, gevoerd door onder andere Joden. Vele demonstranten zijn daarbij gearresteerd, wat toont hoe het is gesteld met de burgerlijke vrijheden in de VS.  Dit voorbeeld heeft navolging gevonden met sit-ins in Amsterdam en Utrecht, doodgezwegen door de nationale media. Bij de landelijke klimaat-demonstratie afgelopen weekend in Amsterdam leidden pro-Palestijnse uitlatingen tot een tweespalt die ook binnen de burgerlijke ideologie onoplosbaar is. Wat dan overblijft, is de hoop dat staten op de een of andere manier de gewelddadigheden stoppen: Frankrijk, de EU, Nederland, de VS, Quatar? ‘Vrede’ is nog een brug te ver. Wat we dan zien is een rangorde van de-escalatie die niets anders is dan stadia in de oorlog richting overwinning van de een en nederlaag van de ander: ‘humanitaire pauze’, ‘gevechtspauze’, ‘staakt het vuren’, ‘bestand’ enz. De regeringsleiders en de parlementaire staatspartijen zijn alle bezorgd dat grotere delen van de Nederlandse bevolking zich afkeren van de militaire, economische en ideologische steun aan Israël. Schijnheilig spreken ze zich uit voor ‘humanitaire hulp aan de slachtoffers’ en de ene of andere ‘de-escalatie’ en ‘bemiddeling’ waarmee niet toevallig ook VS hun imperialistische belangen veilig stellen. In De arbeidersklasse en de oorlog Israël – Palestina is na te lezen dat de VS en de fractie Netanyahu ook deels verschillende belangen nastreven, wat bijvoorbeeld ook het getrouwtrek binnen de EU deels verklaart.

Alle nep-discussies aan de praattafels van de TV, alle scheldpartijen op de ‘sociale’ media hameren bij de bevolking in dat er maar een keuze bestaat, die voor een van beide oorlogvoerende partijen. Dat is het belangrijkste in de voorbereiding op de oorlogen die zullen volgen, en uiteindelijk de derde wereldoorlog tussen China en de VS.

Ook acties bedoeld als tegen de oorlog zijn aangetast door de keuze voor de ene partij en tegen de andere. De acties van vakbonden van havenarbeiders om te weigeren oorlogsmaterieel te verladen zijn gericht tegen de Israëlische kant van de oorlog, simpelweg omdat de Westerse landen wapens leveren aan Israël en niet aan ‘de Palestijnen’. Evenzo zijn het vooral Israëlische deserteurs die, net als Oekraïense deserteurs, hun heil vooral in Europa en Amerika zoeken. Waar het op aan komt is dat sabotage van wapenzendingen en hulp aan deserteurs uitdrukkelijk gevoerd worden als bedoeld tegen beide oorlogvoerende partijen, en niet eenzijdig tegen Israël. Helaas is dit laatste vaak het geval bij de acties van havenbonden. Wat dit betekent voor het ‘bewustzijn’ (dat deze ‘actie’ weerspiegelt), lijkt me duidelijk: steun voor ‘Palestina’ (Iran, China, Rusland), tegen de ‘kolonisator’ Israël en het ‘imperialisme’ (de VS). Daarom moet elke propaganda en actie tegen oorlog door revolutionaire minderheden expliciet gebaseerd zijn op het ontmaskeren van de imperialistische doelen van ALLE oorlogvoerende naties en van de grootmachten die hen steunen. Daarom moeten deze minderheden elke solidariteit richten op de proletariërs aan BEIDE kanten van de frontlinie, het perspectief naar voren brengen van de revolutionaire ontwikkeling van de strijd om de belangen van de internationale arbeidersklasse te verdedigen tegen de aanvallen van alle facties van het wereldkapitaal. Natuurlijk is een internationalistisch standpunt een uitstekend tegengif tegen de valse verdeling van de arbeidersklasse in pro-Palestijns en pro-Israël.

Het revolutionair defaitisme dat revolutionaire minderheden voorstaan, is niet alleen gericht op de proletariërs die direct betrokken zijn bij een oorlogsgebied, maar ook, en vooral op de proletariërs in staten die er niet direct bij betrokken zijn, maar die deze oorlog indirect (by proxy) steunen en daartoe onderdrukking, ideologische overheersing en meer uitbuiting van arbeiders afdwingen. In Europa en Amerika belemmert bovengenoemde “strijd tegen de oorlog” die in feite aan een kant van de frontlijn deelneemt het proletarische inzicht dat BEIDE partijen in de oorlog burgerlijke en imperialistische doelen dienen, dat beide anti-proletarisch zijn en dat het enige antwoord van de arbeidersklasse is om tegen alle fracties van het kapitaal te vechten.

De arbeidersklasse en de oorlog Israël – Palestina beschrijft op basis van de historische ervaringen en de huidige klassenverhoudingen enkele scenario’s, waarschijnlijke en onwaarschijnlijke, waarin arbeidersstrijd een eind maakt aan de oorlog. Wie niet uitgaat van de klassenstrijd, mag dat afschrijven als niet realistisch, de verschillende burgerlijke ‘oplossingen’ zijn dat evenzeer, juist als men zich baseert op de realiteit. De meest ‘radicale’ oplossing is natuurlijk de totale vernietiging van alle Palestijnen of van alle Joden; een onhaalbare doelstelling. De ‘twee staten’-oplossing is er een van voortdurende oorlogen. De oplossing van ’éen staat’ waarin Joden en Palestijnen dezelfde rechten krijgen, wordt niet alleen belemmerd door een generaties voortdurende onderlinge haat, maar ook door de verdeel-en-heers politiek van elke staat waarmee hij zijn macht tot onderdrukking en uitbuiting garandeert. Zolang kapitalisme en imperialisme de wereld blijven domineren zullen na de huidige oorlog nog vele oorlogen volgen.

De belangrijkste kwestie in de huidige oorlogen, zowel in Oekraïne als in het Midden-Oosten en elders, is die van de klassenstrijd. Ik ga er gemakshalve van uit dat niemand hier zal ontkennen dat in alle landen en aan beide kanten van de frontlinies het kapitaal en zijn staten een klassenstrijd voeren tegen de arbeidersklasse: bezuinigingen in de gezondheidszorg en andere voorzieningen, versterking van de repressie en nationalistische ideologische overheersing, intensivering van de uitbuiting. Wie de klassenstrijd ontkent, vraagt aan de arbeidersklasse haar strijd op te geven in Gaza, in gebieden die door Hezbollah worden gecontroleerd, in Iran, in China en Rusland aan de ene kant, en aan de andere kant in Israël en de Westerse landen rond de VS die Israël steunen. In het artikel  De arbeidersklasse en de oorlog Israël – Palestina is het antwoord op deze vraag een volmondig NEE. De arbeiders moeten hun strijd tegen het kapitaal en zijn staat ondanks de oorlog niet alleen voortzetten, maar zelfs intensiveren, zelfs als dat zou leiden tot de nederlaag van hun eigen bourgeoisie en haar staat: revolutionair defaitisme. Als het proletariaat zijn klassenstrijd opgeeft, tekent het zijn doodvonnis. Het zal vermalen worden in de gehaktmolen van wederzijdse bombardementen, fysiek en mentaal uitgeput raken in de wapenproductie in de ondergrondse fabrieken in Gaza en de bovengrondse fabrieken in Israël. 

  • Dan moet elk nieuw protest tegen de oorlog door vrouwen in Gaza, door reservisten in Israël, of Joden in New York (sit-in in het Centraal Station) worden neergeslagen, elke sabotage van de productie bestraft, en elke deserteur uitgeleverd aan het leger. 
  • Dan moeten de staalarbeiders in Iran harder werken, juist vanwege de steun van ‘hun’ regime aan Palestina in de vorm van het leveren van onderdelen van raketten.*) 
  • En hetzelfde geldt natuurlijk voor de arbeiders in de Westerse wapenindustrie en in de hele verwerkende industrie – die steeds meer betrokken is bij de oorlogseconomie. 

F.C. 14-11-2023

______

*) De oorlogen in Oekraïne en tussen Israël en Hamas hebben ook een grote invloed gehad op Iran. Het Ayatollah-regime en Rusland maken deel uit van het blok in wording rond China. Iran levert drones aan Rusland en raketonderdelen aan Hamas. Iran steunt verschillende milities in onder andere Libanon (Hezbollah), Syrië en Irak. Dat weerhoudt links-burgerlijke ondergrondse verzetsgroepen in Iran er niet van om Rusland te steunen in de Oekraïne oorlog en “het Palestijnse volk” in het Midden-Oosten conflict …. net als het regime dat ze bestrijden. Rechts-burgerlijke Sjah aanhangers, altijd aan de kant van de VS, steunen Oekraïne en Israël.

Tijdens de Chador protesten (geleid door de middenklasse) die alle bourgeois tegenstanders van het Ayatollah regime beschouwden als een opmaat naar de omverwerping ervan, werden arbeiders die gingen staken om hun levensomstandigheden te verdedigen beschimpt en veroordeeld als egoïstisch, laf of “economistisch” wanneer ze weigerden de slogans van deze middenklasse protesten over te nemen.

Nu laten arbeiders in Iran weer van zich horen. In tegenstelling tot ‘hun’ regime en de rechtse of linkse burgerlijke verzetsgroepen, hebben ze geen kant te kiezen in de voortdurende oorlogen die WO 3 tussen de VS en China voorbereiden: ze moeten hun klassenbelangen verdedigen en hun strijd tegen alle facties van de bourgeoisie van Iran ontwikkelen tot een offensieve strijd tegen de staat Iran. Dat zal de beste bijdrage zijn aan het beëindigen van de oorlog in Oekraïne en die tussen Israël en Hamas.

(Inleiding bij berichten over stakingen en protesten in Iran. Vertaald uit het Engels). 

Valstrikken bij het begrijpen van de oorlog in het Midden-Oosten

2 gedachtes over “Valstrikken bij het begrijpen van de oorlog in het Midden-Oosten

Plaats een reactie